Korfbaloefening: vangen en gooien op een bewegende speelster
Vangen en gooien op een bewegende speelster
- Je staat ongeveer zeven meter uit elkaar.
- Je speelt op de weglopende medespeelster, deze vangt de bal en jij loopt voorbij haar naar de overkant en terug.
- De eerste keer doe je dat met twee handen, de tweede keer gooi je met de buitenste hand terug.
- Dat betekent de ene keer met rechts en de ander met links en op de terugweg andersom.
Eigenschappen van de oefening
10
10
Benodigde materialen:
Niet van toepassingGeschikt voor volgende niveau's:
C jeugd
B jeugd
A jeugd
Senioren