Volleybaloefening: pass, setup, aanval
Pass, setup, aanval
- Serveerder(S) speelt de bal riching positie 6
- 1 van de 2 passers, passed de bal riching spelverdeler(SV)
- SV speelt de bal naar links- of rechtsvoor
- Aanvaller (A) maakt de aanval af (aanvalspas naar net)
- Aanval
serveerder -> passer
passer -> aanval
aanval -> serveerder

Eigenschappen van de oefening
4
12
Benodigde materialen:
Niet van toepassingGeschikt voor volgende niveau's:
C jeugd
B jeugd