Basketbaloefeningen
- Stel de kinderen in twee lijnen op,
- stimuleer krachtige passen,
- wie het eerst 25 passes heeft gaat op de grond zitten.
- Krachtige passen, zowel chest als bounce.
Vereisten:
- een jump stop kunnen maken vanuit de dribbel
- een sprongschot maken vanuit het midden van de bucket
Doel:
catch and go aanleren + scoren vanaf midden bucket
Voorbereiding:
- 1 dribbelt direct na het vangen met 2 dribbels naar het midden van de bucket
- stopt af met een jump stop
- en scoort met een sprongschot
- 2 sprint meteen na het passen naar de forward positie aan de andere kant
- en krijgt de bal van 3
- idem, maar nu na de jump stop ruggelings om de verdediger heen draaien
- (eventueel een stoel neerzetten op de plaats van de verdediger)
- idem, maar na ruggelings draaien niet afmaken, maar terug pivoteren zodat beide voeten weer naar de basket wijzen
- tweede voet circa 50cm achter de pivotvoet
- scoor met een sprongschot met de schouders ver naar achteren (fade away) en een hoge boog
Teaching points:
- vanuit het vangen van de bal direct en snel naar binnen dribbelen
- één tel afstop, zodat je beide kanten op mag pivoteren
- bij het ruggelings draaien de bal al omhoog brengen tot onder je kin, schothand onder de bal
- bij het ruggelings draaien zo ver draaien dat de voet tenminste naar de achterlijn wijst
Toegepast in 1 tegen 1:
- 1 tikt de hand van verdediger 2 aan en sprint naar de forwardpositie
- 2 mag na het aantikken gaan verdedigen
- 1 dribbel direct naar binnen met max 2 dribbel en maakt een jump stop midden in de bucket
- en scoort op een van de drie geoefende manieren
- score met een andere techniek = verliezen
- winnaar blijft staan
- verliezer gaat verdedigen
Doel: deze oefening is gemaakt om spelers meer in een rechte lijn de basket aan te vallen in een 1 tegen 1 situatie.
Per tweetal 1 bal.
Per tweetal 1 bal.
- Buitenste man dribbelt de bal en gaat 1x rond om de pion.
- Binnenste man gaat slalommend tussen de paaltjes door waarna een 1 tegen 1 situatie ontstaat.
- Daarna bal afvangen en chest pass naar elkaar richting de andere kant van het veld.
- Daar tikt de buitenste man, dezelfde als bij het eerste stuk, de pion aan en checkt de bal.
- Door middel van uitlokken de verdediging er langs proberen te komen: jab step, pump fake, low swing etc.
- De spelers staan allemaal achter elkaar op de middellijn.
- Op de zijlijn staan 4 verschillende kleuren kegels.
- De spelers moeten triple trad doen op de middellijn en step sliden tot ter hoogte van het kleur die de coach vermeld.
- En daarna terug.
Allen op 1 lijn (werken tot aan middenlijn, uitlopen tot aan eindlijn, oefening telkens herhalen)
- 2 x joggen
- Skipping benen
- Hielen tegen zitvlak
- Achterste been strekken, voorste been buigen (recht vooruit)
- Achterste been strekken, voorste been buigen (opzij)
- Benen crossen
- Armen zwaaien
- Sprint + stepslide terug
Rijtje onder de basket, 2 in de middencirkel en twee op de out.
- Rijtje past naar Out (en loopt rechtdoor naar de andere basket)
- Out passt naar midden
- Midden passt naar de inlopende speler.
- Nadat je de lay-up gemaakt hebt,
- vang je de bal af en
- speel je ‘m door met een stuitpass naar een speler zonder de bal in de rij waar je uit vandaan komt
- Per 5 aan 1 kant.
- Indien niet met 10.
- 1 pas weglaten.
- Je blijft aan dezelfde kant.
- Bal geef je door aan de andere rij.
- Voor de conditie is dit een goede oefening:
- De groep moet in een rij gaan staan en je laat ze rustig beginnen met dribbelen.
- Zodra de trainer op zijn fluit blaast moet de laatste van de rij naar voren rennen.
- Dit doe je totdat iedereen is geweest en dan laat je ze het rondje uitlopen.
- Alle speler schieten van meerdere posities.
- Kan wedstrijdje zijn met spelers bij ander basket.
- BIjvooerbeeld 10 scores van iedere positie.
- Scoor van de positie onder het bord ook via het bord.
- Vang je eigen bal af of geef een goed pass naar de volgende in de rij.
- Zorg dat je als schutter klaar sta om te scoren.
- Gebruik maar 1 bal per basket
- de voeten staan in een kleine schredestand of parallelstand.
- knieën licht gebogen; romp iets voorover.
- lichaamsgewicht boven beide voeten.
- de bal wordt ter hoogte van de borst met de vingertoppen vastgehouden; duimen achter de bal.
- de ellebogen wijzen naar achter en zijn niet al te dicht bij het lichaam. ogen gericht op het doel.
- door de strekking van de armen en het achterste been wordt de bal weggeduwd en zo lang mogelijk begeleid; de bal verlaat de handen via de vingertoppen.
- aan het eind van de actie wijzen de handpalmen naar buiten en de duimen naar beneden;
- dit wordt veroorzaakt door het met kracht omklappen van de polsen.
- het lichaamsgewicht wordt door de totale handeling overgebracht op de voorste voet.
- vaak wordt de pass ondersteund door een stap met het voorste been in de richting van het doel.
- de chestpass kan ook in zijwaartse richting uitgevoerd worden; pivoteren in de richting van het doel is hiervoor noodzakelijk.
Zie onderstaand schema.
- Afhankelijk van het aantal spelers in je team, maak je drie of vier lijnen langs de basislijn en eenzelfde aantal lijnen net boven de vrije worplijn.
- Elke speler langs de basislijn heeft een bal en gaat naar de perimeterspeler.
- Eerste 3 kwart: sprint
- Laatste kwart: slides - 1 hand hoog voor verdedigen van het schot
Afsluiten hoge dribbel dus dwingen richting baseline.