facebook pixel

Basketbaloefeningen voor de techniek schieten

  • De docent zet 2 pionnen neer.
  • Zie plattegrond voor de precisie locatie, houd de basketbal belijning aan.
  • De docent verdeeld de leerlingen over 2 teams en ieder team gaat achter een pion staan.
  • De teams moeten vanaf de pion de bal in de basket schieten.
  • Als een leerling heeft geschoten haalt hij/zij de bal op, geeft/passt de bal naar de volgende in de rij en sluit weer achteraan aan in de rij.
  • Iedere bal die in de basket gaat is een punt.
  • Het team dat als eerste 5 punten heeft gescoord wint.


shootout-1

  • Centers
  • vanaf U16
  • 2 of 4 centers
  • 1 bal per tweetal
  • een basket 


Doel:

  • verdedigen van turn around jump shot
  • uitboxen na schot
  • aanvallende rebound na schot stimuleren


Organisatie:

  • aanvaller draait om zijn as en schiet
  • verdediger brengt met een slide-step zijn lichaam voor de bal, zo dicht mogelijk tegen het lichaam van de aanvaller
  • houdt beide armen recht omhoog (= wall) zodat de aanvaller minder zicht heeft op de basket en zijn schot iets moet aanpassen om over de uitgestrekte armen heen te schieten
  • direct na het schot uitboxen
  • score is 1 punt
  • aanvallende rebound is 2 punten ook na een score
  • elke speler verdedigt 5 keer achter elkaar
  • verliezer voor elk punt verschil 2x opdrukken


Teaching points:

  • voeten iets meer dan schouderbreedte
  • knieën licht gebogen
  • bovenlijf en armen verticaal
  • GEEN slaande beweging naar de bal
  • tegen de aanvaller aan gaan staan door je op voeten naar de aanvaller toe te bewegen (het bovenlijf blijft verticaal)


Variant:

  • aanvaller begint onder de ring, rug naar de achterlijn en geeft een korte stuiterpass naar zichzelf
  • aanvaller maakt eerst een schouderfake in tegengestelde richting van de draai direct voor het schot
  • Centers + Guards + Forwards - vanaf U12
  • 2 of meer spelers
  • 1 bal per tweetal
  • twee baskets


Vereisten

  • op snelheid een layup kunnen lopen vanuit de pass


Doel:

  • speed dribbel is langs de zijlijn want de kortste route naar de overkant
  • passen en vangen op snelheid 


Organisatie:

  • speler neemt een vrije worp en pakt de rebound
  • de bal zo hoog mogelijk vangen
  • 3 sprint naar de outlet positie en roept
  • passen met een overhead pass naar de outlet
  • de man met bal dribbelt zo snel mogelijk langs de zijlijn naar de andere basket
  • verdediger over de as van het veld naar de andere kant
  • krijgt de pass in volle snelheid
  • en maakt de lay up zonder dribbel


Teaching Points:

  • sprinten
  • communicatie
  • correcte dribbelstart
  • pushen van de bal bij speeddribbel
  • dribbelaar moet zien waar de flyer is
  • op tijd passen
  • schutter vangt zijn eigen bal af
  • passer sprint onder de cirkel door naar de outlet aan de andere kant
  • roept
  • krijgt de bal op de outlet positie met een overhead pass
  • beide spelers lopen dezelfde 2 tegen 0 break als op de heenweg
  • maar nu op de andere lengtehelft van het veld 


Variatie:

  • zet 1 verdediger bij elke basket
  • verdediger vangt de bal af en geeft outlet pass
  • en wordt flyer
  • schutter wordt verdediger
  • Start op 1 been en neem schot 5 x, dan andere been.
  • Start op 1 been en buig voorover, kom terug en neem schot. 5x andere been.
  • Start op 1 been en maak 3 sprongen, links rechts links en neem een schot. 5x en andere been.
  • Start rug naar de basket, 180 graden jump en schot 5x.
  • Start met gezicht basket, spring 1 stap naar voren op 1 been dan terug en met andere naar voren en terug dan set shot 5x.
  • Start gezicht naar basket en 360 graden jump en shot 5x.
  • Spelers verdelen zich over 2 baskets.
  • Iedere speler schiet steeds 2 vrije worpen.
  • Na de vrije worpen ongeacht raak of mis rent de speler een sprintje op en neer over het hele veld. Belangrijk is dat ze goed aanzetten en 100% geven.
  • Na het sprintje gaan ze terug naar de vrije worp lijn en schieten weer 2x vrije worpen.
Belangrijk is dat spelers hun conditie opbouwen en een wedstrijd simuleren waarbij ze tijdens hun vrije worpen ook rust moeten nemen terwijl ze moet zijn.
drawing Vrije worpen met conditie
  • Een iemand schiet vrije worpen.
  • Twee andere spelers staan achter diegene die de vrije worp gooit. 
    • Conform de spelregels
  • Eens de bal weg gaan de drie spelers voor de rebound.
  • Heeft diegene die de vrije worp gooide de bal, dan mag hij een nieuwe vrije worp nemen.
  • Heeft hij de bal niet, gaan de 2 andere spelers naar de andere kant van het veld aanval uitvoeren 2 tegen 1
  • Indien aanvaller onder druk van verdediger dan pas naar de vrije man, anders gewoon door blijven gaan tot lay-up
  • Drie volgende spelers zetten zich klaar voor het uitvoeren van de oefening.
  • Iedereen staat achter elkaar aan de vrijworp lijn 
  • De regels zijn als volgt: 
    • Je start met 0 punten. 
    • Als je mist is het -1.
    • Scoor je met bord of raak je de ring blijft je score staan. 
    • Scoor je nothing but net - zonder iets te raken +1
  • Zo probeer je naar 10 te gaan in groep. 
  • Speler met bal onder elke basket.
  • Welke speler het eerst 25 scores heeft.
  • Daarna volgende spelers.

Doel:

  • schot van de elleboog
  • outlet pass na score
  • overhead pass van low post naar elleboog


Organisatie:

  • na schot rebounden en direct over de achterlijn stappen en de bal innemen
  • steeds achter je bal aan en de volgende positie innemen
  • stel een doel; bijv 30 schoten raak


Teaching Points:

  • in de laatste stap de bal boven het hoofd brengen en het gezicht naar het veld draaien
  • strakke overhead pass naar de outlet
  • hoog vragen om de bal
  • pass de bal in de schothand aan


Variaties:

  • linksom en rechtsom
  • wachttijd op de forwardpositie opvullen met fake passes
  • andersom: na score passen naar de elleboog en schieten vanuit de hoek
  • Centers + Guards + Forwards
  • vanaf U12
  • 3 of meer spelers
  • 1 bal - twee baskets


Vereisten:

  • spelers moeten kunnen dribbelen en een layup kunnen lopen


Doel:

  • looplijn flyer trainen
  • snelheid opbouwen
  • break onder druk afmaken


Organisatie:

  • speler 1 dribbelt de bal over de helplijn naar de overkant en scoort met een lay up
  • beide andere spelers achtervolgen en proberen de score te voorkomen
  • zij starten bij de eerste dribbel
  • Spelers 2 en 3 nemen na de score de bal in van achterlijn
  • en spelen 2 tegen 1op de bucket aan de andere kant
  • verdediger 1 probeert te voorkomen dat er met een lay up gescoord wordt


Teaching Points:

  • sprinten
  • pushen van de bal bij speeddribbel
  • instrueer de verdedigers GEEN onsportieve fouten te maken
  • verdediger neemt de charge · OF dwingt de dribbelaar naar de zijkant
  • probeert de pass te onderscheppen
  • geeft het schot weg en boxt de schutter uit
  • Spelers opdelen in groepen van 5.
  • Normaal gesproken hebben we 2 of 3 baskets beschikbaar.
  • Bijvoorbeeld om de 7 minuten doordraaien, eerste centrale uitleg. (meeste begeleiding bij de dribbelskills nodig)
  • Station 1. (basket 1)
    • 3x2 spelen vanaf de middellijn zonder dribbelen (alleen passen, vrijlopen, pivoteren)
  • Station 2. (basket 2)
    • 1x1 spelen (doorwisselen, aanvaller wordt verdediger, af en toe de volgorde aanpassen om verschillende match-ups te krijgen, 1-schotpoging of onder tijdsdruk om de vaart erin te houden)
  • Station 3. (Basket 3 - indien beschikbaar)
    • Schotoefening: 5 posities op rand bucket (laag, elleboog, vrijeworplijn, elleboog laag)
    • 1 speler schiet, rest vangt af en passt bal (1x schieten per positie, gaat om hoogste score van de groep)
  • Station 4 dribbelskills. (1-2 pionnen)
    • Over de pylon (niet meenemen, hou controle, van links naar rechts, 1 hand achter de rug)
    • Pylon optillen met links, dribbels met rechts (opgooien pylon, vangen met de andere hand)
    • Links/rechts en pylon aantikken (timer, tellen) – hand die de bal loslaat moet pylon aantikken (lage positie, verdedig de bal)
    • 2 pionnen, links dribbel, rechts aanraken
    • 2 pionnnen (8-tje dribbelen met 1 hand)
  • Station 5 dribbelskills. (rijtje pionnen)
    • Slalom om de pionnen heen, laag dribbelen, heen en terug (tempo)
    • Variant: laag dribbelen, voeten aan weerzijde van de pionnen, cross na iedere pylon.
    • Laag dribbelen, raak steeds de volgens aan.
    • Blijf in controle, blijf aan dezelfde kant. (links dribbelen, met recht pion aanraken)
  • Een speler vangt af de ander gaat rennen/ schieten.
  • Speler start bij pion onder de basket, rent om de pion links naar spot 1-> schot
  • Terug om te pion naar spot 2. 
  • Speler naar pion onder de basket richting pion rechts naar spot 3 -3pt lijn-.
  • Terug om pion naar spot 4.
Zelfde alleen mid range & eindigen bij spot 5 met een jumpshot.
Daarna direct 2 vrije worpen schieten.
drawing Schot oefening op conditie