facebook pixel

Basketbaloefeningen voor de techniek warming-up

  • Op 1 been staan, andere zo hoog mogelijk optrekken.
    •  Bal met 2 handen boven hoofd. 
    • Balans gevonden proberen ogen dicht te doen. 
    • Daarna andere been.
  • Op 1 been staan, andere zo ver mogelijk naar achteren strekken. 
    • Bal voor je uit tot 15cm boven grond brengen, dan weer omhoog.
    • Val 45gr links van je tot 15cm boven grond brengen, daarna rechts. 
    • Balans gevonden dan ogen dicht. 
    • Dan andere been.
  •  Gestrekte lunche stand met armen gespreid
    • Ogen dicht langzaam bal van links naar rechts brengen. 
    • Dan andere standbeen voor.
  • Spelers aan de baseline hebben de bal.
  • Hij passeert de bal naar de blauwe speler en loopt richting de andere baseline.
  • Hij krijgt de bal terug en passeert de bal naar de rode speler.
  • Hij krijgt de bal terug en passeert de bal naar de oranje speler.
  • Hij krijgt de bal terug en dribbelt naar de basket en werkt af met lay up.
  • Wanneer de blauwe speler de bal heeft gepasseerd loopt hij naar de spot van de rode speler.
  • De rode speler naar de oranje speler en de oranje speler neemt de rebound en start de oefening aan de andere zijde. 
  • Variaties in afwerking en uiteindelijk close out en live defence mogelijk.
drawing opwarming met passing en lay up
  • 2 rijtjes op de baseline. 
  • Voorste speler van 1 rijtje zonder bal.
  • Speler zonder bal loopt om de pylon heen, krijgt pass van voorste speler uit ander rij en maakt lay-up/schot.
  • Eigen bal afvangen aan achteraan aansluiten. 
  • Speler die pass gegeven heeft loopt om de pylon heen en krijgt bal.
  • Aanpassingen: 
    • Pylon steeds verder zetten.
drawing Warming up: lay-up en schoten
  • De werker beweegt op circa 4 meter voor de aangever heen en weer in een verdedigende houding, dus licht door de knieën.
  • De werker vangt en werpt de bal met een hand, hierna ‘schuift’ hij de ander kant uit.
  • De werper vangt en werpt de bal met de andere hand en gaat weer terug.
  • De oefening wordt steeds in verdedigende houding uitgevoerd en belast dus met name de bovenbeenspieren.
  • Besteed aandacht aan het goed vangen en werpen tijdens het ‘pijnlijden’.

Allen op 1 lijn (werken tot aan middenlijn, uitlopen tot aan eindlijn, oefening telkens herhalen) 

  • 2 x joggen
  • Skipping benen
  • Hielen tegen zitvlak
  • Achterste been strekken, voorste been buigen (recht vooruit)
  • Achterste been strekken, voorste been buigen (opzij) 
  • Benen crossen
  • Armen zwaaien
  • Sprint + stepslide terug

Rijtje onder de basket, 2 in de middencirkel en twee op de out.

  • Rijtje past naar Out (en loopt rechtdoor naar de andere basket)
  • Out passt naar midden
  • Midden passt naar de inlopende speler. 

sharidon-drill-met-schieten-2

  • Per 5 aan 1 kant.
  • Indien niet met 10.
  • 1 pas weglaten.
  • Je blijft aan dezelfde kant.
  • Bal geef je door aan de andere rij.



drawing Opwarming Transitie na vrijworpen
  • Voor de conditie is dit een goede oefening: 
  • De groep moet in een rij gaan staan en je laat ze rustig beginnen met dribbelen. 
  • Zodra de trainer op zijn fluit blaast moet de laatste van de rij naar voren rennen. 
  • Dit doe je totdat iedereen is geweest en dan laat je ze het rondje uitlopen. 
  • de voeten staan in een kleine schredestand of parallelstand.
  • knieën licht gebogen; romp iets voorover.
  • lichaamsgewicht boven beide voeten.
  • de bal wordt ter hoogte van de borst met de vingertoppen vastgehouden; duimen achter de bal.
  • de ellebogen wijzen naar achter en zijn niet al te dicht bij het lichaam. ogen gericht op het doel.
  • door de strekking van de armen en het achterste been wordt de bal weggeduwd en zo lang mogelijk begeleid; de bal verlaat de handen via de vingertoppen.
  • aan het eind van de actie wijzen de handpalmen naar buiten en de duimen naar beneden;
  • dit wordt veroorzaakt door het met kracht omklappen van de polsen.
  • het lichaamsgewicht wordt door de totale handeling overgebracht op de voorste voet.
  • vaak wordt de pass ondersteund door een stap met het voorste been in de richting van het doel.
  • de chestpass kan ook in zijwaartse richting uitgevoerd worden; pivoteren in de richting van het doel is hiervoor noodzakelijk.
  • De docent kiest 2 tikkers uit.
  • Zij moeten binnen hun tikkersvak blijven (binnen de 4 pionnen) en de basketballen van de lopers wegtikken als die willen oversteken.
  • De lopers moeten dus dribbelend naar de overkant zien te komen zonder hun basketbal te verliezen.
  • Als een loper de basketbal niet meer bij zich heeft is hij af en wordt hij automatisch een tikker.
  • Een tip die je aan de lopers kan geven is dat ze de bal afschermen met hun lichaam.
  • Dit betekent met je lichaam tussen de bal en de tegenstander blijven.
  • De leerlingen mogen pas opnieuw oversteken als iedereen is getikt of de overkant heeft gehaald.
  • Uiteindelijk krijg je naarmate het spel vordert steeds meer tikkers en steeds minder lopers.
  • De loper die als laatste overblijft is de winnaar.



drawing haal de overkant
  • B past de bal naar C 
    • B loopt tot kegel ontvangt de bal
    • B scoort lay up 
    • B sluit aan in rij C
  • C past de bal terug naar rij B
    • C gaat de rebound nemen van B 
    • C gaat naar rij A
  • A past de bal naar B 
    • A sluit aan in rij B
drawing Warming up, 3 rijtjes

passing-stardrill