Gymlesoefeningen
- Één kind is de tikker (reus) die zit in zijn huis, de rest van de kinderen zijn de kabouters en zitten in een kring (met een kleine opening).
- De reus komt uit zijn huis en belt bij de kabouters aan en zegt: “ kabouters komen jullie spelen?” kabouters roepen “NEE!” De reus gaat terug naar huis en gaat slapen.
- Een van de kabouters die aangewezen wordt door de lesgever loopt naar het huis van de reus en belt aan: “reus kom je buiten spelen?” de reus slaapt door.
- De kabouter tikt op de neus van de reus.
- De reus wordt wakker en roept “JAA” en rent achter de kabouter aan.
- De kabouter gaat door de opening van de kring terug naar zijn plekje voordat hij getikt is door de reus.
- De lesgever kiest nu een nieuwe reus.
- Één kind is de tikker (agent), de rest van de kinderen zijn de lopers (boeven).
- De tikker gaat op het startsignaal alle lopers proberen te tikken.
- Als een loper is getikt geeft de agent een hem een hand en brengt hem naar de gevangenis.
- Als alle lopers in de gevangenis zitten is het spel afgelopen en kiest de tikker een nieuwe tikker uit.
- In boevenstad zijn boeven ontsnapt.
- De tikker (de agent) krijgt een lintje om en probeert zo snel mogelijk de lopers (de boeven) te tikken.
- De boeven proberen vrij te blijven door weg te rennen.
- Als alle hoepels (cellen) vol zijn, is het spel afgelopen.
- Dan kiest de agent een nieuwe agent.
- De agent geeft het lintje aan de nieuwe agent en alle boeven zijn weer vrij
- Verdeel de groep in vier kleine groepjes van minimaal 3 kinderen.
- Elke groep staat bij een hoepel met 4 verschillende attributen erin.
- Ze spreken samen af welk attribuut ze gaan verzamelen en wie waar heen gaat.
- Bij het startsignaal rent de groep uit elkaar allemaal naar een andere hoepel toe van de andere teams en halen hun attribuut op dat ze hadden afgesproken.
- Ze mogen maar 1 attribuut halen en brengen dat naar hun eigen hoepel, daarna mogen ze weer wat gaan halen.
- Niemand kan hun tegenhouden of tikken.
- Alle andere teams proberen hetzelfde.
- Het team dat als eerste een kwartet heeft, heeft gewonnen.
- Ze leggen het kwartet uit de hoepel en gaan erbij zitten.
- De andere teams kunnen doorspelen voor de 2e , 3e en 4e plek.
- Aan het eind van het spel laat je de teams de attributen weer goed verdelen, zodat er opnieuw gespeeld kan worden.
- Verdeel de groep in twee teams.
- Van beide teams gaan er 2 kinderen op de matjes staan die bij hun team horen.
- Ook gaan er 2 kinderen per team voor de kast staan, dit zijn de keepers.
- De kinderen die overblijven, gaan naar het gooivak toe (zie tekening).
- Als de ballen in het spel komen dan is het de bedoeling dat de kinderen uit het gooivak de ballen tegen de kast aangooien.
Regels:
- De achterspelers (in het gooivak) proberen één van de twee kasten te raken
- Wordt er een kast geraakt dan wordt er bij het team van de geraakte kast doorgedraaid (zie tekening)
- De spelers op de matjes proberen de keeper af te gooien
- De keeper mag afweren met de handen
- Wordt de keeper afgegooid door iemand op de matjes dan wordt er ook doorgedraaid
- Achterspelers en matspelers mogen samenspelen
er is 1 tikker en de rest moet proberen de rekkers en uiteindelijk de tennisbal te pakken langs 2 zijden van de vierkant als de tikker je tikt moet je de rekker terug leggen en opnieuw proberen
- je kunt het ook steeds moeilijker maken of makkelijker
bv: degene die getikt is uit spel of groter maken van vierkant
- je kunt het ook steeds moeilijker maken of makkelijker
bv: degene die getikt is uit spel of groter maken van vierkant
Warming up oefening in estafettevorm
- Verdeel de spelers in groepen van 2 of 3 spelers en zet ze aan de linkerkant van het veld.
- Geef elke speler een tennisbal.
- Op startteken gaat de 1e speler van elk groepje met een bal naar de andere, rechter, kant rennen.
- Daar aangekomen, legt deze de bal buiten de lijn en rent zo snel mogelijk terug zodat speler 2 van hun groep kan gaan rennen met zijn/haar bal.
- Als alle ballen aan de rechterkant liggen en de laatste speler terug is bij de groep is het afgelopen.
- De eerste die terug is bij zijn/haar groep wint.
je maakt met hoedjes 9 vakken
Je verdeeelt de groep over 2 teams, elk team krijgt 3 hesjes en probeert 3 op een rij te maken.
als alle hesjes al liggen mag de volgende speler 1 hesje per keer verplaatsen
Je verdeeelt de groep over 2 teams, elk team krijgt 3 hesjes en probeert 3 op een rij te maken.
als alle hesjes al liggen mag de volgende speler 1 hesje per keer verplaatsen