Handbaloefeningen voor de techniek 1,5 meter / corona / covid-19
- 5 min lopen: in een tempo dat 5 min het zelfde blijft. hoeveel rondjes kan je lopen.
- rekken en strekken: armen, schouders, benen, romp
- buikspieroefeningen: heffen, scharen, buig en streken.
- Spelers tegenover elkaar spelen bal over, beginnen op 3 meter.
- Trainer geeft aan wanneer ze een stap naar achteren moeten doen.
- Spelers blijven de bal goed overspelen.
- Valt de bal dan gaan de spelers zitten.
- Welk 2-tal blijft er over op welke afstand?
- 5 aanvaller,
- dus zonder cirkel
- kan ook zonder verdediging
- gaat om concentratie en balcontrole en correcte uitvoering van een wissel
- MO gaat 2wissel aan met LO
- LO gaat pass spelen naar de RO
- RO gaat de 2wissel aan met de LH
- LH pass de bal naar de vlg MO en alles nu de andere kant op
- hoekspelers gaan aansluiten bij de MO,
- RO+LO gaan aansluiten in de hoeken en de MO sluiten aan bij de LO of RO
- spelers staan in een rij met bal.
- de voorste springt van de bank gaat achterwaarts om de bank heen en werpt op doel.
- sluit andere rij aan
- idem met verdediger
- Speler 2 speelt bal naar speler 1 en loopt naar pion
- 2 krijgt daar de bal weer aangespeeld van speler 1
- Speelt bal weer terug naar speler 1 en loopt achterwaarts terug om pion 1 en loopt door naar pion 3 en krijgt daar de bal weer aangespeeld door speler 1
- Speelt de bal weer terug naar speler 1 en loopt dan weer achterwaarts om pion 1 en door naar midden tussen pion 2 en 3 en krijgt de bal in de loop aangespeeld door speler 1 en rond af op doel.
- Alles op snel tempo.
- Elke kleur vertegenwoordigt een oefening.
- De cijfers vertegenwoordigen het aantal herhalingen.
- Je schudt het kaartspel goed, legt de hele stapel omgekeerd neer en samen met je trainingsbuddy speel je zo snel mogelijk het hele kaartspel op.
Kaartspel-workout 2
- ?? harten > push ups
- ?? schoppen > burpees
- ?? klaveren > air squats
- ?? ruiten > full body v-ups
- Boer > 12 herhalingen
- Vrouw > 16 herhalingen
- Heer > 20 herhalingen
- Aas > 20 lunges (links en rechts)
- Joker > 25 squat jumps
- Zet 3 rijtjes neer op de opbouwposities
- Ruimte nemen,
- voor de 9 meter palen of pion op de verdedigende posities.
- Bal 1 keer rondspelen
- Midden start met bal naar links, tussen 2 pionnen door.
- LO start achterlangs en ontvangt bal van MO
- LO start door naar rechts
- RO start achterlangs en rond af op doel
Herhalend: MO bepaald zelf welke kant de wissel ingezet word
Herhalend: Met 3 verdedigers
- 2 tallen overgooien
- 10 x overspelen, dan een stapje verder uit elkaar en overspelen zonder boog
- Overspelen met 3 pas
- Overspelen met 3 pas en sprongschot
- Spelers verdelen over 2 groepen
- In elke hoek staan een aantal spelers
- Om en om schieten de hoekspelers op doel
- Bal halen en aansluiten op andere hoek
- Daarna opbouwposities
- Speelsters verdelen over de drie opbouw posities.
- Bal begint in het midden.
- Linker opbouw loopt in, ontvangt de bal en speelt naar rechter opbouw, die ook in komt.
- Vervolgens start de midden in en ontvangt de bal van de rechter opbouw.
- Dan begint weer opnieuw.
- Speelsters nemen positie over van degene aan wie zij de bal afgespeeld hebben.
- Uitbreiden naar linker opbouw komt in en ontvangt de bal van de midden.
- Speelt af naar de rechter opbouw die achterlangs komt.
- Rechter opbouw speelt weer af naar midden die ondertussen de positie van de linker opbouw heeft overgenomen.
- Midden rond af op doel.
- Je hebt 2 teams op een volleybalveld met aan de achterkanten van het veld allebei een klein goal.
- Er staat aan allebei de kanten 1 speler en de andere spelers staan aan de zijkant van het veld.
- 1 speler gooit de bal op het goal van de tegenstander de speler die gooit gaat uit het veld en een andere speler van het team gaat erin.
- De keeper pakt de bal en gooit dan op goal en gaat eruit.
- Zo gaat het de hele tijd door.
- Als je scoort krijgt je team een punt.
- Met een sprongschot mag je niet over de middellijn heen landen en je mag dus niet over de middellijn heen.
- Twee a drie mensen op de linkeropbouw (kan uiteraard ook een andere positie zijn) en moeten schieten.
- De rest van de spelers verzamelen ballen en een speler speelt steeds de ballen aan.
- Schieten van de linkeropbouw achter elkaar door.
- De speler die het eerste tien keer scoort heeft gewonnen.
- Als je hebt geschoten moet je achterwaarts weer naar je positie lopen.