Handbaloefeningen
- Elke kleur vertegenwoordigt een oefening.
- De cijfers vertegenwoordigen het aantal herhalingen.
- Je schudt het kaartspel goed, legt de hele stapel omgekeerd neer en samen met je trainingsbuddy speel je zo snel mogelijk het hele kaartspel op.
Kaartspel-workout 2
- ?? harten > push ups
- ?? schoppen > burpees
- ?? klaveren > air squats
- ?? ruiten > full body v-ups
- Boer > 12 herhalingen
- Vrouw > 16 herhalingen
- Heer > 20 herhalingen
- Aas > 20 lunges (links en rechts)
- Joker > 25 squat jumps
- Zet 3 rijtjes neer op de opbouwposities
- Ruimte nemen,
- voor de 9 meter palen of pion op de verdedigende posities.
- Bal 1 keer rondspelen
- Midden start met bal naar links, tussen 2 pionnen door.
- LO start achterlangs en ontvangt bal van MO
- LO start door naar rechts
- RO start achterlangs en rond af op doel
Herhalend: MO bepaald zelf welke kant de wissel ingezet word
Herhalend: Met 3 verdedigers
- 2 tallen overgooien
- 10 x overspelen, dan een stapje verder uit elkaar en overspelen zonder boog
- Overspelen met 3 pas
- Overspelen met 3 pas en sprongschot
- Spelers verdelen over 2 groepen
- In elke hoek staan een aantal spelers
- Om en om schieten de hoekspelers op doel
- Bal halen en aansluiten op andere hoek
- Daarna opbouwposities
- 4 hoedjes, 1,2,3 & 4
- De trainer roept welke je aanraakt.
- Voorwaarts om pilon.
- Hoedjes verder uit elkaar.
- Dribbel naar hoedje met nummer 1 2 3 of 4
- Speelsters verdelen over de drie opbouw posities.
- Bal begint in het midden.
- Linker opbouw loopt in, ontvangt de bal en speelt naar rechter opbouw, die ook in komt.
- Vervolgens start de midden in en ontvangt de bal van de rechter opbouw.
- Dan begint weer opnieuw.
- Speelsters nemen positie over van degene aan wie zij de bal afgespeeld hebben.
- Uitbreiden naar linker opbouw komt in en ontvangt de bal van de midden.
- Speelt af naar de rechter opbouw die achterlangs komt.
- Rechter opbouw speelt weer af naar midden die ondertussen de positie van de linker opbouw heeft overgenomen.
- Midden rond af op doel.
- 2 teams spelen tegen elkaar.
- op het veld staan er 3 kegels opgesteld
- 2 in tegenovergestelde hoeken aan dezelfde lengte lijn en
- 1 aan de andere lengtelijn zodanig dat deze 3 kegels een driehoek vormen)
- scoren door kegel te tikken
- na het tikken van een kegel direct naar een andere kegel gaan
- extra regel:
- bij goed contact is de bal voor de verdediger.
- op het veld staan er 3 kegels opgesteld
- Iedereen staan aan 1 zijde.
- In het midden staat 1 of 2 mensen die de bal proberen weg te tikken bij het oversteken.
- De mensen die over moeten steken moeten dribbelend naar de overkant.
- RH zet druk tussen MA-l en HL, MO zet druk tussen MA-l en HL, RO start achter MO langs in. Hierdoor zullen MA-l en HL naar binnen gaan, waardoor pass van RH naar RO mogelijk wordt.
- CS zet sper op MA-r, RO rondt af
- Verdelen over de midden opbouw, linker opbouw en rechter opbouw
- Tegenover elke aanvaller staat 1 verdediger en een keeper in het doel
- 3 tegen 3 laten uitspelen
- Geef aanvallend team de opdracht mee om passeerbewegingen te maken, instarten zonder bal, van afstand schieten
- Geef verdedigend team de opdracht mee: tikken naar de bal, frontaal verdedigen
- LO zet druk op UR en speelt pass naar in startende MO
- RH zet druk naar hoek en maakt richtingwissel naar binnen, MO zet druk op midden blok en speelt pass naar in startende RH, RO start in tussen UR en MA-r om ruimte voor RH te creëren
- RH rondt af
- verdelen over beide opbouwposities
- iedereen 1 bal uitgezonderd de eerste speler links
- met bal inlopen naar doel, pas naar andere opbouwer, die maakt beweging naar buiten zonder bal, krijgt bal op 9 meter en schiet op doel
- na pas te geven, beweging naar buiten maken, bal ontvangen en schieten
- keepers geven aan waar het shot moet komen (reeks handen, voeten, boven, beneden,...)
- Ze volgen ook telkens de bal en positioneren zich aan de eerste paal