facebook pixel

Hockeyoefeningen

  • sprint binnen 30s (tijd evt. aanpassen aan niveau)
  • achterlijn-->23
  • 23-->achterlijn
  • achterlijn-->23
  • 23-->achterlijn
  • achterlijn-->23
  • 23-->achterlijn
  • Midden midden komt inlopen en komt een man tegen (rood) hij speelt de bal naar rechts half die achterlangs in het gat loopt. 
  • Midden midden loopt door naar de kop.
  • Rechts half speelt de bal tussen de verdedigers door naar rechts voor die in komt lopen tussen de verdedegers. 
  • Rechts voor kaatst de bal naar links (kop) en loopt zijn man voorbij de cirkel in. 
  • De midden midden heeft nu twee opties die de afronding beïnvloeden: 
    • 1 hij speelt hem naar de spits links van de kop binnen cirkelgebied. 
      • Spits speelt direct op goal OF de voorzet op de rechts voor (en loopt zelf door voor de 2e paal).
    • 2 Hij speelt hem rechts van de centrale verdediger langs op de rechts voor die in komt lopen. 
      • Rechts voor speelt hem direct op goal OF geeft de tip op de 2e paal, spits doet tip-in.
  • Tip: Omdat het spel kan veranderen afhankelijk van keuzes is communicatie key!
  • Geef aan waar je de bal wilt hebben en roep naar wie je hem speelt!
drawing Aanval opbouwen tussen verdedigers
  • Je start met 3 teams, A, B en C. 
  • Het spel wordt gespeeld op ongeveer een half veld, 
  • de balverdele/scheids staat in het midden van het veld in een afgezet vierkant, 
  • hier mag niet doorheen gespeeld worden. 
  • Er staat een keeper in het doel en twee doeltjes op de middenlijn. 
  • Team A begint met verdedigen, 
  • team B valt aan, 
  • team C staat verdeeld over de 2 kleine doeltjes.
  • Team A moet zorgen dat de bal bij team C terecht komt. 
  • Op dit moment gaat team B verdedigen en valt team C aan.
  1. Kies 1 warming-up oefening uit de warming-up oefeningen.
  2. Verdedigen 1 tegen 1:
    1. A begint met de bal en drijft richting het goal. 
    2. B mag gaan beginnen met rennen als A begint.
    3. B wil de bal gaan afpakken van A.
    4. Als B de bal afpakt dan mag zij scoren op het goal.
  3. Aanval op goal:
    1. A drijft met de bal om de pion heen.
    2. B loopt in richting A en krijgt de bal van A met een push.
    3. B loopt richting het goal en schoort met een flats.
  4. Partij spelen.
drawing Training
  • Gericht pass geven in elkaars forehand
  • Doorlopen naar dat je de bal hebt gegeven
  • Laatste schiet op goal

drawing Vlechten
  • A begint met de bal en wil met haar team gaan scoren in het goaltje
  • De 2 verdedigers willen de bal gaan afpakken en scoren in 1 van de 2 goaltjes die er staan
  • Taak van de aanvallers is de bal te spelen naar de vrije speelster 
  • forehand aannamen, wegdraaien en versnellen
  • A begint met de bal en push de bal naar B
  • B neemt de bal aan met zijn forehand
  • draait weg en versneld drijvend om de pionnen heen
  • Schiet op goal met een flats
drawing Blok 4 training 3/10
  • A start met de bal.
  • B komt ingelopen en krijg een harde bal in de forehand van A.
  • B maakt zijn loop lijn af en kijkt waar hij de bal naar toe wil gaan spelen.
  • C komt voor de bal en krijgt de bal in de loop van B.
  • C neemt de bal open aan en neemt de bal mee richting de cirkel.
  • C lijnt de bal op en rond af op goal.
drawing Blok 2 oefening 1 voor de man komen
  • A drijft met de bal aan de stick de cirkel in, lijnt de bal op en rond af op goal. Onder tussen is B gaan drijven met de bal op de pion met de bal aan de stick
  • B maakt oogcontact me A en geeft een 90 graden pass op de forehand van A (liefst met een push)
  • A neemt de bal aan lijn de bal op en rond af op goal
  • B loopt na het slaan van de tweede bal van A richting C
  • C geeft een harde flats richting de cirkel
  • Net of hij wil gaan scoren
  • B zorgt met een tip-in dat de bal van richting wordt veranderd en het goal in gaat (door de bal heen lopen, stick laten wijzen in de richting waar je de bal naar toe wil hebben)
  • Je draait door van
    •  A naar B 
    •  B naar C 
    • C naar A
drawing Blok 1 oefening 2 tip-in training

Speel balbezit maar dan 1 tegen 1.
Dit forceert de spelers ruimte op te zoeken en schijnbewegingen te maken.

dieptepas-2

  • 1a, 1b A speelt naar B en biedt zich opzij aan voor een pass via de balk 
  • 2a, 2b B speelt in de loop van A en neemt zijn positie in 
  • 3a A speelt direct naar C en wacht op het terugspelen van C. 
  • 4a, 4b C speelt naar A en biedt zich opzij aan voor een pass via de balk. 
  • 5a, 5b A speelt in de loop van C en neemt de positie van C in. 
  • 6a C speelt direct naar B, enz.


  • Dit is een basisoefening voor een 1,2-tje. 
  • Ook topspelers moeten basistechnieken en eenvoudige combinaties regelmatig herhalen. 
  • Daardoor kunnen zij later bewegingsautomatismen uitvoeren, zonder dat zij zich moeten instellen hoe het moet en wat zij moeten doen. 
  • Alleen op deze wijze begrijpen spelers complexe wedstrijdsituaties sneller en nemen dan de juiste beslissing. 
  • In het moderne hockey wordt de vrijloopbeweging vaak met een schijnbeweging begonnen, om de tegenspeler op het verkeerde been te zetten. 
  • In deze oefening moeten de spelers op het juiste moment vlak voordat zij worden aangespeeld, een schijnbeweging maken en ontdoen zich zo van de denkbeeldige tegenstander.
  • Laat het team zo’n vijf minuten inlopen en vervolg daarna met de volgende oefeningen: 
  • Zet de pilonnen uit zoals is weergegeven op figuur een.
  • Laat het team twee rijen maken aan de zijlijn ter hoogte van de 23-meterlijn.
  • Voer de volgende loopoefeningen uit op de stippellijn: 
  • -  Knieheffen  (opbouwend 50%, 80%, 100%).
  • -  ‘Hakken billen’  (opbouwend 50%, 80%, 100%).
  • -  Zijwaarts.
  • -  Kruispas.
  • -  En tot slot de armen losgooien.  
  • Een speler van Blauw (1) passt de bal naar b.v. speler 2 van oranje. Dit team tracht over de 23 meter-lijn te scoren in een geel doeltje.
  • Blauw verstoort het uitverdedigen van Oranje en tracht de bal te veroveren en te scoren in het normale doel. Als Blauw over de 23 meter-lijn is mag de medespeler aan de zijlijn aansluiten.
  • Blauw wisselt met oranje na 2 doelpunten van een van beide ploegen.

 

Tips Balbezit

  • Pass met goede snelheid en richting.
  • Ben aanspeelbaar (buitenkant).
  • Gebruik de harde schijnpass (flats en push).


Tips Niet Balbezit

  • Dwing de balbezitter naar de zijkant.
  • Lok het maken van fouten uit.
  • Voer een snelle counter uit na het veroveren bal.


Tips Omschakelen

  • Dwing de balbezitter naar de zijkant.
  • Lok het maken van fouten uit.
  • Voer een snelle counter uit na het veroveren bal


Makkelijker maken

  • Maak het veld dieper (tot middenlijn).


Moelijker maken

  • Geef 1 Speler extra per team.


uitverdedigen-1