facebook pixel

Korfbaloefeningen

  • De kinderen lopen in tweetallen door de zaal.
  • Het ene kind probeert het andere te volgen.
  • Variatie
  • Het kind dat voorop loopt moet plotseling van tempo veranderen.
  • Het voorste kind moet steeds scherp van richting veranderen.
  • Groepjes van vier of vijf kinderen.
  • Groepjes van vier of vijf kinderen en op teken sprint de achterste naar de kop en geeft dan vervolgens de baan aan.
  • Voor de conditie is dit een goede oefening: 
  • De groep moet in een rij gaan staan en je laat ze rustig beginnen met dribbelen. 
  • Zodra de trainer op zijn fluit blaast moet de laatste van de rij naar voren rennen. 
  • Dit doe je totdat iedereen is geweest en dan laat je ze het rondje uitlopen. 
  • 3 tal bij een korf
  • 1 verdediger 1 aangeef en 1 aanvaller
  • de aanvaller moet in 30 seconden zoveel mogelijk scoren 
  • de verdediger moet er voor zorgen dat dit zo min mogelijk gebeurt
drawing 1 v 1
  • 1 korf minder dan aantal nemers. 
  • Zolang muziek speelt lopen spelers binnen cirkel. 
  • Als de muziek stopt mogen ze doelpogingen nemen. 
  • Op elke korf mogen maximaal 2 doelpogingen worden gedaan. 
  • Zodra dit is gebeurd. Leggen de aangevers de bal op de grond. 
  • Wie scoort het eerst....
    • doorloopballen
    • uitwijk
    • schoten
  • 3 minuten rondjes op 50%, 
  • 2 min op 70% en
  •  laatste minuut op volle 100%
  • Ga met de voorkant van je voeten op een verhoging (zoals een traptrede) staan en laat je hakken zover als mogelijk naar beneden zakken zodat je kuiten goed worden opgerekt.
  • Ga nu langzaam op je tenen staan. Al het gewicht rust nu op je tenen en je voelt hoe je kuiten samentrekken.
  • Laat jezelf weer langzaam in de uitganspositie zakken. 
  • Door deze oefening langzaam te doen werk je effectiever aan je spieren––je krijgt niet hetzelfde effect door op en neer te veren in een hoog tempo. 
  • Controleer jezelf door de tijd bij te houden; elke herhaling mag in totaal niet korter duren dan 6 seconden.
  • Herhaal deze oefening zo vaak als je kunt. Twintig reps is prima om mee te beginnen.
  • De korven in een vierkant.
  • Tweetallen bij een paal. 
  • Samen scoren ze op hun paal:
    • 4 strafworpen
    • 4 wegtrekballen (vanonder de korf naar voren)
    • 4 wijkballen
    • 4 schoten op 5 meter
  • Dit 3 keer herhalen op dezelfde. 
  • De trainer houdt de eerste keer de tijd bij. 
  • De tweede beurt moeten de spelers sneller klaar zijn dan het eerste rondje, anders moeten ze voor straf drie rondjes in volle sprint om de palen heen rennen.
  • Ditzelfde geldt voor het derde rondje ten opzicht van het tweede rondje, tenzij het eerste rondje sneller ging dan het tweede rondje. 
  • Dan moet in het derde rondje de tijd van het eerste rondje als richtlijn aangehouden worden.

4 korven, 3-tallen bij een korf

  • Er is 1 persoon onder de korf, 1 aanvaller ver voor de korf en 1 aangever ook ver voor de korf. 
  • De aanvaller loopt zonder bal richting de korf, de aangever gooit de bal richting de lopende aanvaller. 
  • De kunst is tijdig te gooien zodat de aanvaller de bal kan vangen en dan een doorloopbal kan maken. 
  • Om het tempo erin te houden wisselt men steeds door. 
  • Aanvaller gaat onder de korf, aangever wordt aanvaller en persoon onder de korf wordt aangever.


Aandachtspunten: 

  • Tempo wisselen, niet alleen rennen maar je tegenstander verrassen.
  • Blokken, in de looplijn van je verdediger.
  • Beweging lichaam omhoog, niet vooruit
  • Warming up 
  • 3 min heen en weer lopen
  • 30 sec rust
  • 2 min heen en weer lopen
  • 30 sec rust
  • 3 min lopen
  • 4 vierkanten onder de korf. 
  • Ruimtelijk inzicht stimuleren. 
  • Probeer ze te laten overspelen met 4 vierkanten onder de korf. 
  • Tevens verdedigers gebruiken. 
  • Je mag niet uit je vierkant tenzij je wisselt met iemand uit ander vierkant
  • Twee of meer groepjes maken afhankelijk van grote van de groep.
  • 3 pionnen per groepje
  • Als een speler scoort mag hij/zij een pion van een ander groepje pakken. Wie als eerste alle of een bepaald aantal pionnen heeft.
  1. Wit gooit naar blauw en blauw speelt door op rood. 
  2. Blauw gaat voor de doorbraak en krijgt die van rood aangespeeld. 
  3. Blauw schiet en vangt zelf af. Wit gaat naar de positie van blauw. 
  4. Blauw speelt de bal op rood, die de bal doorspeelt op wit, vervolgens doorbreekt en de bal van wit krijgt aangespeeld. 
  5. Blauw en rood wisselen van positie enzovoort.
  6. 20x scoren.
drawing Schotvormen in een driehoek