facebook pixel

Korfbaloefeningen

  • Er staan per paal 2 spelers. 
  • Bij de paal staan 4 pionnen op telkens 1 meter afstand van elkaar. (de 1ste pion staat op 2 meter)
  • Als ze hebben gescoord mogen ze een pion naar achter, wanneer ze missen gaan ze als vang staan. 
  • En als ze weer aan de beurt zijn beginnen ze helemaal opnieuw. 
  • wie van de kinderen heeft als eerste gescoord bij elke pion?

Beide groepen gaan op 3 meter afstand staan en moeten er 10 scoren. Welke groep is als eerste!?

rotoefening-3In het kort: 
Een drietal moet elkaar de bal in een vierkant toespelen.

Altijd iemand de vrije kegel belopen. LET OP: er moeten telkens 2 aanspeelpunten zijn.

doorloopbal-vanuit-het-midden-1Organisatie:Zet 3 palen in een driehoek, op ongeveer 8 meter van elkaar. In het midden van dat vierkant wordt 1 pionnen in de driehoek geplaatst, op ongeveer 2 meter uit elkaar.

Er staan 3 kinderen onder de korf en de anderen gaan 3 minuten doorloopballen nemen. Iedere keer als ze dat gedaan hebben lopen ze weer naar het midden en zoeken een andere korf op.

Na die 3 minuten verwisselen de aangevers.

* Tellen, wie haalt het meeste in de 3 minuten?

Let op:
het tempo moet hoog liggen!!


In het kort: diverse tikspelen.

Overlopertje. De spelers staan aan een lange zijde van een rechthoekig gebied (ongeveer ter grootte van een gymzaal). De tikker loopt ergens midden in het gebied. Op teken van de trainer moeten alle spelers overlopen naar de andere lange zijde. De tikker probeert hierbij zoveel mogelijk spelers te tikken. Is men door het vak gekomen, dan wacht men op het volgende teken om weer terug te lopen. Wie wordt in bijvoorbeeld 6 keer niet getikt? Dit tikspelletje kan ook dienen als een speelse oefening in het verdedigen

Stefan of Esmay doet voor hoe je goed moet aangeven en daarna doen de kinderen het na, de aangever blijft staan tot dat alle kinderen van het groepje een doorloper hebben genomen. Daarna wissel je met de eerste in de rij. 

Dit doen we op 2 palen. We verdelen de gehele groep dus in 2 groepen. 

  • De spelers nemen 10 doorlopers vanaf de achterkant van af de paal. 
  • De trainer heeft een getal in zijn hoofd en zo vaak moeten de spelers scoren. 
  • Gebeurt dit niet is er een consequentie aan verbonden. 
  • Dit gebeurt per persoon en niet in teamverband
  • Knieën heffen, 
  • hakken billen, 
  • armen zwaaien terwijl ze zijwaarts lopen, 
  • arm naar voor zwaaien tijdens looppas 
    • halverwege dezelfde arm naar achter zwaaien en dan wisselen van arm, 
  • sprinten heen en weer,
  • kruis pas.

Na deze warming-up rekken en strekken. Dit moet even goed uitgelegd worden. 

  • De groep wordt in twee groepen verdeeld.
  • Speler A gooit de bal diep en speler 
  • 2 scoort een doorloper. 
    • Even aankijken op de training hoeveel ze er moeten maken in een bepaalde tijd. 

Let op de beweging van het vangen met 1 hand. 

Groepjes van twee staan op 4 meter afstand van elkaar. 

  • We hebben palen, pionnen of dopjes op 8 meter afstand van elkaar in een vierkant staan. 
  • Het team verdeeld zich over de palen, pionnen of dopjes. 
  • Vervolgens gaan ze een aantal seconde 100% sprinten. 
  • Ze beginnen met:
    • 15 seconde sprinten.
    • 1 minuut rust.
    • 30 seconde sprinten.
    • 1 minuut rust
    • 45 seconde sprinten.
    • 1 minuut rust.
    • 60 seconde sprinten.
    • 1 minuut rust.
    • 75 seconde sprinten.
    • 1 minuut rust.
    • 60 seconde sprinten.
    • 1 minuut rust.
    • 45 seconde sprinten.
    • 1 minuut rust.
    • 30 seconde sprinten.
    • 1 minuut rust.
    • 15 seconde sprinten.
    • EINDE
  • Schietoefening waarbij de spelers verdeeld zijn in tweetallen over de palen. 
  • Er staat een afvanger achter de paal en een aanvaller voor op 8 meter. 
  • Alle aanvallers maken een schot tot hij zit. 
  • De paal die het snelst scoort krijgt een punt. 
  • Direct daarna wisselen de aanvaller en afvanger van positie. 
  • Ga zo door tot je 10 punten hebt.