facebook pixel

Korfbaloefeningen voor de techniek warming-up

2 vs 2 toernooi (8 spelers) of 3 vs 3 (12 spelers) | 9 minuten

> Elke ronde duurt 3 minuten. Winst = 3 punten | Gelijkspel = 1 punt | Verlies = 0 punten. Per doelpunt 2 punten.
> Na elke wedstrijd 5 om 5 schieten van 3 meter. Elke treffer = 1 punt.

Ronde 1: Team A vs Team D | Team B vs Team C
Ronde 2: Team D vs Team B | Team A vs Team C
Ronde 3: Team C vs Team D | Team B vs Team A

2 vs 2 toernooi (10 spelers) of 3 vs 3 (15 spelers) | 15 minuten

Ronde 1: Team E vs Team B | Team C vs Team D (Team A ernaast)
Ronde 2: Team A vs Team E | Team B vs Team C (Team D ernaast)
Ronde 3: Team A vs Team D | Team E vs Team C (Team B ernaast)
Ronde 4: Team D vs Team B | Team C vs Team A (Team E ernaast)
Ronde 5: Team D vs Team E | Team B vs Team A (Team C ernaast)

2 vs 2 toernooi (12 spelers) of 3 vs 3 toernooi (18 spelers) | 15 minuten

Ronde 1: Team A vs Team F | Team B vs Team E | Team C vs Team D
Ronde 2: Team E vs Team A | Team F vs Team D | Team B vs Team C
Ronde 3: Team A vs Team D | Team E vs Team C | Team F vs Team B
Ronde 4: Team C vs Team A | Team D vs Team B | Team E vs Team F
Ronde 5: Team A vs Team B | Team C vs Team F | Team D vs Team E

Team met de meeste punten = eindwinnaar

drawing 2 vs 2 toernooi of 3 vs 3 toernooi
  • Springen waar je staat: 
    • Ga staan met je voeten op schouderbreedte uit elkaar. 
    • Concentreer je op een punt op de vloer en hop op en neer op de plek waar je staat.
  • Zijwaartse sprong
    • Sta rechtop, houd je handen voor je en spring van zij naar zij.
  • Butt Kicks: 
    • Sta rechtop, en blijf staande rennen op je plaats terwijl je je hiel omhoog schot raak je billen aan bij elke stap.
  • High stepping
    • Hef het been met de knie in een hoek van 90 graden. 
    • Wissel dit snel af met het andere been.
  • Staande fiets crunches
    • Ga met je voeten op schouderbreedte uit elkaar staan. 
    • Breng je knie naar je tegenovergestelde elleboog. 
    • Ga terug naar de startpositie en herhaal met de andere kant (buik / benen)
  • Sumo squat
    • Ga met je voeten 6-12 cm uit elkaar staan.
    • Strek je armen voor je uit. 
    • Laat je lichaam zakken totdat je dijen evenwijdig aan de vloer zijn. 
    • Keer terug naar de beginpositie en herhaal de oefening (benen / billen)
  • Touwtje springen zonder touw
    • Houd je armen langs je zij en doe alsof je in elke hand het uiteinde van een springtouw vast hebt. 
    • Spring omhoog en kom afwisselend neer op de bal van elke voet, terwijl je tegelijk je polsen draait alsof je een touw laat rondgaan.
  • Touwtje springen zonder touw
    • Houd je armen langs je zij en doe alsof je in elke hand het uiteinde van een springtouw vast hebt. 
    • Spring met 2 voeten ophoog, terwijl je tegelijk je polsen draait alsof je een touw laat rondgaan.
  • Arm Swings met de klok mee
    • Sta op de grond met je armen recht uitgestrekt naar de zijkant op schouderhoogte. 
    • Beweeg je armen snel in grote cirkels met de klok mee (armen)
  • Arm Swings tegen de klok in:  
    • Sta op de grond met je armen recht uitgestrekt naar de zijkant op schouderhoogte. 
    • Beweeg je armen snel in grote cirkels met tegen de klok in (armen)
  • Toy soldiers
    • Begin met je voeten op schouderbreedte uit elkaar. Houd je benen en armen gestrekt. 
    • Schop je linkerbeen omhoog tot je rechterhand je tenen aanraakt. 
    • Herhaal dit met de andere kant (buik / benen / arm / schouder)

warming-up-cirkel-1



  • Ronde 1: 
    • Blauw passt op rood, blauw sprint naar binnen voor aansteun en krijgt de bal terug. 
    • Rood neemt doorloopbal. (10 scoren)
  • Ronde 2: 
    • Idem dito als ronde 1: 
      • Maar rood neemt geen doorloopbal maar passt door op blauw voor korte kans. (10 scoren)
  • Ronde 3:
    • 1 koppel start al onder de korf. 
    • Blauw passt op rood, loopt richting rood voor dubbel en loopt daarna lange lijn. 
    • Rebound stapt voor zodat blauw naar binnen kan klappen voor doorloopbal. 
    • Rood heeft ondertussen rebound overgenomen.
  • Ronde 4: 
    • Blauw passt op rood, loopt richting rood voor dubbel en loopt daarna lange lijn op schotafstand. 
    • Rood gooit naar blauw voor schot en vangt af.
  • Ronde 5: 
    • Idem dito als ronde 4: maar blauw komt niet tot schot, rood sluit aan en schiet. 
    • Blauw vangt af.
drawing Volledig veld
  • 2 palen met de korf tegen elkaar
  • 2 tallen schieten om de beurt op de korf die het verst van hen af staat
  • Wie het eerst 10 doelpunten heeft.
  • Doelpunt in korf van tegenpartij is een punt voor de tegenpartij
  • maak 2 groepen 
  • de aanval neemt de bal uit bij de trainers.
  • wanneer de verdediging de bal heeft onderschept, brengen die de bal eerst weer uit bij de trainers. 
  • wanneer er is gescoord, krijgt het team een bonus en mogen ze de bal weer uitnemen
  • Let bij het aanvallen op een goede opzet en de ster vorm om vrij te komen

Compleet team: Een iemand is de tikker, en moet iedereen aftikken. De overige mensen hebben 2 ballen tot hun beschikking die ze mogen overspelen. Je mag niet getikt worden op het moment dat je de bal in je handen hebt. Dus als de tikker naar iemand toerend, moet je snel de bal naar deze speler gooien. Natuurlijk mag je niet eindeloos de bal vasthouden.

Per 2 spelers aan de korf. Steeds 45 seconden per speler

  1. Doorloopbal vanaf kegel 8 meter voor de korf
  2. Vanaf kegel links openen en doorloopbal met bal buitenste hand inspelen
  3. Vanaf kegel rechts openen en doorloper met bal buitenste hand inspelen 
  4. Competitievorm: doorloopbal van 10m, 8m en 6m extra potjes welke gelden voor respectievelijk 1, 2 en 3 punten
    Rustmoment: uit rustige beweging schieten
  5. Vanaf kegel uitwijk met schot naar rechts
  6. Vanaf kegel uitwijk met schot naar links
  7. Vanaf kegel links openen, opnieuw inspelen met binnenste hand en via uitwijk naar schot op links
  8. Vanaf kegel rechts openen, opnieuw inspelen met binnenste hand en via uitwijk naar schot op rechts 
Steeds 4 reeksen:

  1.  Ladder: 
    1. 3 voetcontacten per vak
    2. Schterwaarts lopen naar beginpositie
  2.  Ladder: 
    1. Shuffle (2 voetcontacten in, 1 voetcontact uit)
    2. Sprong uit stand over horde
  3.  Ladder: 
    1. Idem als vorige maar achterwaarts + sprong uit stand, bij landing onmiddellijk over in korte spurt
  4.  Ladder: 
    1. Zijwaarts met 2 voetcontacten knieën hoog (elke reeks links-rechts afwisselen) 
    2. Lunges op rustig tempo terug
  5.  Ladder: 
    1. 2 voeten samen 2 voorwaarts, 1 achterwaarts
    2. Zijwaarts lage positie naar beginpunt (elke reeks kijkrichting wijzigen)
  6.  Bij deze iedereen 1 bal: Ladder: 
    1. 3 voetcontacten bal boven hoofd
    2. Rustig terug lopen en tegelijk bal om middel bewegen
  7.  Weer ieder een bal: Ladder: 
    1. Hinken 1 contact per vak met bal om middel draaien (elke reeks wisselen been) 
    2. 4 x pompen op bal


  • Per korf heb je als doel om 75x te scoren.
  • Doorloopbal: 25x.
  • Korte kans met tussenpass: 25x.
  • Strafworp: 25x.

Je hebt hiervoor het bordspel "30 seconds" nodig

Palen in een vierkant of cirkel, redelijke afstand van elkaar. In het midden staat de trainer met het 30 seconds bordspel.

Lijstje met 5-6 simpele oefeningen met een aantal doelpunten. Elk groepje (2 of 3 tallen) begint met dezelfde oefening van het lijstje. Elk groepje gaat door tot ze het aantal hebben behaald. Wanneer ze het aantal voor die oefening hebben behaald gaan ze naar de trainer en het bord toe.

Wie het eerst komt wie het eerst maalt. Het groepje speelt volgens de normale spelregels een ronde "30 seconds". Zijn ze klaar met het kaartje, krijgen ze de volgende oefening en aantal doelpunten. Heeft een groepje alle oefeningen van het lijstje al gehad, start weer bovenaan het lijstje. Wie als eerste bij het einde is

Voorbeeld oefeningen

  • 6 doelpunten vanaf 6 meter uit stilstand.
  • 12 strafworpen.
  • 6 doelpunten uit beweging vanaf 5 meter.
  • 12 doorloopballen.
  • 4 doelpunten stilstand 7 meter.
  • 6 doelpunten uit beweging 4 meter achter de korf.
  • Tweetallen,
  • Er worden rondjes gerend om de cirkel pionnen. 
  • Bij een fluit neem je zo snel mogelijk een doorloopbal.
  • Na drie keer scoren mag je wisselen met de aangever. 
  • Daarna met wegtrekken onder de paal van de aangever, 
  • Als je als aangever scoort mag je blijven staan, 
  • Anders wissel je met de nemer. 
  • Spelers staan in verschillende groepen bij elkaar aan de paal en krijgen een schietopdracht.
  • bv. 3 keer scoren achter elkaar zonder te missen vanop 5 meter.
  • De paal die dat heeft gedaan mag naar het midden komen en hoger of lager zeggen bij zijn rij speelkaarten.
  • deze oefening word herhaald totdat iemand zijn rij met kaarten uit heeft.
  • Indien er fout werd gegokt word deze kaart vervangen door een reserve kaart.