Voetbaloefeningen
2 aanvallers tegen 3 verdedigers en keeper.
Bij andere groepsgrootte 3 tegen 4 of 2 tegen 1 enzovoort.
Doel: Het doel van de opdracht is om de keeper de bal bij één van de 3 verdedigers in te laten spelen.
Bij andere groepsgrootte 3 tegen 4 of 2 tegen 1 enzovoort.
Doel: Het doel van de opdracht is om de keeper de bal bij één van de 3 verdedigers in te laten spelen.
- De bal start bij de 2 aanvallers. Zij spelen de bal diep naar de keeper om een realistische aanvang te hebben.
- De keeper kan de bal vangen, aannemen enzovoort.
- De drie verdedigers moeten constant bezig zijn met aanspeelbaar zijn.
- De keeper probeert de bal bij één van de drie verdedigers te krijgen.
- De opdracht van de aanvallers is zo vroeg mogelijk storen om de opbouw van de verdedigers moeilijk te maken.
- De opdracht voor de verdedigers om door middel van samenspel/opbouw de bal over de lijn te brengen, daarna weer vanaf de start.
Bij verovering bal door de 2 aanvallers start je opnieuw.
- In het midden staan 4 palen waar de spelers aan vertrekken.
- Op een afstand van 5m van iedere paal liggen 4 potjes met een verschillende kleur.
- De spelers moeten zo snel mogelijk hun kleur gaan halen en stapelen op de hun paal.
- Eerst zonder bal, daarna met bal aan de voet.
https://fb.watch/9X_V0Bbgnc/
- De groep verdeelt zich in 2
- Elke groep doet een opwarmingsoefening naar het potje rechts van hen en loopt dan naar het volgende potje
- Na 6 min - tempo van het lopen naar het 2e potje opdrijven (3 min)
- tempo nog meer verhogen (3min)
- maximale sprint (2min)
- Veel kaatsbewegingen en vrijkomen binnen beperkte ruimte.
- De neutrale spelers staan op de zijlijn.
- Er wordt gespeeld met pupillendoeltjes.
- Verdedigers mogen direct scoren na balbezit.
- Aanvallers moeten X keer overspelen.
- Zet pionnen neer zoals op plaatje.
- Spelers op pion 1, pion 2 en pion 3.
- Speler 2 loopt om pion in, roept en biedt zich aan. (vrij lopen van man oefenen)
- Speler pion 1 speelt in en speler pion 2 kaatst terug.
- Speler pion 2 loopt naar pos 1 2 of 3 toe om plek van afronden te kiezen.
- Speler pion 1 geeft pass aan speler pion 3.
- Speler pion 3 geeft voorzet op maat naar de gekozen plek van speler pion 2.
- Speler pion 2 neemt aan of rond op gekozen plek direct af.
- Zet een kwadrant uit zoals op plaatje
- Verdeel team tot max 14 mensen in twee groepen. (een groep hesjes)
- Aan iedere kant op de lijn twee kaatsers, tussen de pionnen, van ieder team een (zie plaatje)
- Spelers in het veld spelen rond en houden de bal in het team.
- Bij kaatsen met een van de lijn spelers uit eigen team (hesje naar hesje speler bijv), wisselt de speler van de lijn met degene die aangespeeld heeft.
- Degene die de speler op de lijn aanspeelt gaat op de lijn staan, de lijnspeler gaat het veld in.
- Kaatsers mogen elkaar niet aanspelen!!!
- Zolang mogelijk rondspelen.
- Aandachtspunt:
- Zoek de ruimte op.
- Kaats slim in.
- Duur:
- Restant
- Afstand:
- Breedte 40 mtr.
- lengte 40m mtr.
- In de midden van breedte en lengte lijn midden lijn maken.
- Uitvoering:
- Bal bezittende ploeg moet kijken bij welke goal de ruimte is en snel omschakelen.
- Verdedigende ploeg compact spelen aanvallende spelers terug zakken rond middenlijn.
- Coach moment:
- Aanvallend zoek ruimte gooi spel om.
- Verdedigend inzakken compact staan man voor je houden rugdekking geven.
- Warming up met de bal 10 minuten
- 1 Pasen
- 2 Kaatsen
- 2 Doorlopen
- 1 Dribbelen
- 1 Pasen
- 2 kaatsen
- 2 Doorlopen
- Dribbelen
- Oefening zo vaak uitzetten dat niemand hoeft stil te zitten.
- Coachen op de boven genoemde technieken.
- Motiveren om de oefening binnen bepaalde tijd te laten halen.
- Elke training 5 seconden sneller.
- Variant of toevoeging is spelers de bal schuine lijnen te laten lopen en passen.
- Zet pionnen zoals op plaatje.
- Een parcour voor 1 op 1 duel met groot doel.
- 1 parcour met 1 op 1 duel met klein doel.
- Twee spelers als verdediger op beide parcours.
- Een keeper op groot doel.
- Ieder parcour een rij spelers.
- Speler kaatst met verdediger.
- Gaat duel aan.
- Passeert en rond af.
- Zelfde op beide parcours.
- Spelers wisselen van parcour na uitvoer van de oefening.
- Zet pionnen zoals op plaatje
- Speler 2 op kaats positie.
- speler 3 op afrond positie, verder weg.
- Speler 1 kaatst op speler 2.
- speler 1 geeft LANGE pass (hoog eventueel) op speler 3.
- Speler 3
- Neemt de bal aan,
- Dribbelt naar goal,
- Maakt passeerbeweging,
- Versnelt en rond af.
- Eventueel variant met een- twee met speler 2
- Spelers draaien door
- 1 naar 2
- 2 naar 3
- 3 naar begin
- Zet pionnen zoals op plaatje.
- Speler 1 passt naar speler 2.
- Speler 2 draait open en geeft dieptepass naar achterlijn.
- Speler 1 sprint diep naar de dieptepass en geeft een voorzet rand 16.
- Speler 3 communiceert/roept en vangt deze pass op (of neemt aan of rond direct af).