Voetbaloefeningen voor de techniek warming-up
Voor deze voetbaltraining krijgen elke 2 spelers één bal. Ze staan ongeveer vijf meter van elkaar vandaan.
Uitvoering:
- De spelers doen elke onderstaande oefening 10 keer met elke voet
- Éen keer raken
- Twee keer raken (aannemen en weer pasen)
- Volley in de voeten of op de borst van de medespeler
- Met de wreef terug naar de handen of voeten
- Dij, dan volley, 10 elk been.
- Borst, dan volley, 10 in totaal.
Kwaliteit:
- Spelers staan tijdens de oefening telkens op hun voorvoeten
- Alle passes moet zo nauwkeurig mogelijk worden uitgevoerd
2 velden van 20m op 30m, iedereen een bal.
- We duiden 4 tikkers aan, 2 op elk veld
- Deze proberen de bal af te nemen of licht weg te trappen van de spelers
- Als de speler is 'getikt' moet hij met bal naar het ander veld gaan
- Na 3 min. spel stil leggen en tellen we de spelers op elk veld, deze met de minste spelers zijn de winnaars
- 30 sec jumping jackes
- 30 sec sit ups
- 30se squats
- 30 sec opdrukken en draaien arm omhoog
- 30 sec high knee running in place
- 30 sec lunges
- 30 sec plank
- 4 spelers wegzetten.
- 1 speler in het midden.
- Ruimte: Breedte 10-12 meter, lengte 7-10 meter.
- Altijd uitzetten in een rechthoek.
Aandachtspunten:
- doorbewegen zonder bal, bal vragen.
- De 3 spelers die rondspelen krijgen een punt bij 10x rondspelen.
- Start met 3x raken per speler en bouw dit af naar gelang niveau tot 1x raken.
- Speler in het midden krijgt een punt bij aanraken en bouw dit op tot het verwijderen van de bal uit de het vak.
Opstelling:
- Veld van 10m op 10m
- 1 of 2 toverbomen (trainers) in het midden.
- 1 bal per speler.
- Opdracht 1:
- Spelers lopen van de ene kant van het toverbos naar het andere.
- Zonder de bal te verliezen.
- Opdracht 2:
- Spelers lopen van de ene kant van het toverbos naar het andere.
- Zonder de bal te verliezen.
- Maar op gelet; de toverbomen zijn wakker geworden.
- En bewegen door het bos.
- Opdracht 3:
- Spelers lopen van de ene kant van het toverbos naar het andere.
- Zonder de bal te verliezen.
- Maar op gelet; de toverbomen zijn wakker geworden door een storm ze bewegen door het bos.
- Maar er liggen ook overal takken en bladeren.
- De 4 groepen starten gelijktijdig met ieder een bal.
- Groep 1:
- A speelt naar B en neemt de plaats van B in.
- B controleert de bal en dribbel naar C,
- bij C gekomen geeft hij de bal naar C,
- die de oefening herbegint.
- A loopt naar en gaat door de hoepels,
- aansluiten bij
- Groep 2.
- Groep 2: Idem groep 1,
- naar groep 3 met opwarmingsoefeningen.
- Groep 3:
- Idem groep 1,
- naar groep 4 over of door de haagjes.
- Groep 4:
- Idem groep 1,
- naar groep 1 met opwarmingsoefeningen.
- Begin- en eindlijn, dopjes liggen verspreid door het veld.
- Aantal dopjes is aantal spelers in team x 2.
- Dopjes worden 1 voor 1 naar eindlijn gebracht, het team dat als eerste klaar is wint.
- In een veld van negen vakken is het de bedoeling om 3 op een rij te maken.(boter kaas en eieren
- Twee teams hebben steeds een koppeltje van 2 spelers klaar staan.
- 1 rent naar een vak om dit te bezetten, de ander dribbelt door de pionnen en speelt de bal naar het vak.
- Alleen als de bal in het vak wordt aangenomen mag deze blijven liggen.
- Als beide speelster van het team zijn terug gerent mogen de volgende twee.
- Vooraf krijgt iedere speler een nummer.
- Spelers bewegen binnen aangegeven ruimte willekeurig door elkaar.
- Na aanname wordt de bal doorgespeeld naar de volgende.
- Hoeveel ballen tegelijk kunnen worden doorgespeeld?
- Maak drie lijnen met elk vier tot vijf spelers
- Maak met pionnen een start eind eindpunt op zo’n 10 tot 15 meter van elkaar verwijderd.
Uitvoering:
- Laat je aanvoerder deze oefening leiden.
- Spelers lopen als groep, in lijnen van 3, van het begin naar het einde. Bij het einde draaien ze om en vormen weer dezelfde lijn.
Kwaliteit:
- Deze oefening moet scherp en snel zijn.
- Verscheidenheid aan activiteiten kan worden gedaan: knie omhoog, hakken billen, korte sprints, achteruitlopen, enz.
Voortgang:
- Verhoog snelheid / scherpte als spelers opgewarmd raken
- Groepjes van 3 ( bij verkeerd uitkomen aantal een groepje van 2 maken).
- Speler 1 en 2 hebben beiden een bal.
- Spelers 2 verplaats zich zijwaarts ( met zijn gezicht naar speler 1) naar stok a en gaat om de stok heen en krijg in het midden de bal aangespeeld van speler 1.
- De kaats wordt aangegaan en speler 2 gaat zijwaarts door daar stok 2.
- Bij stok 2 draait de speler 2 om zijn as en krijgt de bal in het midden aangespeeld door speler 3.
- 3 ( 3x1 minuut).
- Korte directe passing
- Juist ingedraaid staan