Volleybaloefeningen
Aanspelen/ receptie/ pas/ aanval- Jore op 5 - Lene op 3
Twee groepen: groep A: 4 speelsters en groep B: 5 speelsters
- START groep A: Jore - Lene - Marie - Julie
- Jore op 6 - Lene op 3
- 1 persoon (Marie) aan overkant met bal - 1 persoon (Julie) op positie 5 naast Jore
- Als er een midden bij staat, doe enkel libero/ hoekspeelster receptie.
- Start groep B: Axelle - Nina - Zonne - Inne - Lise - Lene als vlottende masseur
- Axelle op 6 (vast) en Lene op 3
- 1 persoon (Zonne) aan overkant met bal - 1 persoon (Nina) op positie 5 naast Axelle
- Als er een midden bij staat, doe enkel libero/ hoekspeelster receptie.
- Lise start als blok
- Inne achter Zonne als reserve
- Doorschuiven:
- Aanspeler -> receptie -> aanvaller -> (blok) -> aanspeler
- BEDOELING:
- JORE: leert afspreken, durven pakken of durven overlaten
- LENE: pas geven en durven spreken, durven spelen, durven gooien, durven ...
- Spelvorm 2 partijen.
- verplicht smash.
- vrij spel
- verplicht korte bal
- vrij spel
- 10 keer heen en weer naar het net
- 5 keer heen vooruit en terug achteruit
- 4 keer zijwaards (aansluitpas en gezicht één kant op)
- 4 keer voor-achter kruisen (ook een kant op kijkend)
- 4 keer hakken kont raken en achterwaards terug
- 4 keer knieheffen en achterwaards terug
- 4 keer zijwaards laag zittend (pass houding) gezicht één kant op
- 4 keer armen zwaaiend (links en rechts)
- Rekken strekken (kuiten, bovenbenen, enkels los, heupen los, armen strekken (voor achter)
- 10 pusch ups
- 10 situps
- 10 burpies (uit stand op de buik, opstaan en sprong met armen in de lucht)
- 10 keer 5 seconde in pass houding en dan zo hoog mogelijk springen
- Dikke mat tegen het net
- Inslaan vanaf een kant van het net
- Blokverdeding op de bal die vanaf de mat komt
- Verdeding op de korte bal die over de mat komt
- Korte bal wordt verwerkt tot pass, setup, prikbal terug
- Ene kant
- Aangooier op midachter
- Blokker/setter op rechtsvoor
- (uitbreiding: speler op linksvoor / speler rechtsachter)
- Andere kant:
- Passer links, halverwege 3m - achterlijn
- Setter
- Aanvaller
- Aangooi naar passer
- Pass, set prikbal over het blok
- Midachter schuift in, en verdedigd naar de setupper
- Uitbreiding
- Prikbal diagonaal (extra speler op linksvoor)
- Prikkbal/shot rechtdoor diep achterin (extra speler rechtsachter)
- Aanval over midden
- Aanval over links
- Inspelen in 2 tallen.
- Speler aan net speelt bovenhands,
- De andere passed onderhands.
- Voordat de achterspeler passed tikt ze met beide handen de grond aan.
- Doel laag zitten
- 2 tallen.
- stuiter de bal nadat je de ballon bovenhands terug gestoten hebt.
- oefening om de bovenhandse technieken aan te leren.
- trainer werkt met 3-tal. Overige speelsters zorgen voor afvangen, ballen in ballenbak.
- trainer gooit aan, 3-tal moet zorgen voor een goed pass naar 3 (mid voor) Trainer wisselt deze positie. Spelen naar midvoor/rechts voor/links voor.
- na enkele goede passes, wisselen met overige speelsters.
- gooien word:
- smash
- service
- 2 tallen.
- 1 speelsters smasht de bal, gecontroleerd naar medespeelsters,
- deze brengt de bal OH terug.
- 5x en dan wissel.
- Gaat dit goed, mag het in een doorlopende aktie.
- Smash - pass - BH.
- voeten op schouderbreedte
- handen en armen wijzen naar buiten starten in een goede starthouding
- door de knieën buigen meeste kracht komt van daar
- lichaam en voeten wijzen naar speelrichting
- armen blijven gestrekt naast elkaar en worden samengebracht net voor de bal
- raakvlak zijn de onderarmen
- De speler zit met de rug tegen de muur en zijn benen in een hoek van 90 graden.
- Houd dit zo lang mogelijk vol.