Volleybaloefeningen
Per spelverdeler één bal
- Eén bal toetsen. andere bal rollen
- Eén bal toetsen, andere bal botsen
- Eén bal toetsen. andere bal gooien
- Idem 1) en 2) maar met gesprongen set-up
De oefening:
Er wordt gewisseld als het 6-tal 5 punten heeft. Puntentelling:
NA ELKE TWEE BALLEN DRAAIT HET TEAM MET ZES SPEELSTERS ZODAT DE SPELVERDEELSTER OP VERSCHILLENDE POSITIES KOMT TE STAAN, JE KAN OOK TWEE OPSTELLINGEN MAKEN EN DE BAL AFWISSELEND GOOIEN ALS TRAINER |
- tweetallen aan weerszijden van het net een speelster.
- Beide speelsters hebben een bal.
- de ene speelster gooit de bal onderarms met gestrekte armen over het net de andere speelster rolt de bal onder het net door naar de overkant.
- Uitbereiding: de bal met een toets omhoog spelen vangen en weer onder het net door rollen.
- de bal met een toets opvangen daarna bovenhands daarna vangen en de bal weer rollen naar de overkant.
- Je kunt deze oefening steeds uitbreiden en moeilijker maken.
- Twee tal gaan zitten op de grond
- Ze spelen bovenhands naar elkaar
- Als je heb gespeeld dan achterover en weer terug.
Per 2 heeft elk een letter A of B. We lopen door elkaar en op het signaal gaat A B tikken of omgekeerd, de trainer beslist.
Loopvariaties:
- Achterwaarts lopen
- Zijwaarts verplaatsen
- Kruispas
- Huppelend
- Hielen tegen zitvlak
- Knieën hoog
- ...
'Tik'-variaties:
- Door de benen kruipen
- Haasje over
- Toertje rond de persoon lopen
- Hielen tikken
- Klapspelletje/-routine uitvoeren
- 4 (of 6) pionnen per team
- Laat ze de pionnen op de juiste plek in het veld zetten.
- Laat ze discussiëren als beide teams klaar zijn evalueren:
- Waarom hebben ze het zo neergezet?
- Zorg dat uiteindelijk de pionnen goed staan en gooi een bal op bepaalde plekken
- Voor wie is die die bal?
- maak duidelijk dat (in principe) alleen diegene de bal pakt.
- Rest is bezig met 2e bal.
- 2e bal vangen en bal naar trainer rollen.
- Deze oefening gaat om inzicht en begrip.
- Goed uitvoerende is belangrijker dan snel.
Organisatie:
Groep verdelen in 2, aan iedere kant van het net 1.
Op ieder veld een viertal Pilons in een vierkant zetten.
Uitvoering:
Groep verdelen in 2, aan iedere kant van het net 1.
Op ieder veld een viertal Pilons in een vierkant zetten.
Uitvoering:
- Bal over het net gooien en proberen in de vierkant te mikken.
- Daarna met de klok mee roteren.
- Valt de bal in het midden op de grond dan 1 punt.
Blok verdedigen met duik
- 1 blokkeert eerst op midden en dan op linksvoor. Hier krijgt hij een bal aangespeeld van speler 7, 8 en 9.
- Na blok omdraaien en verdedigt aanval van 3 terug.
- Daarna verdedigt in duik korte bal van 5.
- 2 is de volgende
Blokkeerder moet de bal binnen de lijnen houden !!!!
Doordraaien:
- 1 na verdediging korte bal --> sluit achter 6 aan
- 3 naar blokkering --> sluit achter 2 aan
- 5 na geven van de korte bal --> sluit achter 4 aan
- 1 blokkeert eerst op midden en dan op linksvoor. Hier krijgt hij een bal aangespeeld van speler 7, 8 en 9.
- Na blok omdraaien en verdedigt aanval van 3 terug.
- Daarna verdedigt in duik korte bal van 5.
- 2 is de volgende
Blokkeerder moet de bal binnen de lijnen houden !!!!
Doordraaien:
- 1 na verdediging korte bal --> sluit achter 6 aan
- 3 naar blokkering --> sluit achter 2 aan
- 5 na geven van de korte bal --> sluit achter 4 aan
Blok verdedigen met duik
- 1 blokkeert eerst op midden en dan op linksvoor.
- Na blok omdraaien en verdedigt aanval van 3 terug.
- Daarna verdedigt in duik korte bal van 5.
- 2 is de volgende.
Doordraaien: - 1 naar korte bal
- 3 naar blokkering
- 5 naar aanval
- 1 blokkeert eerst op midden en dan op linksvoor.
- Na blok omdraaien en verdedigt aanval van 3 terug.
- Daarna verdedigt in duik korte bal van 5.
- 2 is de volgende.
Doordraaien: - 1 naar korte bal
- 3 naar blokkering
- 5 naar aanval
- Trainer met bal
- 3 (of 4) spelers zonder bal met zicht op bal
- T slaat op bal
- Vanaf dan mogen spelers zich in veld verdelen.
- T hoogt bal op in veld en er wordt uitgespeeld
- Volgende groep idem
- Iedereen doet alles, dus bijvoorbeeld NIET enkel aanvallen
- Varia: matten of doelen klaarzetten als doelwit.
- Vanuit statpositie achterwaarts verplaatsen en naar midden van het veld rollen.
- Startpositie verdediging - buitenste voet voor, aan de lijn.
- Verplaatsing naar 7M en daarna rol maken naar midden van het veld.
- Enkele malen zonder bal, daarna met bal.
- T slaat bal aan op libero, 2 aanvallers starten bij het net.
- Pass, set-up en aanval op positie 3 of 4.
- Blokkering:
- Aan buitenkant de binnenste hand bij de bal, midden sluit aan.
- Midden blokkeert met accent afscherming positie 1/2.
- Daarna service (float) naar positie 1.
- Variant:
- Aanval op positie 2 en 3 en service naar positie 5.