Volleybaloefeningen
- 4 (of 6) pionnen per team
- Laat ze de pionnen op de juiste plek in het veld zetten.
- Laat ze discussiëren als beide teams klaar zijn evalueren:
- Waarom hebben ze het zo neergezet?
- Zorg dat uiteindelijk de pionnen goed staan en gooi een bal op bepaalde plekken
- Voor wie is die die bal?
- maak duidelijk dat (in principe) alleen diegene de bal pakt.
- Rest is bezig met 2e bal.
- 2e bal vangen en bal naar trainer rollen.
- Deze oefening gaat om inzicht en begrip.
- Goed uitvoerende is belangrijker dan snel.
Organisatie:
Groep verdelen in 2, aan iedere kant van het net 1.
Op ieder veld een viertal Pilons in een vierkant zetten.
Uitvoering:
Groep verdelen in 2, aan iedere kant van het net 1.
Op ieder veld een viertal Pilons in een vierkant zetten.
Uitvoering:
- Bal over het net gooien en proberen in de vierkant te mikken.
- Daarna met de klok mee roteren.
- Valt de bal in het midden op de grond dan 1 punt.
Blok verdedigen met duik
- 1 blokkeert eerst op midden en dan op linksvoor. Hier krijgt hij een bal aangespeeld van speler 7, 8 en 9.
- Na blok omdraaien en verdedigt aanval van 3 terug.
- Daarna verdedigt in duik korte bal van 5.
- 2 is de volgende
Blokkeerder moet de bal binnen de lijnen houden !!!!
Doordraaien:
- 1 na verdediging korte bal --> sluit achter 6 aan
- 3 naar blokkering --> sluit achter 2 aan
- 5 na geven van de korte bal --> sluit achter 4 aan
- 1 blokkeert eerst op midden en dan op linksvoor. Hier krijgt hij een bal aangespeeld van speler 7, 8 en 9.
- Na blok omdraaien en verdedigt aanval van 3 terug.
- Daarna verdedigt in duik korte bal van 5.
- 2 is de volgende
Blokkeerder moet de bal binnen de lijnen houden !!!!
Doordraaien:
- 1 na verdediging korte bal --> sluit achter 6 aan
- 3 naar blokkering --> sluit achter 2 aan
- 5 na geven van de korte bal --> sluit achter 4 aan
Blok verdedigen met duik
- 1 blokkeert eerst op midden en dan op linksvoor.
- Na blok omdraaien en verdedigt aanval van 3 terug.
- Daarna verdedigt in duik korte bal van 5.
- 2 is de volgende.
Doordraaien: - 1 naar korte bal
- 3 naar blokkering
- 5 naar aanval
- 1 blokkeert eerst op midden en dan op linksvoor.
- Na blok omdraaien en verdedigt aanval van 3 terug.
- Daarna verdedigt in duik korte bal van 5.
- 2 is de volgende.
Doordraaien: - 1 naar korte bal
- 3 naar blokkering
- 5 naar aanval
- Trainer met bal
- 3 (of 4) spelers zonder bal met zicht op bal
- T slaat op bal
- Vanaf dan mogen spelers zich in veld verdelen.
- T hoogt bal op in veld en er wordt uitgespeeld
- Volgende groep idem
- Iedereen doet alles, dus bijvoorbeeld NIET enkel aanvallen
- Varia: matten of doelen klaarzetten als doelwit.
- Vanuit statpositie achterwaarts verplaatsen en naar midden van het veld rollen.
- Startpositie verdediging - buitenste voet voor, aan de lijn.
- Verplaatsing naar 7M en daarna rol maken naar midden van het veld.
- Enkele malen zonder bal, daarna met bal.
- T slaat bal aan op libero, 2 aanvallers starten bij het net.
- Pass, set-up en aanval op positie 3 of 4.
- Blokkering:
- Aan buitenkant de binnenste hand bij de bal, midden sluit aan.
- Midden blokkeert met accent afscherming positie 1/2.
- Daarna service (float) naar positie 1.
- Variant:
- Aanval op positie 2 en 3 en service naar positie 5.
opstelling van materiaal:
- Goal in het midden van het veld, met iemand erin
- Andere spelers aan de andere kant van het net.
Spelverloop:
- De spelers gooien/ slagen de bal naar de goal en proberen te scoren in de goal.
- De speler in de goal (blauw) probeert de ballen uit de goal te houden.
Opmerking:
Zet het net zo laag mogelijk.
Oefening op slag
- per 2 spelers één hoepel en één tennisbal
- de tennisbal proberen in de hoepel te spelen dmv bovenhandse worp, goed letten op de pols beweging
- moeilijkheid kan bepaald worden door de afstand tot de hoepel te vergroten
- nadien met volleybal
- volgende stap zelf opgooien en slaan
- A gooit aan op B
- B speelt in C
- C set up en B speelt over net
- Loop achter eigen bal aan
Trainer gooit bal:
1. Pass – vang doorlopen (B doet bal in de bak en sluit achteraan aan)
2. Pass – setup – bovenhandsspelen (A speelt bal 1-3 B 2, C passt bal voorzichtzelf)
3. Idem B. Alleen passt C de bal nu naar positie 2-3 waar 1 speler komt te staan.
- 10x opdrukken (mag ook op knieën)
- 40 sec. planken (rechte rug) 3x met 15 sec rust tussen door.
- op je rug liggen, 1 minuut fietsen
- 10x hele buikoefening