Volleybaloefeningen
2 gaat overspelen met pass.
Variatie:
- Muur aantikken, medespeler mag 1x voor zichzelf spelen.
- Lijn aantikken
- Knie grond aanraken
- Billen grond aanraken
- Tweetal één bal.
- Één gaat op de grond liggen ander met bal staat boven haar hoofd.
- Laat de bal vallen en speel recht omhoog weer terug dit doe je 10 x dan wisselen.
- Uitbreiding: laat degenen op de grond rollen.
- Nu wisselen na 6x
- Verdelen over 3m lijn.
- Bal zigzag overgooien en nalopen. Zie afbeelding
- Later onderhands spelen, alleen bovenhands.
- Ene kant van het net onderhands, andere kant bovenhands.
- Ene kant van het net onderhands, andere kant bovenhands.
- Er liggen drie matten ieder in een hoek van het veld (halve zaal is voldoende).
- Er zijn twee tikkers. De rest gaat op een van de matten staan.
- De tikkers proberen de overige spelers te tikken.
- De spelers proberen zo vaak mogelijk van mat naar mat te rennen. Elke keer als dit lukt is het 1 punt.
- Wordt een speler getikt, dan gaat de teller op 0 en moet degene een pion om doen.
- Zijn er 5 pionnen om dan wordt er van tikker gewisseld. Dit kan ook na bijv. 1-2 minuten gedaan worden i.p.v. pionnen.
- Welke speler is het verst gekomen met tellen?
Variatie:
- I.p.v. bij 5 pionnen om wisselen van tikker, kan het ook op tijd gedaan worden. Bijv. na 1-2 minuten wisselen van tikkers.
- I.p.v. elke mat is 1 punt, kan men ook tafeltjes oefenen: elke mat is 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 of 9 punten. Natuurlijk afhankelijk van de leeftijd.
- Ook kan men het aantal tikkers aanpassen (meer of minder).
- rijtje spelers achter de achterlijn
- eerste gaat op buik liggen
- trainer staat aan andere kant van het net
- slaat op de bal en gooit de bal
- speler staat op en passt naar midvoor/SV
- SV vangt af of pakt de bal en brengt deze naar de trainer
- passer wordt SV
- probeer hoog tempo te houden
- In 2 tallen met 1 bal. De een gooit 15 ballen naar de andere en die moet ze terug toetsen.
- Idem alleen nu wordt de bal links en rechts van speler gegooid en speler verplaatst zich om de pion. 20x wisselen
Organisatie:
- Aan één kant van het net staat een tweetal op de 3m
- Veld A op 2 en 3 en op veld B op 3 en 4
- De overige spelers verdelen aan de zijkant
- Starten op veld A op P2 op 3m-lijn met 1 bal
Uitvoering:
- Beginnen met diagonaal gooien naar P3
- Ná het gooien de eigen 7m-lijn aantikken en aansluiten op P3
- P3 speelt naar P3 en die weer naar P4
- Dan overspelen OH of BH
- Indien mogelijk verleggen naar de achterlijn
Extra: bij meer spelers ook de ander netposities gebruiken
Intensieve vorm:
- 4-tal verwerkt bal van trainer, en speelt de rally uit.
- Andere speelsters zorgen dat de ballen uit de weg zijn.
- Trainer geeft wisselde ballen, smash/push/free ball.
- Vaste setter.
- Wisselen naar 5 minuten.
Variatie:
- Rally wordt in het geheel uitgespeeld 4 tegen 4/3
- Aandachtspunten:
- Vol voor iedere bal gaan.
- Goede eerste pass
- Meebewegen spel zonder bal
Service-pass oefenen:
- Basisopstelling met vaste setter.
- 6-tal verwerkt de service.
- Service of van de trainer of 7de speelster.
- Trainer kan dan kiezen om extra bal in het spel te brengen om een extra rally te starten.
- Begin met setter op 1.
- 6 rotaties.
Organisatie:
- Tweetallen met 1 bal
- Speelster met bal aan het net
- Speelster zonder bal in achterveld
Uitvoering:
- Speler zonder bal staat klaar
- Speler met bal gooit bal aan en de speler vangt de bal
- Met gestrekte armen recht voor het lichaam op navelhoogte
- Na 10x wisselen
- 2 series
Verdeel de groep in tweeen
- Serveerders serveren om en om:
- Serveerders gaan serveren, verdedigers --> pass naar SV (pass MOET goed)
- Verdedigers (3 in het veld en 3 wachtkamer) --> na elke pass wisselt de speler met wachtkamer
- TR staat op de 2/3 positie en hij bepaalt naar wie de punt gaat.
- Goede serve is een punt MAAR als de verdedigers deze serve beter passen gaat de punt naar de passers
WIE STAAT HET EERSTE OP 7 PUNTEN
- Bal inspelen (rustige aanval)
- Verdediging
- Pas & aanval
- DOORSCHUIVEN:
- Inspeler --> Passeur --> Aanvaller --> Doorschuiven andere kant
- Aanval straat / diep diagonaal
- Maak 2 rijen.
- Achterste speler tijgert met bal door de poortjes
- Rolt bal door poortjes terug
- Volgende gaat met bal door poortjes