Volleybaloefeningen
Aanvallen op buiten, midden en achter - 4 valt rustig aan op 3 over het blok van 1 en 2 - 3 pass op SV - 1 draait na blok om en valt aan op midden - 4 blokt - 2 en 3 aanvalsdekking. variatie: - idem op links - idem op rechts
- Twee matten aan overkant net, spelers staan aan de achterlijn met bal in de handen.
- Speler botst de bal, onderhandse controle, controle toets en toetsen naar de mat: mat raken is 1 punt.
- onderhands, bovenhandse controle, onderhands overspelen
- onderhands, bovenhandse controle, slagen
Na elk deel kort even rust en weer door. Onderdelen met * is bank nodig, 2 tot 4 pers. per bank
- Deel 1:
- 30 step-ups* (bank op/af stappen)
- 15 push-ups* (voeten op de bank)
- 30 step-ups*(bank op/af stappen)
- 15 push-ups* (voeten op de bank)
Uitleg geven over met het spelen van een vaste spelverdeler/2 vaste spelverdelers.
- Duidelijk uitleg geven wat betreft de beginstand, waar men wel mag staan en waar niet.
- vervolgens beginnen met een spelverdeler op positie 1-6-5 en een spelverdeler op 2-3-4
- Spel spelen met 3 tegen 6
- 6 tal speelt een hele circulatie met 2 vaste spelverdelers.
- Let op: Telkens wisselen van spelverdeler.
- G gooit bal aan naar P
- P pass op S
- S setup voor P'
- P valt aan
- doordraaien behalve sv
conditie en kracht
- 4 a 5 spelers op de achterlijn - bij A: push-ups10 x - bij B:aanvalsaanloop 5x - bij C Blokkeren 5x - bij D: sit-ups 10 x Enkels, knieen, heupen, schouders, nek , polsen losmaken Planken 10 sec, hip- cross over 10x, planken 10 sec, scorpion 10x, planken 10 sec, inverted hamstring 10x Lekker fanatiek inspelen
- 2 teams, elk team heeft zijn eigen veld
- tegenover elkaar met net er tussen.
- de spelers gaan tegen elkaar serveren vanaf achter de achterlijn.
- als een speler een bal fout serveert (in het net, uit, enz.) moet hij aan de kant van het andere team gaan liggen
- speler mag weer terug als een teamgenootje een bal op hem serveert
- als een heel team op de grond ligt, heeft het andere team gewonnen
- 2 rijen spelers
- 1 rij op links achter
- 1 rij op rechtsachter
- creeer met 4 pionnen een virtuele lijn waar ze achter moeten staan
- trainer staat aan andere kant van het net en gooit bal ergens in het veld
- 1 van de 2 voorste in de rijen roept LOS of IK (afspreken)
- deze speler passt bal in de korf
- eigen bal naar de trainer brengen
Opstelling in systeem.
vooral vanuit spel-situatie en aandacht voor korte prik-ballen
voor rechtshandige:
- speler heeft de bal in de LH
- stuiter de bal met de LH
- en sla de bal met de RH
- zo doorgaan
- Spelers verdelen zich in groepjes van 2 of 3.
- Zij gaan vervolgens één van de 5 oefeningen doen.
- Iedere oefening correspondeert met een nummer.
- Als een oefening is gedaan, wordt aan de trainer gevraagd of het cijfer van de code juist is.
- Is dit het geval, dan mogen ze naar het volgende cijfer, anders doen zij opnieuw een oefening.
- Het groepje dat als eerste de code heeft gekraakt wint.
- Er zijn 3 drietallen, een 1 spelverdeler en 1 libero.
- 1 drietal gaat serveren en verdedigen, 1 drietal gaat blokkeren en 1 drietal gaat passen, samen met de libero, en aanvallen.
- Sets beginnen steeds op 18-18 en de wedstrijd wordt gespeeld tussen aanvallers en verdedigers/ blokkeerders.
- Aanvallers kunnen alleen direct uit de side-out scoren.
- Als de bal verdedigd wordt, moet deze afgevangen worden door de rechtsvoor.
- Lukt dat, dan is het een punt voor de verdedigers/blokkeerders, anders voor de aanvallers.