facebook pixel

Volleybaloefeningen voor de techniek algemeen

https://youtu.be/bYJZ3UkSVMM

  • Per 3 spelers 
    • 2 ballen. persoon 1&2 staan aan 1 kant, 
    • persoon 3 in het midden tegenover hen.
  • Persoon 1 gooit een bal naar persoon 3, 
  • deze speelt onderhands terug naar persoon 1.  
  • Daarna verplaatst persoon 3 zich in shuffle tot zij tegenover persoon 2 staat, deze gooit ook een bal die persoon 3 op haar beurt weer onderhands terug speelt.  
  • Daarna weer zijdelings verplaatsen naar persoon 1 
    • dus continu zijdelings verplaatsen om afwisselend ballen onderhands terug te spelen van persoon 1 en 2, 
  • Na X aantal ballen wissel je



drawing verdediging per 3
  • bal gooien met 1 hand 
  • met 2 handen vangen 
  • 3x
  • 2 groepen maken elke groep aan een kant van het net. 
  • bovenhands over het net.
  • als je gespeeld heb sluit je achteraan in de rij.
  • later onderhands
  • 6 of meer spelers waarvan 2 vast op de zijlijn staan en deze spelen bovenhands of slaan. 
  • De andere 4 staan per tweetal tegenover de andere twee op de zijlijn.
  • De twee spelers spelen bovenhands de bal naar de andere kant. 
  • De pass wordt gebracht en na de pass zet je stap naar voren dan zijwaartse verplaatsing en stap naar achteren. Repeat. 
  • Leer 'door' de pass te bewegen. 
  • Wij houden van dynamisch passen. 
  • Variant om de bal niet bovenhands aan te spelen maar in controle te slaan.
  • 1 speelt bovenhands naar 2
  • 2 speelt bovenhands terug en verplaatst afwisselend 3 meter naar links of rechts
  • en gaat terug naar de uitgangs positie
  • 1 speelt de teruggespeelde bal direct links of rechts van 2  wisselen na 2 mint. VARIATIE:  2 speelt onderhands

2-tallen-en-verplaatsen-4


https://www.youtube.com/watch?v=nA-aXXA5ex8


  • Tweetal één bal.
  • Speler 1 gooit de bal lang en daarna kort.
  • Speler 2 speelt onderhands terug. 
    • eerst lang daarna kort en loopt daarna terug.
  • links achter, midachter rechts achter op positie
  • 3 blokkeerders
  • de rest aan de andere kant bal 
  • bal wordt ingebracht wanneer de verdedigers op positie staan
  • links en rechts achter beginnen op 3 meter lijn. midachter begint op dubbele lijn


Met deze oefening leren de spelers ''slim' te spelen. vlak over het net of juist achter in de hoeken 

Per 2:

  • Speler A staat aan het net, speler B  ligt op 3-meterlijn.
  • Op het moment dat speler A de bal opgooit voor te toetsen, staat speler B op.
  • Speler A speelt BH naar speler B, speler B doet OH naar speler A.
  • Speler A geeft een pas aan speler B, speler B probeert in een hoepel te spelen.


De hoepels staan voor het aantal shots dat gedronken moet worden.

  • Hoepel 1 = 1 shot
  • Hoepel 2 = 2 shotjes


Variatie 1:
Speler A speelt de eerste bal via een technische aanval.

Variatie 2:
Speler B speelt de bal met een hard bovenhands contact over het net.

DOEL

Bal over tikken voor meer Bal gevoel

ORGANISATIE

Tweetallen tegen over elkaar

UITVOERING

  • Spelers tikken de bal over van hun linker vuist (arm) naar hun rechter en hierna naar de spelers tegen over. Deze doet het zelfde.
  • Variaties precies het zelfde (herhaalt) doen wat de persoon tegenover je doet.
  • Variaties met knieën 
  • Variaties met voeten
  • Variaties met koppen
  • Het gaat hier om meer bal controle te krijgen.


Hierna gewoon inspelen.

  • Trainer gooit/serveert de ballen in het veld. 4 kids in team opstelling spelen deze bal in 3 keer terug.
  • Rest van de spelers zorgt dat de ballen in de ballenkar komen.
  • Na 3 ballen doorwisselen (ook met de kinderen die ballen halen)

team-spel-training-1

  • Er gaat steeds 1 persoon in het gehele veld staan
  • De trainer gaat aan de andere kant van het net staan en speelt moeilijke ballen door het hele veld
  • Voor elke bal moet gegaan worden