Volleybaloefeningen voor de techniek algemeen
- Teams van 3 maken,
- spelen 3 tegen 3.
- iedere speler mag 1 keer de bal aanraken en bal moet 3 gespeeld worden.
- Ieder team dat het veld in komt heeft een bal, deze gaat ook mee in het veld
- 5x opdrukken (mag ook op knieën)
- 20 sec. planken (rechte rug)
- 5x squat
- op je rug liggen, handen onder de kont en benen gestrekt optillen van de grond, dit ongeveer 10 sec. volhouden
- 10x hele buikoefening
- Speler 1 ligt op de grond op de achterlijn.
- Speler 2 staat bij het net met een bal en slaat op de bal als teken dat hij gaat gooien.
- Dan staat speler 1 snel op en speelt de bal BH
- Speler 1 vangt de bal
- 5x en dan wissel (ook van positie!)
- De trainer gaat in het midden bij het net staan.
- 1 speler staat in het veld.
- De trainer gooit de ballen aan in het hele veld.
- De speler is pas klaar op het moment dat hij/zij drie ballen achter elkaar aangeraakt/gespeeld heeft.
- Wanneer de speler bijvoorbeeld de tweede of derde bal mist begint de trainer weer opnieuw met tellen.
- Bal hoog houden, individueel, met handen en voeten. Maakt niet uit hoe als de bal maar niet op de grond valt.
- Bal hoog houden met de vuisten.
- Bal hoog houden met de onderarmen.
- Bal laten stuiteren en zo vaak mogelijk eronder door gaan. Omdat de bal steeds lager komt moet de speler steeds verder inzakken ne sneller bewegen.
- Twee ballen op elkaar leggen en balanceren.
- Twee ballen op elkaar en balanceren, bovenste bal opwerpen de de ballen omwisselen, boven naar onder.
- Twee ballen gebalanceerd stuiteren en rondlopen
- Bal van hand naar hand en om het lichaam bewegen van boven naar beneden bewegen.
- Bal tussen de benen vast houden waarbij een hand voor langs en een hand achterlangs de bal vasthoud.
- De bal iets opgooien en vervolgens de handen van voor naar achter en omgekeerd wisselen.
- 4 geeft setup op 1 en 1 valt aan op 2.
- 2 verdedigd naar 3,
- 3 geeft setup op 2 en 2 valt aan op 1,
- 1 verdedigt op 4 en het begint weer op nieuw.
- Nadat 3 en 4 5 setups hebben gegeven wordt er gewisseld,
- de uitdaging is dit te doen terwijl de bal in het spel blijft.
3 spelers aan het net op gelijke afstand van elkaar (1, 2, 3, 4).
3 spelers op achterlijn (A, B, C, D).
- Speler A speelt BH naar speler 1,
- speler 1 speelt BH terug,
- speler A speelt BH naar speler 2,
- speler 2 speelt BH terug,
- etc.
Op het moment dat speler A naar speler 2 speelt, begint speler B met BH spelen naar speler 1, etc.
- Formeer 2 gelijkwaardige teams en speel een partijtje.
- Afhankelijk van het aantal spelers mag er ook geprikt worden.
- Spreek dat vooraf goed met elkaar af.
- Teams van 3 of 4 spelers maken.
- Aan iedere kant van het net een team.
- Het ene veld is het winnaars veld (Kings Court).
- Vanaf het andere veld wordt geserveerd.
- Het team dat het punt wint, gaat naar, of blijft op het winnaarsveld.
- Het verliezende team verlaat het veld en wordt vervangen door een nieuw team dat ook gaat serveren.
- (klaar staan met een bal !).
- Alleen de zelf gemaakte punten vanaf Kings Court tellen.
- Er staat één passer in het veld op positie [6].
- De trainer of een spelverdeler staat met de ballen aan het net op positie [3].
- De bal wordt ingebracht d.m.v. een slag of prik en er wordt gevarieerd in kort/lang en hard/zacht.
- De passer houd de bal van de grond (prio 1) en verzorgt de pass naar [2/3] (prio 2) alwaar de bal wordt afgevangen door een medespeler.
- Deze oefening kan in twee varianten worden gespeeld.
- A. [geschikt voor grote teams]
- Na de pass rouleert er een nieuwe speler het veld in en de passer sluit achteraan in de rij.
- Hoog tempo!
- Hierbij kan het team in tweeën worden gedeeld zodat één team steeds de ballen raapt van het andere team.
- B. [geschikt voor kleine teams]
- De passer blijft staan.
- Hij neemt na de pass snel zijn positie weer in en verwerkt een nieuwe bal (10 in totaal).
- De overige spelers verspreiden zich om de ballen te verzamelen.
- Na 10x passen gaat de passer af vangen en wordt en doorgedraaid.
- Hoog tempo!
- F speelt naar B.
- B doet receptie naar A.
- A speelt een korte bal naar F.
- F speelt terug en A speelt de bal naar D.
- D speelt naar G.
- G naar A.
- A speel twee kort terug en G speelt naar C.