Volleybaloefeningen voor de techniek conditie / kracht / uithoudingsvermogen
Na elk deel kort even rust en weer door. Onderdelen met * is bank nodig, 2 tot 4 pers. per bank
- Deel 1:
- 30 step-ups* (bank op/af stappen)
- 15 push-ups* (voeten op de bank)
- Deel 2:
- 30 east-west steps-ups* (rechter voet op de bank linkervoet ernaast – linkervoet erop rechtervoet ernaast)
- 10 squats jumps (door de knieën gaan en bij uitrekken zo hoog mogelijk springen)
- Deel 3:
- 20 zijwaartse shuffles over 4 meter
- 10 slit-squat jump (springen en door 1 knie gaan, telkens ander knie)
- Deel 4:
- 30 step-ups* (bank op/af stappen)
- 15 push-ups* (voeten op de bank)
Ladder
- Zijwaartse verplaatsing: 2 door, 1 terug !
- Slalom: zijwaartse verplaatsing rechte lijn met dubbele tap
- Slalom: rond kegel, links & rechts afwisselend
- Knieheffen: linkerbeen 3x & rechterbeen 3x
- Springen: afzetten met tussensprong over kegel 2 voeten samen !
- Springen: zonder tussensprong over kegel
- Ladder doorlopen met één voet: rechts in, links knieheffen, links in, recht knieheffen
- Shuffle in & uit beide kanten
- Voeten in & uit zijwaarts - tappen
- Voeten in & uit zijwaarts doorlopen in & achteruit lopen
- Begin- en eindlijn, dopjes liggen verspreid door het veld.
- Aantal dopjes is aantal spelers in team x 2.
- Dopjes worden 1 voor 1 naar eindlijn gebracht, het team dat als eerste klaar is wint.
DOEL
Verplaatsen bij blokkering
ORGANISATIE
Twee spelers links en recht voor bij het net (Speler positie A en B). Alle overig spelers in twee rijen achter elkaar.
UITVOERING
- Speler C en D lopen samen naar voren aan het net.
- Speler C en D blokkeren samen op positie 1.
- Speler C land na blok op zijn rechter been en stapt door naar positie 2 om samen met A te blokkeren..
- Speler D land na blok op zijn Linker been en stapt door naar positie 2 om samen met B te blokkeren..
- C en D blijven na de Blok link en rechts voor staan, spelers A en B sluiten achter aan in de rij.
- Er staat één passer in het veld op positie [6].
- De trainer of een spelverdeler staat met de ballen aan het net op positie [3].
- De bal wordt ingebracht d.m.v. een slag of prik en er wordt gevarieerd in kort/lang en hard/zacht.
- De passer houd de bal van de grond (prio 1) en verzorgt de pass naar [2/3] (prio 2) alwaar de bal wordt afgevangen door een medespeler.
- Deze oefening kan in twee varianten worden gespeeld.
- A. [geschikt voor grote teams]
- Na de pass rouleert er een nieuwe speler het veld in en de passer sluit achteraan in de rij.
- Hoog tempo!
- Hierbij kan het team in tweeën worden gedeeld zodat één team steeds de ballen raapt van het andere team.
- B. [geschikt voor kleine teams]
- De passer blijft staan.
- Hij neemt na de pass snel zijn positie weer in en verwerkt een nieuwe bal (10 in totaal).
- De overige spelers verspreiden zich om de ballen te verzamelen.
- Na 10x passen gaat de passer af vangen en wordt en doorgedraaid.
- Hoog tempo!
- 3 spelers aan het net met een bal.
- de rest van de spelers starten bij de eerste paal
- de eerste bal wordt kort gegooid, tweede bal lang en derde bal kort.
- de speler passt de bal terug en beweegt zijwaarts naar de volgende.
Belangrijk dat de spelers op de voorvoeten bewegen en klaar gaan staan om de bal te gaan passen.
- Trainer gooit de bal naar het drietal spelers die samen aan één helft van het veld staan.
- Drietal moet de bal in drie over het net heen spelen.
- Zodra de eerste speler heeft gepaast, rent deze onder het net door en kiest een positie aan andere zijde van het veld.
- De speler die vervolgens de bal over het net heen speelt, moet spelen op de persoon die net aan de andere kant van het net is gekomen.
- Kort/lang.
- Trainer gooit bal aan naar positie A1
- Speler 1 past de korte bal en loopt naar het midden
- Trainer goot bal aan naar positie B1
- Speler 2 probeert bal vanuit A2 terug te passen, en gaat klaar staan voor de bal op A1
- Dan wisselt trainer naar de andere kant
- Trainer gooit bal aan op A2
- Speler 2 past de korte bal en loop naar midden
- Trainer goot de bal aan op B2
- Speler 1 probeert bal op B2 te passen, en gaat klaar staan voor bal op A2
- Andere spelers?
- 3 halen ballen
- 3 moedigen aan
- Na 10 ballen wisselen van groep.
- 2 trainers beschikbaar?
- 1 trainer zorg ervoor dat de speler in het midden niet valsspeelt door te snel te starten (en houdt hem/haar in het midden)
- Zet vier kleuren pionnen om een speler heen.
- Zorg dat deze pionnen ongeveer één meter van de speler af staan.
- Verder staat er een speler met bal buiten deze cirkel.
- Deze roept verschillende kleuren, welke de speler in de cirkel aan moet tikken.
- Wanneer de speler met bal 'BAL' roept, krijgt de speler een aanval om te verdedigen.
- 2 tallen spelers staan achter elkaar,
- achterste speler tilt been omhoog van de speler voor hem.
- de voorste speler gaat met andere been door de knieën.
Blok verdedigen met duik
- 1 blokkeert eerst op midden en dan op linksvoor. Hier krijgt hij een bal aangespeeld van speler 7, 8 en 9.
- Na blok omdraaien en verdedigt aanval van 3 terug.
- Daarna verdedigt in duik korte bal van 5.
- 2 is de volgende
Blokkeerder moet de bal binnen de lijnen houden !!!!
Doordraaien:
- 1 na verdediging korte bal --> sluit achter 6 aan
- 3 naar blokkering --> sluit achter 2 aan
- 5 na geven van de korte bal --> sluit achter 4 aan
- 1 blokkeert eerst op midden en dan op linksvoor. Hier krijgt hij een bal aangespeeld van speler 7, 8 en 9.
- Na blok omdraaien en verdedigt aanval van 3 terug.
- Daarna verdedigt in duik korte bal van 5.
- 2 is de volgende
Blokkeerder moet de bal binnen de lijnen houden !!!!
Doordraaien:
- 1 na verdediging korte bal --> sluit achter 6 aan
- 3 naar blokkering --> sluit achter 2 aan
- 5 na geven van de korte bal --> sluit achter 4 aan