facebook pixel

Volleybaloefeningen voor de techniek service / opslag

  • Verdeel de groep in tweeën
  • SV aan 1 zijde
  • Serveren vanaf de andere kant
  • Pass --> SV
  • Aanval op 52 (uitbreiding op C)
  • Elke aanvaller valt 2x aan
ROTATIE
  • Passer --> aanvaller
  • Aanvaller --> serveren
  • Wachtkamer --> passen
  • Serveerder --> wachtkamer

drawing Lang kort en aanval en pass
  • Net eventueel iets lager
  • serveer met 2 tallen rustig naar elkaar toe.
  • de ander probeert de oh te spelen en dan vangen, en daarna dus serveren
  • let op juiste voet voor (lb voor bij rh, vice versa)
  • eerst rechtdoor serveren, eventueel ook diagonaal laten staan
  • concentreer op service (bal 2x stuiteren)
  • Duo die elk om beurt opslaat
  • Zij moeten 7/10 behalen in punten.
    • Geen 7/10? Dan een opdracht uitvoeren
      • Opdrukken
      • Buikspieroefeningen
      • Bloksprongen
      • Duiken
  • Het doel is presteren onder druk
drawing opslag oefening onder druk !

Opstelling: 2 ballen per 4 spelers


-bowling-herhalen-toetsen-inimini-beetje-onderhands-1

1.

  • Speler A (bowlingbeweging) rolt de bal naar speler B (de bal moet tussen de 2 kegels door!!). 
  • Speler B raapt de bal op, botst 2 keer en speelt dan in een boogje naar speler C. 
  • Speler C heeft een hoepel vast en legt de hoepel neer op de plaats waar de bal gaat botsen. De bal wordt na 1 bots gevangen. Speler C pakt de bal en sluit achteraan aan bij speler D.
  • Iedereen volgt zijn bal = schuift één plaats door.


2.

  • Speler A gooit de bal onder het net door naar speler B.
  • Speler B vangt de bal, bots één keer hoog, doet een controle toets en toetst dan naar speler C.
  • Speler C vangt de bal laag bij de grond in de correcte receptiehouding en loopt naar D om achteraan in de rij aan te sluiten.
  • Iedereen volgt zijn bal = schuift één plaats door.


3.

  • Speler A gooit de bal (bowlingbeweging!) over het net naar speler B.
  • Speler B plukt de bal uit de lucht, botst 3 keer (moet tijdens die 3 botsen zich omdraaien met het gezicht naar speler C) en toetst dan de bal naar speler C.
  • Speler C doet receptie voor zichzelf en sluit aan bij speler D.
  • Iedereen volgt zijn bal = schuift één plaats door.


4.

  • Speler A slaagt de bal rustig onderhands over het net naar speler B.
  • Speler B plukt de bal uit de lucht, doet 1 controle bots, doet dan controle toetsen totdat die volledig gedraaid is met het aangezicht naar speler C en speelt dan de bal speler C.
  • Speler C doet receptie voor zichzelf, vangt de bal en sluit aan bij speler D.
  • Iedereen volgt zijn bal = schuift één plaats door.
  • Opslag druk creëren
  • Richten op de mat

  • 1x : verliezers 10x pompen
  • 2x: verliezers 20x buikspieroefening
  • 3x: verliezers 10x bloksprong 
drawing Opslag onder druk !

Organisatie

  • 2 spelers op p5 en p6
  • Afvanger op p2/3
  • 2 serveerders op p1


Uitvoering 1

  • Service op p5 of p6
  • Pass naar p2/3 en afvangen. Bal rollen naar P1.
  • Na 5x goede passes wisselt de passer naar afvanger en komt een serveerder passen.
  • De afvanger gaat serveren.


Uitvoering 2

  • Niet meer afvangen, maar setup naar 4 en daar wel afvangen
  • Met tweetallen over het net serveren vanaf (achter)lijn. 
    • Evt verdelen over 2 velden. 
    • Hoepels verdelen aan een kant van het net.
  • Kind met bal op serveerpositie, ander staat in een hoepel aan de andere kant.
  • Indien de bal gevangen kan worden zonder uit de hoepel te stappen, dan is de hoepel gewonnen.
  • Na elke servicebeurt van positie wisselen, totdat er geen hoepels meer zijn.
  • Welk team verzamelt de meeste hoepels?
drawing Onderhandse opslag in hoepels met tweetallen

Eerst 1 voor 1:

  • Speler heeft een hoepel
  • Trainer gooit de bal over het net, speler heeft hoepel in handen en moet zorgen dat de bal door de hoepel gaat.
  • Speler geeft hoepel door aan volgende in de rij
  • Speler legt bal in de bak bij de trainer


Volgende stap:

  • Verdeel de groep op twee helften van het veld
  • Speler 1 serveert de bal over het net
  • Speler 2 zorgt er voor dat de bal door de hoepel komt
  • Speler 1 sluit achteraan aan de bij de hoepelvangers
  • Speler 2 geeft hoepel door en neemt de bal mee om te serveren 

In de oefening van vandaag komen de volgende technieken aan bod: serveren, aanvallen, pass en spelverdeling. De nadruk ligt echter op de pass en het spelverdelen. De spelverdelers moeten bij deze oefening kijken, goed nadenken en adequaat reageren.


pass-en-spelverdelen-3Het schematische plaatje lijkt ingewikkelder dan de oefening is. De oefening loopt als volgt (ik houd de nummering van de rode getallen aan):

  • 1 speler 3 serveert
  • 2a een van beide spelverdelers rent naar de positie op rechtsvoor (de spelverdelers wisselen elkaar af)
  • 2b een van beide passers (in dit geval speler 2) passt de bal naar rechtsvoor
  • 2c speler 3 (die net heeft geserveerd) rent naar de achterlijn van de andere speelhelft
  • 3 de spelverdeler geeft een setup naar de speler die NIETgepasst heeft. Een setup naar het midden als de speler 1 heeft gepasst en een setup naar buiten als speler 2 heeft gepasst.
  • 4+5 de speler die niet heeft gepasst val aan (in dit geval speler 1)
  • 6a de aanvaller haalt zijn eigen geslagen bal op en sluit achteraan bij het rijtje serveerders.
  • 6b de plek waar de aanvaller stond wordt ingenomen door de eerste speler uit het rijtje achter het speelveld.

Zodra geslagen is wordt gelijk de volgende service uitgevoerd.


Nodig:

  • minimaal 9 spelers;
  • paar ballen;


  1. Vrij serveren
  2. Op doel serveren:
    • In de drie meter, 
    • in het midden van het veld, 
    • tegen de achterkant aan serveren, 
    • tegen de lijnen enz. 
Organisatie:
  • Trio's maken.
  • Trio1 in de pass (1-6-5)
  • Trio2 Sv P2, Aanval P4 en Blok P2 (veld B)
  • Trio 3 in de verdediging en service op veld B

Uitvoering:
  • Tr begint met service vanaf veld B
  • Pass, setup en aanval
  • Later: 
    • Spelers laten serveren
  • Lopen:
    • Trio 1 wordt trio 2, enz.
  • Elk drietal heeft een matje. 
  • Deze mag ergens in het veld geplaatst worden. 
  • Op het matje worden 5 houten blokjes geplaatst. 
  • De tegenstanders moeten het matje zien te raken met de opslag. 
  • Als het matje is geraakt, mag er een houten blokje vanaf worden gehaald en op het eigen matje worden gelegd. 
  • Welk groepje als eerst geen blokjes meer op het matje heeft, is de verliezer (of af).