facebook pixel

Volleybaloefeningen voor de techniek warming-up

  • Spelers verdelen zich in groepjes van 2 of 3. 
  • Zij gaan vervolgens één van de 5 oefeningen doen. 
  • Iedere oefening correspondeert met een nummer. 
  • Als een oefening is gedaan, wordt aan de trainer gevraagd of het cijfer van de code juist is. 
  • Is dit het geval, dan mogen ze naar het volgende cijfer, anders doen zij opnieuw een oefening. 
  • Het groepje dat als eerste de code heeft gekraakt wint.
drawing Kraak de code
  • per tweetal 1 bal, 
  • overspelen in een tweetal
  • onderbreken: 
    • Techniek uitleg, 
  • variatie: alleen bovenhands/ alleen onderhands.
  • Ladder lopen op hoog tempo. Kan uitgebouwd worden met links-rechts uit de ladder stappen met één of twee voeten.
  • Slalom om de pionnen.
  • Aanvalspas naar het net en shuffle schuin achteruit (3x aanvalspas en 2x shuffle).
  • Stap onder het net door.
  • Zijwaarts langs het net met hoofd onder de netrand.
  • Maak een duik schuin het veld over.
  • Loop om de pion heen en sprint over de achterlijn.
  • Looppas terug naar startpositie.

 parcours-19

Enkele toertjes loslopen 

Kniepreventie:

  • Squats (2x12)
  • Lunges (12 elke kant)


Rug/bekken preventie:

  • Planken (zijwaarts en rechte plank) (20sec elk)
  • Zijlig en benen heffen (elke kant 15x)


Schouderpreventie:

  • Plat op de grond en armen in 90° en opheffen (15x)

Gezamenlijk warmlopen er wordt iemand aangewezen die telt:

  1. 12x looppas
  2. 3x zijwaarts
  3. 3x kruis pas
  4. 1x knie heffen
  5. 1x billen tik


Achterlijn naar het net en terug is 1x

Na het lopen is er 5 minuten ruimte om te rekken en streken



Er mag alleen op de lijnen van bijvoorbeeld een volleybalveld worden gelopen. De tikker moet proberen 1 van de lopers te tikken.

'Handicaps':

  • Alleen rechtsaf/linksaf slaan.
  • Knieën hoog.
  • Huppelend.
  • Achteruit (niet vallen!) etc.

Buiten kun je een gesloten parcours uitzetten met hoedjes of pionnen.


  • Organisatie:
    • 2 spelers met bal op het uiteinde van een bank aan het net op veld B.
    • Libero op positie 5 op veld B.
    • 2 spelers met bal op de achterlijn op veld A.
    • Trainer met ballen aan rechterzijde veld A.
    • Resterende spelers op positie 5 op veld A.
  • Uitvoering:
    • 1e speler komt aanlopen op p4, blokt de bal.
    • Bij het neerkomen gooit de speler op de achterlijn p6 de bal omhoog.
    • Blokkerende speler gaat deze bal omhoog spelen en loopt vervolgens terug.
    • Voor een 2e blok om vervolgens een 2e bal te verdedigen de achterlijn.
    • Dan gooit trainer een bal op de 3m-lijn die aangevallen dient te worden op L.
    • Bal ophalen en inleveren bij trainer.
  • Opletpunten:
    • Niet te fanatiek beginnen.
    • Regelmatig de spelers op de bank en op de achterlijn wisselen.
drawing Lopen-blokken-duiken en weer opstaan

Doel: Warming up met de bal, waarbij je eindigt met concentratie oefening op techniek de bal in spel houden.

  • De bal wordt diagonaal over het net in het spel houden. 
  • Er wordt 3 x overgespeeld, pass/setup/aanval.  
  • Elke keer als het team de bal over het net speelt, draaien zij een plekje door.

diagonaal-over-het-net-1

  • Het spel wordt langzaam opgebouwd van enkel boven en onderhands spelen tot gerichte aanval van uit sprong.


  1. bovenhand aan net en onderhand in het achterveld
  2. aanval uit stand
  3. aanval uit sprong, gericht/op de rersoon (door)slaan.
  4. Het team moet de bal 30 of 60 seconden in het spel houden. (er moet wel gericht doorgeslagen worden). Als de bal op de grond valt begint te tijd op nieuw. Stel een max tijd in vb 5 min, voor als het niet lukt. Je kunt de tijds duur elke keer als je de oefening doet 10 seconde verlengen en zo de spelers trainer  steeds langer geconcentreerd de bal  netjes en verzorgd blijven brengen.


note: zie er op toe dat de spelers de bal niet met een grote boog over het net gaan spelen, maar dat er gericht aangevallen wordt.

Heb je meer dan 8 spelers kun je ook speler op recht achter neer zetten en over  het hele velt spelen

  • Tweetallen staan tegenover elkaar. 
  • Bal tussen hun in. 
  • Speler staan met hun handen op hun rug. 
  • Zodra er BAL wordt geroepen proberen zij zo snel mogelijk de bal te pakken. 
  • Wie hem eerst pakt heeft gewonnen. 

Twee rijtjes op de 3m lijn, rand van het veld.

  • Bal zigzag overgooien en nalopen
  • Bovenhands overspelen
  • 1 speler bovenhands, 1 speler onderhands
  • Onderhands 1x voor jezelf, bovenhands doorspelen
  • Onderhands 1x voor jezelf, gecontroleerde slag

Warming up (1)

  • Estafette in 2-tallen, bij het net 2 dobbelstenen per duo.
  • Sprinten naar het net, dobbelen en aantal ogen bij elkaar optellen.
  • Terug sprinten volgende aantikken en die telt aantal bij vorige op totdat je 56 hebt.
  • Getal moet je precies halen dus bij 52 moet je 4 gooien.
  • Degene die als 1e 56 heeft, wint. 

Opstelling: 2 à 4 personen in het vierkant (gemaakt door bijvoorbeeld 4 banken) met de ballen, de rest er rond.

opschieten-1

  • De personen in het vierkant gooien de ballen uit het vierkant.
  • De personen rond het vierkant halen de ballen en gooien/leggen ze terug in het vierkant.
  • De 'kant' waar, bij het stopsignaal, de minste ballen liggen, heeft gewonnen.