Deelnemers schieten op doel en mogen bij een doelpunt een speelkaart pakken.
Elke kaart heeft een kleur: klaver, schoppen, harten of ruiten.
Elke kleur correspondeert met een fitnessoefening:
Harten: Opdrukken
Schoppen: Squat
Klaver: Burpee
Ruiten: Lunges
Na het pakken van een kaart voeren ze de bijbehorende oefening uit, het aantal keer dat de kaart aangeeft. Bijvoorbeeld, Harten 4 betekent 4 keer opdrukken.