Inline-skateoefening: springen over obstakels

Geschikt voor de volgende technieken: algemeen

Springen over obstakels

Introductie
  • Over de hele zaal zijn verschillende stations verspreid.
  • De stations bestaan uit verschillende niveaus.
  • De leden delen zichzelf in bij het niveau waar zij denken bij te horen.
  • De trainers skaten rond en geven tips.
Voorbeelden van Stations
  • Station 1: Er ligt een laag obstakel, bijvoorbeeld een hockeystick.
    • Je skatet en stopt net voor het obstakel. Daarna stap je erover, eventueel met iemand die je hand vasthoudt.
    • Je skatet maar stopt niet voor het obstakel en stapt er al rijdend over.
    • Je skatet en springt over het obstakel door door je knieën te gaan en je voeten tegelijk af te duwen.
  • Station 2: Er ligt een iets hoger obstakel dan bij station 1, bijvoorbeeld platte potjes of kleine kegeltjes.
    • Je springt over het obstakel.
    • Als dit nog niet gaat, volg je de stappen zoals bij station 1.
  • Volgende stations hebben steeds hogere obstakels.

Eigenschappen van de oefening

1
35
Benodigde materialen:
Niet van toepassing
Geschikt voor volgende niveau's:
Jeugd