Voetbaloefening: dribbelen, kappen en scoren

Geschikt voor de volgende technieken: dribbelen , passing , schieten

Dribbelen, kappen en scoren

Uitvoering
  • Afstand van punt A naar punt B is 5 meter.
  • Afstand van punt A naar het doel is 5 meter.
  • Afstand van het hoedje naar lijn B is 1 meter.
  • De grootte van het doel varieert afhankelijk van de leeftijd; jongere spelers hebben een groter doel.
  • De speler dribbelt naar lijn A, kapt de bal af, dribbelt naar lijn B, kapt opnieuw af en schiet de bal op doel.
  • De speler haalt de bal op en loopt buitenom terug naar het begin.
Variaties
  • Kappen met de binnen- of buitenkant van de voet.
  • Kappen achter het standbeen langs.
  • Dribbelen met zowel de linker- als rechtervoet.
Coachmomenten
  • Dribbelen: Raak de bal bij elke stap.
  • Kort draaien bij het afkappen.
  • Bij lijn B afkappen zodat de bal goed ligt om direct door te stappen en te schieten, zonder eerst naar achteren te hoeven voor een aanloop.

Eigenschappen van de oefening

4
10
Benodigde materialen:
Niet van toepassing
Geschikt voor volgende niveau's:
O6 jeugd
O7 jeugd
O8 jeugd
O9 jeugd
O10 jeugd
O11 jeugd
O12 jeugd