Gymlesoefening: fopbal

Geschikt voor de volgende technieken: spellen

Fopbal

  • Alle spelers moeten in een kring gaan staan met het gezicht naar het midden.
  • Daar staat de spelleider met een bal.
  • Alle spelers hebben hun handen op de rug.
  • Als de spelleider je de bal toegooit, moet je deze vangen.
  • Dan mogen je handen dus achter je rug vandaan gehaald worden.
  • Vang je een bal niet die je volgens de onafhankelijke jury wel had moeten hebben, ben je af, en ga je uit de kring.
  • Als de spelleider je door een schijnbeweging op het verkeerde been zet, en de bal niet gooit, maar doet alsof, mag je je handen niet achter je rug vandaan halen.
  • Doe je dat toch, ben je ook af.

Eigenschappen van de oefening

20
30
Benodigde materialen:
1
Geschikt voor volgende niveau's:
1e klas
2e klas
3e klas
4e klas