Zorg ervoor dat iedereen een plekje aan de parachute heeft. De meeste parachutes hebben lusjes aan de buitenkant om deze vast te houden.
Voordat je begint, is het belangrijk dat de parachute goed strak staat. Laat een aantal leerlingen naar achteren lopen totdat iedereen op de juiste plek staat.
Uitvoering
De docent geeft het ritme aan. Later kunnen de kinderen dit zelf doen.
Beweeg de parachute 5 keer omhoog en omlaag.
Bij de 6e keer omhoog duikt iedereen naar binnen onder de parachute en houdt deze op de grond. Zo ontstaat er een tent.
Na enkele seconden geeft de docent een signaal en gaat iedereen weer uit de tent om opnieuw te beginnen.