Bij elke korf staat iemand met een bal als vaste aangever.
De overige spelers staan in het midden bij de twee hoepels.
Uitvoering
Vanuit het midden neem je een doorloopbal op een van de korven.
Je mag nooit twee keer achter elkaar naar dezelfde paal.
Zet steeds een voet in een van de hoepels om door te gaan naar een volgende paal.
Het doel is om zo snel mogelijk vijf keer te scoren.
Als dit lukt, ga je in een van de hoepels staan. Deze hoepel mag dan niet meer worden gebruikt door de anderen om door te lopen naar een volgende korf.
Wissel vervolgens van aangevers en start opnieuw.
Halverwege de oefening wisselen naar uitwijkballen.