Plaats hoepels op de grond met een vierkant van hoedjes op 2 meter afstand rondom elke hoepel.
De spelers staan in tweetallen rondom een hoepel.
Uitvoering
De spelers stuiteren de bal in de hoepel en proberen de bal zo te passen dat hun medespeler deze kan vangen zonder zich uit te strekken of laag te vangen.
Elke pass moet de medespeler in beweging brengen; de bal mag niet recht op iemand af worden gepast.
Bij elke vangst moet de speler net buiten het vierkant staan, maar mag tussendoor lopen.
Voor elke succesvolle pass zonder extra stuit krijg je een punt. Ook als je de bal in één keer vangt, telt dit mee.
De oefening duurt 2 minuten en het doel is om zoveel mogelijk punten te scoren.
Uitdaging
Verzin een opdracht op basis van het aantal gescoorde punten: de tegenstander moet de score wegwerken met doorloopballen, waarvan de laatste 5 strafworpen zijn.
Alle schoten moeten achter de korf worden genomen op laag tempo, maar wel binnen 2 minuten.