Laat drie spelers samenspelen binnen dit vierkant.
Eén speler is de jager die probeert te onderscheppen.
Speel een wedstrijdje van 30 seconden; onderscheppen levert een punt op.
Uitvoering
Spelers moeten vrijlopen door naar de bal toe te bewegen of juist ervan weg te lopen, afhankelijk van hun positie ten opzichte van de jager, de afstand tot de bal en de beschikbare ruimte.
Leg het spel stil om te demonstreren waarheen ze moeten lopen.
De balbezitter moet leren geen risicovolle passes te geven; liever geen pass dan een verkeerde pass.
Gebruik soms een boogbal of een strakke pass; een schijnpass kan ook nuttig zijn.
Vertragen, versnellen en richtingveranderingen zijn belangrijk om vrij te lopen.