Gymlesoefeningen voor mbo
Uitvoering
- Begin met een warming-up van 5 minuten.
- Voer elke oefening 30 seconden uit, gevolgd door 15 seconden rust.
- Herhaal het circuit 3 keer.
Spelverloop
- Maak twee teams van gelijke grootte. Elk team staat aan een zijde van het veld.
- Beide teams hebben 3 minuten om een bunker te bouwen met de beschikbare materialen in hun vak.
- Probeer spelers van het andere team af te gooien. Het team dat iedereen heeft afgegooid, wint.
- Spelers kunnen zowel buiten als in de bunker worden afgegooid.
- Als een matje omvalt, blijft het liggen.
- Het is toegestaan om met de bal te lopen.
- Een speler is alleen af als hij rechtstreeks wordt geraakt; via een stuiter telt niet.
- Bij een vangbal is de speler die gooide af.
- Afgegooide spelers gaan achter of naast het vak van de tegenpartij staan.
- Als een afgegooide speler iemand van de tegenpartij afgooit, mag hij terug naar zijn eigen vak.
- Er moet altijd minimaal één speler buiten de bunker zijn.
- Wanneer er nog één speler over is, mag deze niet in de bunker zitten.
- Na twee keer afgegooid te zijn, mag een speler niet meer terug naar het eigen vak en blijft aan de zijkanten staan.
- Moeilijker voor de aanvallers: Niet lopen met de bal; meer materialen voor een grotere bunker.
- Makkelijker voor de aanvallers: Meerdere ballen; kleinere vakken.
- Sneller samenspelen zorgt ervoor dat de aanvallers sneller moe worden.
circuit fitness
- Er zijn 3 velden, veld 1, 2 en 3.
- De kinderen worden verdeeld over de 6 vakken.
- Na het startsignaal proberen de kinderen van veld 1 de tegenpartij van veld 1 af te gooien en zo gaat dat op veld 2 en 3 net zo.
- Als je iemand afgooit mag je doorschuiven naar het volgende veld (van veld 3 naar 2, en van veld 2 naar 1).
- Veld 1 is dus het winnaarsveld.
- Wie afgegooid wordt gaat een vak terug (van veld 1 naar 2, van 2 naar 3).
- Als je in veld 3 staat en je wordt afgegooid mag je blijven staan.
- Sta je in veld 1 en gooi je iemand af dan blijf je in dat vak en mag je een medaille (geel lintje) omdoen.
- Kom je bij een vak waar nog geen tegenstander is, dan wacht je totdat die er wel is.
Regels:
- Lopen met de bal in niet toegestaan De bal moet rechtstreeks op het lichaam komen, dan is iemand af
- Als de bal in het veld van de ander ligt mag je de bal niet pakken
- Vang je een bal rechtstreeks dan is de gooier af

- Er worden 2 teams gemaakt van gelijke aantallen.
- Elk team staat aan één zijde van het veld.
- Het ene team probeert kinderen van het andere team af te gooien, en andersom.
- Beide teams krijgen, voordat het spel begint, 3 minuten de tijd om een bunker te bouwen van de materialen die klaarliggen in hun vak.
- Hier mogen de kinderen in schuilen.
Regels:
- Zowel buiten als in de bunker mag je afgegooid worden
- Valt er een matje om, dan moet deze blijven liggen
- Lopen met de bal mag
- Kind is alleen af als het rechtstreeks geraakt wordt, via een stuiter telt niet
- Bij een vangbal is het kind dat gooide af
- Is het kind afgegooid, dan gaat achter of naast het vak van de tegenpartij staan
- Gooit een afgegooid kind iemand van de tegenpartij af, dan mag het weer terug naar het eigen vak
- Er moet altijd minimaal 1 kind buiten de bunker zijn. Wanneer er nog één speler over is, mag deze dus niet in de bunker gaan zitten
- Het team dat iedereen afgegooid heeft, is de winnaar
Extra regel:
- Nadat het kind 2x (zelf bepalen) is afgegooid, mag het niet meer terug naar het eigen vak.
- Het kind blijft dan dus aan de zijkanten staan. Zo komt er sneller een winnaar uit
Moeilijker voor de aanvallers:
- Niet lopen met de bal Beginsituatie
- Meer materialen voor een grotere bunker
Makkelijker voor de aanvallers:
- Meerdere ballen
- Kleinere vakken
Tips:
- Sneller samenspelen zorgt er voor de dat
- de aanvallers sneller moe worden

- Op de kasten staan de 2 gooiers en op de grond lopen de aangevers.
- De gooiers en aangevers proberen bij de tegenpartij de pylonen om te gooien of aangevers af te gooien.
