Elke speler heeft een bal en dribbelt (steeds recht-links) door de zaal.
Op teken van Trainer
Varianten
Kast op midvoor en een kindje erop.
Techniek armen recht en vanuit de knieën. Kruip eronder. 4 tallen met 2 ballen. A en C staan bij het net met een bal. B en D staan achterin het veld. A naar B en B toetst diagonaal naar C. C gooit naar D en D toetst diagonaal naar A. Dit moet tegelijk!! Na 15 ballen wisselen. Veel aandacht aan besteden, onder een hoek dus juiste been voor en schouders kantelen.