1. start op de zijlijn met 2 benen naast elkaar
- doe een grote stap naar voren op je rechterbeen en spring 2x met dat rechterbeen omhoog
- stap door op links en spring daar 2x mee omhoog
- 5x rechts en 5x links
2.
- doe een grote stap naar voren op het rechterbeen en doe 1 sprong omhoog en sta dan stil op jouw rechterbeen. 5x links en 5x rechts
3.
- maak een grote schaatsbeweging naar voren en sta 2 seconden stil op jouw volle voet, dan het andere been. Het gaat om balans, niet om snelheid.
4.
- maak een grote honksprong op 1 been en sta stil op je volle voet. 5x links en 5x rechts
5.
- maak op twee benen een zo groot mogelijke sprong voorwaarts. Doe dat over de hele breedte van het veld
6. werk met 2-tallen. sta tegenover elkaar op ongeveer 3 meter. 1 hoedje
- de speler met het hoedje legt dit op ongeveer een halve meter voor zich neer
- deze speler steekt een arm uit naar links of rechts
- de andere speler reageert met een binnenwaartse shuffle naar de uitgestoken arm (tot het hoedje)
- daarna weer terug naar de uitgangspositie, en dan weer reagerend op een arm.
- maak zo 10 binnenwaartse shuffles, daarna wisselen
7. net als 6, maar nu het lichaam naar buiten gekeerd (shuffle voor voorverdedigen)8.
- spelers staan tegenover elkaar. de ene speler maakt werpbewegingen de ander probeert de hand te tikken om de bal te verdedigen. Zowel links als rechts mag werpbeweging worden gemaakt.
9. ladder oefeningen
- om het ander gat krijgt een hoedje
- spring met 1 been zijwaarts over de hoedjes in het volgende vakje. Nadat je de ladder helemaal hebt gehad ga je op het andere been terug. (ieder 3x)
- idem maar dan voorwaarts. (lijkt heen , rechts terug)
- op 1 been in en uit de ladder, links heen, rechts terug
10. sprintoefening. tegenover elkaar. Hand aantikken en wegwezen. ieder 5x