Elke speler heeft een bal en dribbelt (steeds recht-links) door de zaal.
Op teken van Trainer
Varianten
In een rijtje achter de achterlijn. Trainer gooit vanaf het andere veld een bal het veld in.
1. De bal moet stuiteren tussen gestrekte armen2. Uitbreiden naar stuiteren tussen de armen met 1 knie op de grond (stilstaan) 3. Uitbreiden naar stuiteren tussen de armen met 1 knie op de grond (stilstaan) en voeten de goede richting op4. Uitbreiden naar OH spelen op korf / afvanger op spelverdelersplek (let op continu gestrekte armen & laag zitten) 5. Uitbreiden naar OH spelen + aanval (nog steeds vanuit rijtje aankomen lopen, maar nu met 1 spellie al in het veld)
Kinderen verdelen in 2 verschillende groepen. Kinderen moeten opslaan. Bij een fout (buiten, in het net, voetfout) moeten de kinderen in het tegenovergestelde veld gaan zitten. De eigen ploeg kan de kinderen weer vrij krijgen door naar hen op te slaan. Als de kinderen de bal kunnen vangen zonder van hun plaats te komen, mogen ze terug meedoen. Een ploeg verliest wanneer iedereen aan de andere kant van het veld zit.