Beachvolleybaloefeningen

Uitvoering
  • Spring op je linkervoet gedurende 10 seconden op de plaats en houd balans.
  • Sprint naar de rode lijn.
  • Herhaal op je rechtervoet en sprint opnieuw naar de rode lijn.
  • Voer knieheffingen uit op de plaats gedurende 10 seconden, blijf op je tenen voor snelheid.
  • Sprint naar de rode lijn.
  • Doe 5 lunges met het rechterbeen en 5 met het linkerbeen.
  • Sprint naar de rode lijn.
  • Spring 3 keer zijwaarts over de lijn heen en weer.
  • Sprint naar de rode lijn.
  • Herhaal de zijwaartse sprongen met je rug naar het veld.
Plank
  • 30 seconden
  • Op onderarmen en tenen
  • Rug recht, buikspieren aangespannen
  • Niet doorzakken!
Fietsen met benen
  • 30 seconden
  • Lig op je rug, handen achter je hoofd
  • Breng afwisselend je elleboog naar de tegenovergestelde knie
  • Rustig tempo, focus op controle
Brug
  • 30 seconden
  • Lig op je rug, knieën gebogen
  • Heupen omhoog, span buik en billen aan
  • Houd vast, langzaam terug
Russian Twists
  • 30 seconden
  • Zitpositie, voeten van de grond
  • Draai je bovenlichaam van links naar rechts
  • Eventueel met bal of flesje
Side Plank
  • 2x 30 seconden
  • Op je zij, steun op onderarm
  • Heupen van de grond, lichaam in rechte lijn
  • Wissel na 30 seconden van kant
Superman Hold
  • 30 seconden
  • Lig op je buik
  • Armen en benen van de grond, houd vast
  • Versterkt onderrug en bilspieren
Uitvoering
  • Spelers staan in een cirkel met elk een bal.
  • In het midden ligt een grote bal.
  • Probeer de bal in het midden te raken.
  • Je mag de bal in de cirkel houden met gebruik van je voeten.
Uitvoering
  • De spelers mogen alleen over de lijnen van het volleybalveld lopen.
  • De tikker probeert een van de lopers te tikken.
Variaties
  • Alleen rechtsaf of linksaf slaan.
  • Met hoge knieën lopen.
  • Huppelend voortbewegen.
  • Achteruit lopen (let op dat je niet valt!).
Buitenoptie
  • Zet een gesloten parcours uit met hoedjes of pionnen.
Uitvoering
  • Iedere speler heeft een eigen bal.
  • De spelers spelen de bal bovenhands voor zichzelf op.
  • De trainer geeft opdrachten:
Opdrachten
  • Onderhands spelen.
  • Op je knieën gaan zitten.
  • Op je knieën een rondje maken.
  • Gaan liggen en weer opstaan.
Belangrijk
  • Bij elke opdracht blijf je telkens doorspelen.

Spelverloop

  • Speel op een half veld aan één kant van het net.
  • De teams proberen de bal 10 keer over te gooien.
  • Bij 10 succesvolle overslagen verdient het team een punt.
  • Als de bal wordt onderschept, mag het team dat de bal heeft gepakt beginnen met overgooien.
  • Wanneer de bal uit het veld gaat, krijgt de tegenpartij de bal.
Uitvoering
  • Vorm twee teams met een gelijk aantal spelers.
  • Elk team heeft een eigen speelveld.
  • Op de achterlijn van elk veld staan hoge pionnen omgekeerd opgesteld.
  • Het doel is om de pionnen van het andere team om te gooien.
  • Verdedig je pionnen en probeer de ballen van het andere team af te weren.
Doel
  • Verzamel zoveel mogelijk kaarten door te scoren en voer de bijbehorende fitnessoefeningen uit.
Uitvoering
  • Bij het scoren mag een speler een kaart pakken.
  • Elke speelkaart heeft een kleur: klaver, schoppen, harten of ruiten.
  • Elke kleur correspondeert met een specifieke fitnessoefening:
    • Harten: Opdrukken
    • Schoppen: Squat
    • Klaver: Burpee
    • Ruiten: Lunges
  • Voer de oefening uit het aantal keer uit dat op de kaart staat aangegeven. Bijvoorbeeld, Harten 4 = 4 keer opdrukken.
  • Na het voltooien van de oefening, mag de speler verder met schieten.
  • Het groepje met de meeste kaarten wint.
Uitvoering
  • Verdeel de spelers in groepen van 2 of 3 en plaats ze aan de linkerkant van het veld.
  • Geef elke speler een tennisbal.
  • Op het startteken rent de eerste speler van elke groep met een bal naar de rechterkant van het veld.
  • Daar legt de speler de bal buiten de lijn en rent zo snel mogelijk terug.
  • De volgende speler van de groep begint zodra de vorige speler terug is.
  • Het spel eindigt wanneer alle ballen aan de rechterkant liggen en de laatste speler terug is bij zijn/haar groep.
  • De groep waarvan de laatste speler als eerste terug is, wint.
Uitvoering
  • Sprint rond de pionnen.
  • Altijd via de middelste pion.
Rondje langs het veld
  • Jog langs de lange zijden van het veld.
  • Wandel langs de korte zijden.
Squats
  • Sta rechtop met voeten op heupbreedte.
  • Voer 20 squats uit in langzaam tempo.
Sprong Squats
  • Sta rechtop met voeten op heupbreedte.
  • Begin met armen gestrekt boven je hoofd.
  • Laat armen langs je lichaam vallen terwijl je knieën buigt.
  • Zwaai armen naar achter en spring terwijl je armen naar voren en omhoog bewegen.
  • Houd je rug recht, heupen naar achteren, voeten plat op de grond.
Lunges
  • Sta rechtop met voeten iets uit elkaar.
  • Zet rechterbeen recht vooruit, buig knie 90 graden, linkerknie dicht bij de grond.
  • Kom omhoog en zet rechterbeen naar zij, buig linkerknie.
  • Ga terug naar basispositie, zet rechterbeen naar achter, buig linkerknie.
  • Herhaal voor linkerbeen.
Rondje langs het veld
  • Jog langs de lange zijden van het veld.
  • Sprint langs de korte zijden.
Uitvoering
  • Twee spelers rennen tegen elkaar.
  • Rennen door de pionnen heen naar het net.
  • Daarna sprinten naar de achterlijn.
  • Wie het eerst de achterlijn aantikt, heeft gewonnen.