Beachvolleybaloefeningen voor de techniek warming-up

Uitvoering
  • Sprint rond de pionnen.
  • Altijd via de middelste pion.
Rondje langs het veld
  • Jog langs de lange zijden van het veld.
  • Wandel langs de korte zijden.
Squats
  • Sta rechtop met voeten op heupbreedte.
  • Voer 20 squats uit in langzaam tempo.
Sprong Squats
  • Sta rechtop met voeten op heupbreedte.
  • Begin met armen gestrekt boven je hoofd.
  • Laat armen langs je lichaam vallen terwijl je knieën buigt.
  • Zwaai armen naar achter en spring terwijl je armen naar voren en omhoog bewegen.
  • Houd je rug recht, heupen naar achteren, voeten plat op de grond.
Lunges
  • Sta rechtop met voeten iets uit elkaar.
  • Zet rechterbeen recht vooruit, buig knie 90 graden, linkerknie dicht bij de grond.
  • Kom omhoog en zet rechterbeen naar zij, buig linkerknie.
  • Ga terug naar basispositie, zet rechterbeen naar achter, buig linkerknie.
  • Herhaal voor linkerbeen.
Rondje langs het veld
  • Jog langs de lange zijden van het veld.
  • Sprint langs de korte zijden.
Uitvoering
  • Twee spelers rennen tegen elkaar.
  • Rennen door de pionnen heen naar het net.
  • Daarna sprinten naar de achterlijn.
  • Wie het eerst de achterlijn aantikt, heeft gewonnen.
Doel
  • Leg drie hoedjes op een rij.
Uitvoering
  • Vorm twee teams.
  • Van elk team rent één speler met een gekleurd hoedje naar een hoepel en legt deze erin.
  • Als de eerste speler terug is, start de tweede speler van het team, gevolgd door de derde speler.
  • Als er van elke kleur één hoedje in de hoepels ligt, mag de vierde speler een gekleurd hoedje verplaatsen om drie op een rij te krijgen.
Opstelling
  • De groep staat in de vier hoeken van het veld opgesteld.
  • Eén speler is de tikker en draagt een partijlintje.
Uitvoering
  • Op een teken steken de spelers het veld over in drie mogelijke richtingen: de korte zijde, de lange zijde of diagonaal.
  • Bij terugkeer naar hun hoek verdienen ze respectievelijk één, twee of drie punten.
  • De tikker probeert spelers te tikken. Getikte spelers moeten eerst terug naar hun hoek voordat ze opnieuw mogen oversteken.
Doel
  • Probeer zoveel mogelijk punten te scoren binnen de afgesproken tijd.
Uitvoering
  • Maak twee teams.
  • Elk team staat aan één kant van het veld klaar op de achterlijn.
  • Leg evenveel ballen als spelers op allebei de 3-meterlijnen.
  • Als de trainer "GO!" roept, rolt iedereen de ballen naar de overkant.
  • Na 3 minuten wint het team met de minste ballen in hun veld.
Spelbeschrijving
  • Het spel wordt gespeeld met minimaal 4 spelers.
  • 1 speler is de muis en draagt een t-shirt of stukje stof achter in de broek.
  • 1 speler is de hond en heeft een tennisbal.
  • 2 spelers zijn katten zonder attribuut.
Uitvoering
  • De muis loopt rond met de hond.
  • De katten proberen de staart van de muis af te pakken en naar hun kegel te brengen.
  • De hond kan de kat met de tennisbal aantikken, waarna de kat een straf naar keuze in het kamp moet uitvoeren.
  • Bij meer spelers kan er een extra groep worden gevormd en kunnen er twee spelletjes door elkaar worden gespeeld.
Springen op de plaats
  • Ga staan met je voeten op schouderbreedte uit elkaar.
  • Concentreer je op een punt op de vloer en spring op en neer op de plek waar je staat.
Zijwaartse sprong
  • Sta rechtop, houd je handen voor je en spring van zij naar zij.
Butt Kicks
  • Sta rechtop en blijf rennen op je plaats terwijl je je hiel omhoog schopt om je billen aan te raken bij elke stap.
High Stepping
  • Hef het been met de knie in een hoek van 90 graden.
  • Wissel dit snel af met het andere been.
Staande Fiets Crunches
  • Ga met je voeten op schouderbreedte uit elkaar staan.
  • Breng je knie naar je tegenovergestelde elleboog.
  • Ga terug naar de startpositie en herhaal met de andere kant.
Sumo Squat
  • Ga met je voeten 6-12 cm uit elkaar staan.
  • Strek je armen voor je uit.
  • Laat je lichaam zakken totdat je dijen evenwijdig aan de vloer zijn.
  • Keer terug naar de beginpositie en herhaal de oefening.
Touwtje Springen Zonder Touw
  • Houd je armen langs je zij en doe alsof je in elke hand het uiteinde van een springtouw vast hebt.
  • Spring omhoog en kom afwisselend neer op de bal van elke voet, terwijl je tegelijk je polsen draait alsof je een touw laat rondgaan.
  • Spring met twee voeten omhoog, terwijl je tegelijk je polsen draait alsof je een touw laat rondgaan.
Arm Swings met de Klok Mee
  • Sta op de grond met je armen recht uitgestrekt naar de zijkant op schouderhoogte.
  • Beweeg je armen snel in grote cirkels met de klok mee.
Arm Swings tegen de Klok In
  • Sta op de grond met je armen recht uitgestrekt naar de zijkant op schouderhoogte.
  • Beweeg je armen snel in grote cirkels tegen de klok in.
Toy Soldiers
  • Begin met je voeten op schouderbreedte uit elkaar.
  • Houd je benen en armen gestrekt.
  • Schop je linkerbeen omhoog tot je rechterhand je tenen aanraakt.
  • Herhaal dit met de andere kant.
Uitvoering
  • Markeer een begin- en eindlijn op het veld.
  • Verspreid de dopjes willekeurig over het veld. Zorg ervoor dat het aantal dopjes gelijk is aan het aantal spelers in het team vermenigvuldigd met 2.
  • De spelers moeten de dopjes één voor één naar de eindlijn brengen.
  • Het team dat als eerste alle dopjes naar de eindlijn heeft gebracht, wint de wedstrijd.
Spelregels
  • Er is één tikker zonder bal en twee spelers zonder bal.
  • De bal moet goed geplaatst worden overgegooid.
  • Wie de bal heeft, kan getikt worden. Zonder bal mag je niet getikt worden.
  • De bal mag maximaal tien tellen worden vastgehouden.
  • Als de tikker een bal onderschept, gaat die bal uit het spel.
  • Ben je getikt, dan ga je aan de kant. Wanneer speler nummer 2 aan de kant komt, doet speler nummer 1 weer mee.
Uitvoering
  • De hele groep staat opgesteld achter een lijn aan de zijde van het veld.
  • Op een teken lopen zij over naar de overzijde.
Variaties in uitgangshoudingen
  • Hurkzit
  • Kniezit
  • Buikligging
  • Rugligging
  • Zit met de rug naar de looprichting
Uitvoering
  • In tweetallen de bal overspelen.
  • Na elk balcontact voer je een opdracht uit.
Opdrachten
  • Draai een rondje.
  • Spring in de lucht.
  • Raak met één hand het zand aan.
  • Ga op één knie zitten en kom weer omhoog.
  • Pass, set-up, aanval.