facebook pixel

Korfbaloefeningen

  • 4 tegen 4 op 1 paal.
  • Het aanvallende vak overlegt na voor elke aanval. 
  • Ze moeten een plan afspreken voor de volgende aanval. 
  • Wie vult welke positie in, welke tactiek (bijv. aanvallen in 3-1 of doorgaan naar 2-2), verleggen we de bal naar achteren of vallen we voorin aan met 2 mensen etc. 
  • Spoor ze aan om een basisplan te hebben. 
  • Laat ze eventueel ook alternatieven bedenken mocht er iets niet lukken. 
  • Het is niet de bedoeling dat ze niet voor de bal gaan na een doelpoging. 
  • Het doel is om te scoren, dus ook om die bal te hebben als de doelpoging mis gaat.
  • Variatie
  • Verdediging een opdracht geven en kijken of de aanval het oppikt en aanpast.
  • Maak groepjes van 2/3 spelers.
  • 1 Jenga toren staat in het midden van de palen.
  • Je gaat een lijstje oefeningen afwerken. 
  • Voor elke oefeningen krijgen alle groepjes 1 minuut de tijd zo veel mogelijk te scoren. 
  • Het aantal doelpunten bepaalt de volgorde voor het trekken van een steentje uit de Jenga toren. 
  • Meeste doelpunten begint. 
  • Bij gelijk aantal doelpunten steen, papier, schaar.
  • Het team dat op welke manier dan ook de toren omgooit is de verliezer. 
  • Dit is dus ook als er een bal tegenaan rolt!

Begin opstelling
Twee groepjes bij de twee eerste pionnen.

Oefening
De eerste in de rij rent naar de korf die op de grond ligt en gaat hier door, dus de korf gaat over hun hoofd heen. Vervolgens gaat hij door middel van de verdediging houding naar pion twee en draait hier 4 rondjes om heen. Tot slot rent hij naar pion 3 en probeert te scoren (3 pogingen) voordat hij terug kan rennen naar pion 1 en de volgende in de rij aantikt.

Verdediging houding:
Achter uit en door de knieën met je arm omhoog.

Afstand opzet:
Hoepel vanaf pion 1: 5 meter.
Pion 2 vanaf hoepel: 5 meter.
Pion 3 vanaf pion 2: 5 meter.
Paal vanaf pion 3: 4 meter.

estafette-6

  • Je zet 4 pionnen op 8 meter afstand van elkaar. 
  • Je sprint van de beginlijn naar pion 1 en doet hier 5 burpees. 
  • Vervolgens sprint je terug naar de beginlijn en doet hier 5 squats. 
  • Dan sprint je van de beginlijn naar pion 2 en ga je doormiddel van lunges terug naar de beginlijn. 
  • Dan sprint je vanaf de beginlijn naar pion 3 en doe je 10 buikspieren. 
  • Vervolgens sprint je terug naar de beginlijn en doet hier 5 squats. 
  • Dan sprint je vanaf de beginlijn naar pion 4 en tik je de grond aan en spring je omhoog en strek je je helemaal uit. Dit doe je 5 keer. 


Deze oefening doen we 3 keer. 

Iedereen gaat in een kring staan. Een iemand is de lummel en gaat in de kring staan. --- Iedereen gaat overgooien, maar de lummel moet proberen om de bal af te pakken. Dit afpakken kan de lummel doen door de bal te onderscheppen of door degene die de bal vast heeft te tikken. Als de lummel de bal afgepakt heeft wisselt de lummel


lummelen

  • De helft van de groep is aanvaller, blauw, en de andere helft is verdediger, rood.
  • De aanvallers gaan op de zijlijn staan en de verdedigers staan er ongeveer 1 meter voor.
  • De aanvallers lopen naar voren en proberen op halve kracht langs de verdediger te komen.
  • De verdediger volgt elke beweging van de aanvaller terwijl hij achteruit mee loopt.
  • Eenmaal aan de overkant wisselen de aanvallers en verdedigers van rol.
drawing Verdedigend achteruit lopen
Aanvaller gebruikt schijnbewegingen om voorbij de verdediger te komen.
  • Er zijn 6 spelers tussen de pionnen.
  • Per rij pionnen moet er 1 gat zijn.
  • De andere spelers proberen om door middel van schijnbewegingen het gat te vinden.
  • De verdedigers mogen alleen maar in de breedte verdedigen en proberen de aanvallers te tikken.
  • Als je getikt wordt, moet je opnieuw beginnen.
  • Als de aanvallers de overkant bereiken, krijgen ze 1 punt.
  • Na 5 punten wordt er gewisseld.
  • Het spel kan makkelijker gemaakt worden door minder verdedigers toe te voegen.
drawing Schijnbewegingen aanval
  • Scoor met tweetal vanaf 3 en 5 meter ieder 5x raak (afhankelijk van de groep die wordt getraind mag daar maximaal 7-10x over worden gedaan)
  • 4 tegen 4 
  • Heren komen in in een steunende positie om de heren te laten scoren.
    • Optie 1: Posities onder de korf worden door 1 dame en 1 heer opgevuld.
    • Optie 2: Posities onder de korf worden door 2 dames.
    • Optie 3: Spelen in 3:1
  • Dames komen naast elkaar uit waarvan gaat voor doorbraak en ander voor schot.
  • 3- /4-tallen bij een korf.
  • Speel de bal in naar de korf en beweeg naar links, krijg de bal terug en schiet.
  • Ga vervolgens terug naar rechts en neem een doorloopbal na handwissel.
  • Welke korf scoort het eerst 10x? 
  • Daarna dezelfde opdracht wisselen van richting.
drawing schot uit beweging na inpassen, daarna doorloopbal
  • Maak tweetallen bij de korf.
  • Plaats twee hoedjes op ca. 2,5 meter uit elkaar en 2,5 meter van de korf, zoals aangegeven op de tekening.
  • Speler 1 start in het midden, Speler 2 start als passer/rebounder onder de korf.
  • Speler 1 maakt een felle looplijn naar het ene hoedje, ontvangt de bal op de buitenhand en pass terug.
  • Speler 1 loopt fel naar het andere hoedje en komt tot een korte kans
  • Dit doe je 1 minuut, hierna wissel je om.
drawing Passing en korte kans
  • Iedere speler krijgt een nummer, 1 tot en met X.
  • Je loopt met zijn allen in een vak afgezet met 4 hoedjes.
  • 1 gooit naar 2, 2 naar 3, X naar 1.
  • In eerste instantie met 2 ballen, uitbreiden met links en rechts, één hand gooien of extra bal toevoegen.
  • Goed door elkaar blijven lopen en niet stilstaan.
  • Eventueel tellen hoeveel passes lukken zonder dat de bal de grond raakt en daar een doel aan stellen.