Korfbaloefeningen
- Bal is voorin bij rood. wit beweegt op en neer waardoor het lijkt dat zij de bal bij rood gaat halen.
- Blauw sprint van de paal opzij en krijgt de bal van rood.
- Rood sprint naar de paal om de afvang te pakken.
- Wit komt naar de plek van rood, krijgt de bal en schiet.
- Rood vangt af en geeft de bal aan wit en sprint zijwaarts uit.
- Rood krijgt de bal en wit spurt naar de paal om af te vangen, blauw komt voor de korf tot schot.
- Per 2-tal aan korf, 3de speler doet bijoefening.
- Speler 1 (aangever-rebounder) met bal onder korf, speler 2 een 5-tal meter voor de korf.
- De schutter heeft als opdracht om 6x te scoren vanuit schot.
- Na elk schot gaat de schutter zich opnieuw verplaatsen, zodat alles uit beweging dient te gebeuren.
- De functies blijven behouden tot iemand daadwerkelijk 6 heeft.
- Dan draai je door (aangever --> bijoefening --> schutter --> aangever).
- Hou er steeds rekening mee dat de afstandsregels moeten gewaarborgd worden, let zeker op bij het rebounden bij een schot dat aan de voorkant valt.
- Speler 1 (aangever) start met bal onder de korf.
- Speler 2 beweegt zich vrij voor de korf en krijgt de bal aangespeeld.
- Speler 1 gaat zich eveneens vrij bewegen door uit de korfzone te starten.
- Speler 2 (intussen in balbezit) gaat met de nodige schotdreiging.
- Speler 1 aanspelen en insnijden voor een doorloopbal uit de ruimte.
- Welke korf scoort het eerst 7x?
- Dan draai je door.
- Zorg er steeds voor dat je de juiste volgorde aanhoudt om door te schuiven naar de bij oefening.
- Speler 1 is aangever/rebounder.
- Speler 2 is schutter in beweging.
- Doel is dat de schutter steeds tot schot komt, en dat de aangever ook de rebound verzorgt.
- Je krijgt 90 seconden de tijd om als schutter een zo lang mogelijke reeks doelpunten te maken, zonder dat de rebounder de bal laat vallen.
- Valt de bal toch op de grond, start de schutter opnieuw van 0. (uitzondering is wanneer het doelpunt is, dan mag de bal max 1x botsen).
- Schuif weer door in de juiste volgorde naar de bij oefening.
- Doel:
- Reboundduel zo realistisch mogelijk benaderen zonder fysiek contact, maar door positioneren en anticiperen goed rebounden.
- Er liggen een aantal hoedjes verspreid over het hele veld, wel in verschillende kleuren.
- De coach roept 'wit', dan moeten alle kinderen zo snel mogelijk naar een wit hoedje toe rennen.
- Er is 1 hoedje te weinig per kleur, dus het kind die niet bij een hoedje staat moet een zelf bedachte opdracht doen.
- Voorbeelden opdracht:
- Een rondje rennen.
- Opdrukken.
- 5x zo hoog mogelijk springen.
- Een sprintje trekken.
- 2x scoren bij en korf.
- Aangeefpositie en rebounder onder korf, aanvaller vooraan: (indien met 4 gaat er een verdediger op de lange lijn lopen en passief druk geven)
- Aangever speelt bewegende aanvaller aan, en komt mee uit.
- Uitlopende aangever krijgt de bal terug.
- Aanvaller gaat lang lopen en tot schot komen. (let er op dat er duidelijk in 2 lijnen wordt lang gelopen, vaak de neiging om in 1 lijn te lopen)
- Na het schot naar binnen vallen voor een doorloopbal met 1 hand.
- Schot binnen is 2 punten, doorloopbal is 1 punt.
- Doel is om 20 punten te halen.
- Bij het halen van 10 punten, wissel je van richting.
- Cruciaal is de passing, en het 'aanvallen' van de bal door de schutter.
- Voor een goede pass ben je met 2 verantwoordelijk.
- Reeks bestaat uit 3 kansen:
- Start uit vrije worp.
- Vervolgens krijg je de bal aangespeeld op een loopactie vooraan. (buitenste hand)
- Ga je na overbrengen op andere hand (breed stappen) de aangever opnieuw aanspelen voor een doorloopbal.
- Zet door voor een schot achter de korf.
- Welk team scoort het eerst 20x.
- Schutter op ongeveer 4 meter voor de korf, 2 aangevers met elk een bal en elk aan een kant van de paal op +/- 3 meter:
- Schutter loopt breed en krijgt de bal aangespeeld op de buitenste hand, speelt met die hand terug op de aangever.
- Vervolgens loopt hij/zij breed tot op hoogte van de andere aangever, en krijgt wederom de bal op de buitenste hand aangespeeld.
- Speel de bal opnieuw in.
- Loop vervolgens opnieuw breed op de eerste aangever en dit keer ga je bij balontvangst schieten.
- Herhaal door opnieuw in te starten op de andere aangever.
- Draai door na 2 schoten.
- Je merkt dat je zowel op links als rechts gaat schieten.
- Welke korf scoort eerst 15x.
- 2 kegels 5 à 6 meter van de korf, en zelfde afstand breed uit elkaar.
- Aangever onder korf met bal (eventueel rebounder)
- Schutter midden tussen de 2 kegels.
- Lateraal beweging richting kegel.
- Aanspelen door aangever.
- Als aangever 'JA' roept, mag deze schieten.
- Als aangever 'NEE' roept, moet je terug inspelen en opnieuw in starten naar andere kegel waar alles herhaalt wordt.
- Om de 2 schoten door wisselen.
- Per korf 15x scoren.
- Neem om de beurt 5 kansen:
- Schot uit beweging op rechterbeen voor de korf. (wedstrijdgerichte afstand)
- Idem op het linkerbeen.
- Neem vervolgens een doorloopbal.
- Neem een kort schot achterkant korf.
- Eindig met een strafworp.
- Bedoeling is om individueel minimum 3 van de 5 kansen te scoren (je werkt de opdracht ondanks alles af).
- Hier moet iedereen in slagen, zo niet herhalen we en krijgen ze op het einde van de oefening een looplijntje cadeau.
- Slaagt iemand er in om 5 op 5 te scoren, kan hij/zij één persoon die geen 3 op 5 heeft vrijkopen.
- Oefening wordt maximaal 4 keer gedaan (suicide met max. 4 keerpunten).
- 3-tal oefeningen met verdediger op 80%. (kans toestaan)
- 10-tal doorloopballen.
- 10-tal korte kansen (2-3m) uit beweging.
- 10-tal schoten (5-6 m) uit beweging.
- 4-4 partijen zonder opdrachten.
- Per aanval 4 ballen.
- Doelpunt is bonusaanval.
- Na 1 ronde vak bij elkaar en bespreken wat goed en minder goed ging.
- Na 2 rondes door wisselen.
- Wissels aan zijkant korf tegenover elkaar en schieten.