facebook pixel

Korfbaloefeningen voor de techniek passing / opbouw / aanval / vrijlopen

Zet 2 palen tegenover elkaar op ongeveer 7 meter. De speler met de bal staat rechts naast de paal, de speler zonder bal staat links van de paal ongeveer 1,5 meter voor de paal. De persoon met de bal gooit naar de overkant naar de persoon zonder bal en maakt daar een doorloopbal. Na iedere doorloopbal wordt er doorgewisseld.

De volgende doorloopbaloefening combineert het nemen van de doorloopbal met een stukje conditie, timing en samenwerking. De oefening wordt uitgevoerd met drietallen. Je zet een pionnetje voor de korf op een meter of 6-7, en op diezelfde afstand ook een pionnetje achter de korf. Speler 1 begint bij de pion voor de korf, speler 2 begint met bal onder de korf, en speler 3 begint bij de pion achter de korf.

Speler 1 begint met het nemen van een doorloopbal. Tegelijk begint nummer 3 achter de korf ook met lopen om de bal af te vangen. Nummer 1 krijgt de bal van nummer 2 en neemt de doorloopbal. Na zijn doorloopbal loopt hij door naar de achterste pion. Na het aangeven loopt nummer 2 naar de voorste pion, draait hier omheen, en de oefening begint opnieuw. De bal mag niet op de grond vallen, dus niemand kan verzaken en een lager tempo lopen.

Belangrijk bij de oefening is dat het tempo van de lopers hoog blijft, en dus mogen spelers niet wachten totdat de andere loper ook klaar staat. Om te stimuleren dat spelers de bal niet op de grond laten vallen, kan je met de puntentelling hier rekening mee houden. Een doelpunt telt als punt, maar de bal op de grond laten vallen betekent een punt er af.

  • De kinderen maken 15 doorlopers in 5 minuten met de gehele groep.
  • Gebeurt dit niet is er een consequentie!
  • Een speler met bal ruim achter korf
  • Aanvaller met verdediger voor de korf
  • Aanvaller moet steeds na schot voor lijn hoedjes lopen
  • Daarna wachten tot passer bal ruim gooit zodat hij naar achteren lopen kan schieten
  • Wisselen na doelpunt
    • Druk: 
      • Verdediger loopt rustig mee
      • Verdediger 75%
      • Verdediger volledige druk


schot-vanuit-lange-pass-onder-druk-1

Twee teams van maximaal 4 personen, 1 bal.
Aan beide zijden 2 personen in het veld, overige personen achter de achterlijn.

Doel:
in 1x scoren in het andere veld (binnen de lijnen).

Regels:
Start met eenvoudige onderhandse service
We spelen onderhands tennis, dus in 1x over het net.
Moeilijke bal mag 1x stuiteren, maar dan moet de bal terug met : 1 hand, een voet, of het hoofd.

Fout gemaakt => uit het veld, naar de achterlijn, nieuwe speler neemt t over.

15 minuten basket bal werpen

Oefening 1: gooien 
  • aanloop van kegel positie V naar positie III kant A.
Oefening 2: 1 arm gooien 
  • aanloop positie II en bal vangen met gestrekte arm.
Oefening 3: met toetsen en tussentoets OH & TT.

Oefening 4: TB worden vervangen door bal , speler loopt aan en toetst naar speler op positie 2.

Oefening 5: speler op positie 5. 

Oefening 6: speler kiest 2 of 5 - overspelen naar plaats waar hij niet staat. 
  • speler 1 en 2 staan tegenover elkaar op ongeveer 3 meter. 
  • speler 3 staat ongeveer 3 naast speler 2. 
  • speler 1 gooit de bal met één hand naar speler 2. 
  • speler 3 moet proberen om de bal er tussen uit te tikken. 
  • het is nu belangrijk dat er op tijd en goed gegooid wordt anders kan de speler 3/de verdediger de bal pakken.
  • Vierkant maken met 3 pilonnen en 1 paal. (bij vier spelers). 
  • Wanneer je 5 spelers hebt breid je deze uit met een vierde pilon. 
  • Er wordt snel gepast van pilon 1 tot de laatste pilon. 
  • Deze probeert te scoren. Na pass of schieten draait iedereen direct een pilon verder. 

Neem samen 30 doorloopballen om warm te worden

  • Neem per persoon 10 doorloopballen en scoor er minstens 8.
  • Vakken bij elkaar, twee spelers (heren/dames dit zijn A(anvaller) en V(erdediger) voor in het plaatje) in de linker hoek voor de korf.
  • Een speler links (links achter de korf) daarnaast en rechts daarnaast (rechts achter de korf).
  • In het tweetal is een aanvaller en een verdediger.
  • De aanvaller heeft de bal, plaatst de bal naast hem (links of rechts) en pakt de rebound.
  • De verdediger gaat de rebound bemoeilijken maar geeft hem in eerste instantie wel weg (deze verdedigt voor).
  • De speler die de bal niet toegespeeld krijgt vult het plekje van de aanvaller/rebounder op.
  • De twee spelers voor de korf komen na een of twee dubbels tot schot.
    * Wie pakt van de vijf schoten de meeste rebounds?
  • 1 aangever 
  • 1 verdediger 
  • 1 aanvaller 


  • Aangever bij pion 
  • Aanvaller rent tussen 2 of 4 pionnen om bij pion een bal te ontvangen