Korfbaloefeningen voor de techniek schot / scoren / schieten
- Maak met 2 of 3 tallen 100 doelpunten
- 40 doorloopballen
- 25 strafworpen
- 15 uitwijkballen
- 20 afstandsschoten
- Dame onder de paal gooit uit
- Ontvanger van de bal schiet,
- De afgevangen bal gaat weer naar de schutter,
- De andere dame komt in het zicht van de balbezitter en krijgt de bal aangespeeld.
- Zij schiet.
- Vervolgens krijgt zij de bal terug en komt de eerste dame in het zicht van de aangever en schiet.
- Na 10 schoten wordt van functie gewisseld.
- Elke speelster komt 3x onder de paal.
- Welk drietal scoort meer dan 15 x
- Onder de paal wordt de bal naar buiten gespeeld,
- De andere dame loopt weg van balbezitter en krijgt ene diepe bal, de paaldame sluit aan, krijgt de bal en schiet.
- De eerste dame vangt de bal af en speelt deze weer naar de schutter die de bal weer diep plaatst enz.
- Welk 3 tal scoort als eerste 3x
- Met tweetal op de korf schieten tussen de 3 en 5 meter
- Na 5 schoten wisselen van functie
- 15x scoren
- Idem maar nu wordt de bal bewust ongeveer 0,5 meter naast het lichaam geplaatst
- Loop/spring in de bal
- 10x scoren
- Speler start steeds vanuit het midden.
- Speler plaatst de bal naar de aangeef en loopt naar pylon 1 ontvangt de bal terug en komt tot schot
- Rebound vangt af
- Speler loopt ondertussen naar het midden en loopt naar de volgende pylon
- Dit doe je om en om 1 speler 1 minuut
- Aantal gescoorde doelpunten telt
- Variant:
- Afvang laat de bal op de grond vallen is een punt er af
- Variant op schot beweging driehoek
- In plaats van een schot
- Start rebound weg voor een korte kans
- Speler voorin blijft aanspeelpunt
- Aangeeft neemt positie van rebound in (1/5)
- Variant 2:
- Speler voorveld loopt een rugkant (ruimte)
- Bal diagonaal en gooiende speler komt er naast
- Per 2-tal beide 2 keer scoren op 4/5 meter dan naar de volgende paal (kan elkaar inhalen)
- Team dat het eerste terug is op de eigen korf wint.
- Idem db 4 per persoon (PP)
- Idem 4 stippen pp, mis is weer starten met tellen bij 0
- Schot pp vanaf pylon (afstand), 3 scoren, is pylon in het midden halen.
- Zijn ze op, mag je ze bij een ander weg pakken, tot je er als paal 5 hebt.
- Speler 1 begint op een paar meter van de korf om te beginnen met een afstandsschot.
- De bal wordt afgevangen door speler 2 en er wordt door speler 1 een doorloper gemaakt.
- De bal wordt weer afgevangen en speler 1 maakt een kortkansje van achter de korf.
- Als geen van deze 3 kansen zit, moet de speler het opnieuw doen.
- Zit een van de 3 kansen wel, mag de volgende speler het gaan proberen.
- Tweetal per korf.
- Op vijf meter voor de korf staat een aanvaller, deze schiet 3x op de korf, elk doelpunt is twee punten.
- Onder de korf staat een rebounder.
- De rebounder onder de korf moet de bal binnen één stuit vangen, anders gaat er één punt afgetrokken van de totaal score.
- Na drie schoten wordt de rebounder schutter en de schutter wordt rebounder.
- Welk team heeft het eerst 15 punten?
- Stel zes korven op.
- Onder elke korf een vaste aangever met bal, de overige spelers op de middenstip.
- Overige spelers maken op elke korf twee doorloopballen. Na de ronde wisselen van aangevers, dan nog een ronde.
- Op elke korf maak je één uitwijkbal links. Na de ronde wisselen van aangevers, dan nog een ronde.
- Op elke korf maak je één uitwijkbal rechts. Na de ronde wisselen van aangevers, dan nog een ronde.
- Een minuut lang is één speler aan het werk
- Zet vier hoedjes rondom de korf op ca. 3/4 meter, één voor, één links, één rechts en één achter de korf.
- De schutter begint voor de korf.
- De afvang staat met bal onder de korf
- De actieve speler krijgt de bal en schiet en loopt daarna direct door naar de volgende pion naast de korf. Loop 1 min. linksom en schiet uit beweging bij elke pion.
- Na één minuut wisselen van afvang en actieve speler
- Doe hetzelfde maar loop dan rechtsom.
Tweetallen:
- Nummer 1 met bal begint voor de korf.
- Nummer 2 staat links of rechts voor de korf.
- Nummer 1 gooit naar nummer 2 en trekt vervolgens weg naar de kant waar nummer 2 niet staat.
- Dus staat nummer 2 links van de korf, loopt nummer 1 naar de rechts
- Nummer 2 gooit de bal naar nummer 1, waarna nummer 1 tot schot komt.
- Nummer 1 moet zijn eigen bal afvangen
- Tijdens het schot van nummer 1, sprint de nummer 2 naar de pion, die op een willekeurig plek op het veld staat
- plaats op het veld is afhankelijk van niveau kind
- Schiet nummer 1 raak heeft diegene één punt, vangt de nummer 1 de bal af voordat nummer 2 bij de pion is, krijgt de nummer 1 óók een punt.
- dus mogelijkheid om 2 punten te halen
- Wissel van functie.
- Wie als eerste 6 punten haal, heeft gewonnen (variatie mogelijk)
- Is het sprinten te makkelijk: Voeg een extra pion toe, waardoor de sprint afstand groter wordt en er bijvoorbeeld een snelle bocht gemaakt wordt.