Tennisoefeningen voor de techniek service
Correcte Balworp
- Zorg voor een consistente en nauwkeurige balworp.
- Plaats je voeten in de juiste positie voor stabiliteit en balans.
- Gebruik de hamergreep voor een effectieve service.
- Voer een volledige pronatie uit tijdens de slag.
- Zorg voor een goede uitzwaai voor maximale kracht.
Opslag
- Correcte tos van de bal
- Positie van de voeten
- Hamergreep
- Pronatie uitzwaai
Wedstrijd
- Puntentelling
- Uitleg/ tonen puntentelling
- Visueel maken
- 15 = klein potje,
- 30= kegeltje,
- 40= grote kegel,
- GAME = rood potje
- Bal en opslag in/ uit
- laten spelen (eventueel iemand extra om mee te tellen)
- De spelers gaan tegenover elkaar staan.
- Bij iedere speler staan 4 pionnen.
- Het doel is dat je met de service probeert de pionnen van je tegenstander in één keer om te slaan.
- Je krijgt telkens 2 ballen om pionnetjes te raken.
- Zijn alle 4 de pionnen om dan heb je gewonnen.
- Je slaat om de beurt twee ballen.
- Heb jij geslagen dan is je tegenstander aan de beurt.
Serve/ aangeefbal
- zonder bots
- naar middenzone
- Wedstrijdvorm (naar obstakels, iets met potjes zetten of ander puntensysteem)
- Daarna naar ontvanger
- Bal 1 en 2 lukken in de raley
- Daarna 4...
Wedstrijd
- Puntentelling
- Uitleg/ tonen puntentelling
- Visueel maken
- 15 = klein potje,
- 30= kegeltje,
- 40= grote kegel,
- GAME = rood potje
- Bal en opslag in/ uit
- laten spelen (eventueel iemand extra om mee te tellen)
In middenzone staan potjes/maak je een duidelijk vak
- Kinderen staan op 1e witte lijn en zenden onderhands de bal in het vak
- Als dit goed gaat, 2e lijn proberen
- Om de beurt:
- als er meer dan 2 kinderen zijn dan 3e aan de overkant en probeert bal na de bots terug te sturen ("verdedigen")
- Zorgen voor opengedraaide houding, bal met gestrekte arm raken, bal op de juiste plaats laten vallen, uniturn,...
- Elke leerling gaat serveren en probeert de ballenpion om te slaan.
- Zo kan je de pionnen op elke plek leggen in het service vak om ze om te slaan.
- De coach houdt twee hoepels op schouderhoogte omhoog
- De spelers slaan zachte ballen gericht door de hoepels.
Afsluiting van de les: dubbelen
- De spelers gaan tegenover elkaar staan.
- Bij iedere speler staan 4 pionnen.
- Het doel is dat je met de service probeert de pionnen van je tegenstander in één keer om te slaan.
- Je krijgt telkens 2 ballen om pionnetjes te raken.
- Zijn alle 4 de pionnen om dan heb je gewonnen.
- Je slaat om de beurt twee ballen. Heb jij geslagen dan is je tegenstander aan de beurt.
- Laat de spelers naar elkaar overspelen op de plek waar ze staan.
- Verander na een aantal keer de plek waar ze staan.
Opstelling:
- Zet de spelers per tweetal achter elkaar met hun gezicht richting de muur.
- Per tweetal 1 tennisbal.
Oefening:
- Speler 1 staat het dichtst bij de muur en begint de oefening door de bal tegen de muur te gooien.
- Speler 2 vangt de bal.
- Speler 1 loopt ondertussen via de rechterkant terug en vangt vervolgens de bal die speler 2 net tegen de muur heeft gegooid.
- Herhaal minstens 20 maal.
- Maak de oefening moeilijker door de bal op te laten vangen in een hoedje.