Tennisoefeningen voor de techniek warming-up

Uitvoering
  • Leg een bal op het racket van elke speler.
  • De spelers proberen elkaars ballen te stelen zonder dat hun eigen bal van het racket valt.
  • Als de bal van een speler gestolen wordt of eraf valt, moeten ze een rondje rennen.
  • Pas de oefening aan op basis van de leeftijd van de spelers.
Uitvoering
  • Leg de bal op het racket en laat de bal over de snaren rollen zonder dat hij eraf valt.
  • Houd de bal op het racket terwijl je de vloer aanraakt, gaat zitten, opstaat, hinkt, en rent.
  • Probeer het racket steeds op borsthoogte te houden.
  • Gooi de bal met het racket omhoog en vang hem weer op met het racket.
  • Gooi de bal een stukje voor je uit, loop erachteraan en vang hem weer op met je racket.
  • Gooi de bal omhoog, laat hem één keer stuiten en vang hem dan met het racket op.
  • Blijf de bal omhoog spelen zonder hem op te vangen en probeer rond te lopen terwijl je de bal omhoog speelt.
  • Wie lukt het om dit zonder fouten en zonder iemand aan te raken?
  • Verschillende oefeningen waarin je springend op je voeten steeds in balans moet blijven, en anderen eruit moet sprinten
  1. 10 seconden op de plaats op je linkervoet hinkelen, sprint tot rode lijn
  2. Hetzelfde op rechts, sprint tot rode lijn
  3. Knieheffend op de plaats gedurende 10 seconden. Steeds op je tenen blijven staan zodat je sneller bent, sprint naar rode lijn
  4. 5 lunges op rechts, en 5 op links. Sprint naar rode lijn
  5. 3x zijwaarts over de orde heen en weer springen, sprint naar rode lijn
  6. Hetzelfde, maar nu met de rug naar het veld toe
sprong-balans-oefeningen-met-conditie-1
springoefening
1. Plank (30 seconden)

  • Op onderarmen en tenen
  • Rug recht, buikspieren aangespannen
  • Niet doorzakken!
2. Fietsen met benen (30 seconden)

  • Lig op je rug, handen achter je hoofd
  • Breng afwisselend je elleboog naar de tegenovergestelde knie
  • Rustig tempo, focus op controle
3. Brug (30 seconden)

  • Lig op je rug, knieën gebogen
  • Heupen omhoog, span buik en billen aan
  • Houd vast, langzaam terug
4. Russian Twists (30 seconden)

  • Zitpositie, voeten van de grond
  • Draai je bovenlichaam van links naar rechts
  • Eventueel met bal of flesje
5. Side Plank (2x 30 seconden)

  • Op je zij, steun op onderarm
  • Heupen van de grond, lichaam in rechte lijn
  • Wissel na 30 seconden van kant
6. Superman Hold (30 seconden)

  • Lig op je buik
  • Armen en benen van de grond, houd vast
  • Versterkt onderrug en bilspieren
core training

Doelstelling

  • Verbeteren van functioneel voetenwerk en explosiviteit
  • Technisch correct leren gooien met juiste slinger en voetplaatsing
  • Ontwikkelen van balcontrole bij vangen en weggooien
  • Bewustwording van stopstap en lichaamshouding na beweging


Fase 1 – Ladder + Gooien in Kar

Beschrijving:
De speler loopt een variatie in de speedladder (bijvoorbeeld 1-2 in, zijwaarts of skipping). Na afloop pakt hij of zij een bal en gooit deze in een kar op korte afstand.

Herhalingen:
5 tot 10 keer per speler

Aandachtspunten:

  • Actief voetenwerk
  • Gooien met focus en nauwkeurigheid

Fase 2 – Functioneel Benen-Spel met Technisch Gooien

Beschrijving:
Na de ladder eindigt de speler in een gooi-zone. Vanuit een actieve houding voert hij of zij een slingerbeweging uit (zoals bij forehand of backhand) en zet bewust de juiste voet naar voren tijdens het gooien naar een target of kar.

Herhalingen:
8 tot 10 keer per kant

Aandachtspunten:

  • Juiste slingerbeweging
  • Goede voetplaatsing: links voor bij forehand rechtshandig, rechts voor bij backhand
  • Gericht gooien, niet zomaar werpen
Fase 3 – Ontvang Drill: Vangen en Weggooien

Beschrijving:
De trainer of partner werpt of rolt een bal naar de speler. De speler vangt de bal, maakt een split-step, draait in, zet de juiste voet en gooit naar een vooraf bepaalde zone (links of rechts).

Herhalingen:
10 herhalingen, wissel van kant

Aandachtspunten:

  • Bal vangen met controle
  • Technische uitvoering bij het weggooien
  • Bewuste lichaamshouding en voetplaatsing

Fase 4 – Stopstap Drill

Beschrijving:
De speler sprint naar een pylon of markering, maakt een duidelijke en gecontroleerde stopstap, vangt een bal van de coach en gooit deze direct naar een doelzone.

Variaties:
Laat de speler starten in verschillende richtingen (voorwaarts, zijwaarts) en naar verschillende zones gooien.

Herhalingen:
5 per kant, 2 sets

Aandachtspunten:

  • Stopstap met balans
  • Controle over lichaam en bal
  • Technisch correcte uitvoering na de stop

Benodigdheden

  • Speedladder
  • Tennisballen
  • Karren, hoepels of andere doelen om in te gooien
  • Pylonen of markeringen
  • Eventueel een partner of trainer om ballen aan te spelen

  • Onderstaande situatie zet je 2x uit
  • De eerste hindernis is een speedladder waar je zijwaarts doorheen beweegt, door met 2 voeten in de speedladder te staan en met 1 moet daar buiten
  • Daarna kom je 3 hordes tegen welke zich opbouwen van laag naar hoog, waar je overheen moet springen
  • Onderweg neem je een zakje uit de emmer mee
  • Welk team heeft als eerste alle zakjes aan de andere kant en is daarna als eerste team naar de andere kant gesprint?
  • De eindsprint mag pas ingezet worden als het laatste zakje ligt!
BEWEGING EN REACTIE OEFENINGEN
(met tennisballen - per 2)

T-CATCH TENNIS BALL
STARTOPSTELLING
  • 2 spelers
  • 3 potjes
  • 2 tennisballen
UITVOERING
  • Speler A beweegt tussen potjes
  • Speler B houdt 2 tennisballen hoog
  • Speler A terug centraal, Speler B tikt tennisbal
  • Speler A vangt bal
RAPID FIRE BALL TOSS
STARTOPSTELLING
  • 2 spelers
  • 5 tennisballen
UITVOERING
  • Speler B gooit 5 tennisballen random in het veld, speler A probeert bal te raken na 1 bots

WATCH & CATCH BALL TOSS
STARTOPSTELLING
  • 2 spelers
  • tennisbal
UITVOERING
  • Speler A staat met de rug naar speler B
  • Speler B gooit moeilijk tennisbal over Speler A
  • Speler A vangt bal na 1 bots

COACH NOTES:
  • Beweging en reactie
  • Voetenwerk
  • Altijd terug naar homebase! 

Opwarming + ezeltje:

  • Opwarming; 3 toeren lopen rond het volledige tennisterrein (groene zone)
  • Naar elkaar opwarmen per 2 in mini-tennis
  • Ezeltje (zie tekening):
    • Spelers staan dicht bij elkaar in het midden van het terrein, met 2 aan iedere zijde.
    • De tennisbal op het net leggen, en laten rollen. 
    • De bal moet van de ene kant van het net naar de andere kant van het net gaan. 
    • Wie de fout maakt, verliest en is de ezel. 
drawing Opwarming + ezeltje
Actief/ lopen
- kinderen (3) 
  • 2 lopen rechtdoor naar kegels, leggen bal er op 
  • Kind 3 loopt tussen de leges heen en weer en verzamelt de ballen
- estafette 
  • Per 2 
  • Lopen naar lijn, iets bepaald gaan halen, teruglopen en high-five geven 
Gooien en vangen 
- gooien en vangen met potje 
  • hoepels (speler 1 gooit Lings of rechts in de hoepel van de ander, spl 2 gooit centraal terug)
  • mikken in bak (staat achter veld)  
    • Gooien vanaf verschillende stippen 
    • Oefening voordien (hoepels -> springen in, voet in-uit, ...)
- wedstrijdje op klein terrein
  • Gooien naar elkaar, elkaar moeilijk 
  • Buiten en binnen kunnen onderscheiden 
SWISS BALL BULLY
STARTOPSTELLING: 
  • Iedere speler krijgt een nummer
  • Swiss bal in het midden
  • Speler in ronde rond Swiss bal
UITVOERING
  • Spelers cirkelen rondt de bal, zijwaarts of achterwaarts-voorwaarts
  • wanneer nummer geroepen wordt, reageer, neem bal en werp naar de weggelopen spelers 
  • add-on: speler die geraakt wordt, pakt swiss ball en probeert nog iemand te raken

COACH NOTES: 
  • bewegen rond de cirkel
  • reageer op richtingsveranderingen
  • beweeg verbeteren, focus verbeteren



  • Je zet een netje in het midden van een half veld.
  • Aan de ene kant plaats je een heel veldje potjes, aan de andere kant 3 pannenkoekjes (alle 3 op een andere afstand & andere plaats).
  • De kindjes proberen het balletje op een potje te gooien.
  • Als dit lukt hebben ze een punt, en mogen ze hun potje gaan halen. Als dit niet lukt, proberen ze opnieuw op hetzelfde pannenkoekje.
  • Laat de kindjes goed weten dat de bal de eerste keer op het potje moet vallen voor een puntje te hebben, verhaaltje errond als de bal al op de grond gebotst is is deze opgegeten door de krokodillen of visjes in het water, dus kunnen ze geen puntje meer maken.
  • De kindjes verplaatsen zich telkens van pannenkoek als een bal op een potje is gevallen.
drawing Balvaardigheid: over net gooien (3-4 jaar)
  • De trainer zet een lijn van potjes in het midden van het veld, aan elke kant van deze lijn gaat ongeveer op 2 à 3 meter afstand kindjes staan (evenveel kindjes aan elke kant).
  • Ze proberen de kegeltjes om ter meeste om te stoten met een balletje rollend over de grond, door middel van hun racketje.
  • Als het lukt om een kegeltje om te stoten, mogen ze het kegeltje gaan halen en hiermee hun slang maken.
  • Op het einde tel je alle potjes van beide groepjes en kijk je wie er gewonnen is.
drawing Mikken met balletje & racket (3-4 jaar)