Beachvolleybaloefeningen voor de techniek verdediging / toetsen / onderhands / duiken
Spelverloop
- Speel op een half veld aan één kant van het net.
- De teams proberen de bal 10 keer over te gooien.
- Bij 10 succesvolle overslagen verdient het team een punt.
- Als de bal wordt onderschept, mag het team dat de bal heeft gepakt beginnen met overgooien.
- Wanneer de bal uit het veld gaat, krijgt de tegenpartij de bal.
Uitvoering
- Bouw een aanval op aan één kant.
- De blokkeerder staat voor de aanvaller, doet alsof hij springt en stapt naar achteren.
- De aanvaller speelt een korte bal over de blokkeerder.
- De blokkeerder verdedigt de bal waarna de rally verder gaat of de bal wordt gescoord.
- Wanneer de aanvaller in het midden komt, kun je beide kanten op trainen.
- Hetzelfde geldt wanneer de aanvaller kort diagonaal speelt.
- De blokkeerder maakt een stap in de diagonaal, doet alsof hij springt en rent dan om de diagonale bal te verdedigen.
- De eerste bal moet kort gespeeld worden. Daarna speel je tegen elkaar om het punt.
- Pas het toe in een situatie waarbij de aanvaller geen restricties heeft.
- Trainer of een speler gooit vanaf een tafel de eerste bal aan.
- De aanvaller mag de bal proberen te scoren in het gebied kort achter het net, langs de lijn of diagonaal.
Organisatie
- 6 speelsters per veld.
- 2 speelsters in opslag, elk aan weerszijde van het net op positie 1.
- Opslag naar positie 5 of 6.
- Opbouw en bal plaatsen naar de opslaggever.
- Opslaggever verdedigt naar positie 6.
- Speelster op positie 6 voert het eerste contact uit.
- Vorige aanvaller set de bal naar positie 2 voor de verdedigende speelster.
- Zolang er 2 ballen zijn, blijven doorgaan. Als er 1 bal is gevallen, gaan voor het punt.
- Kijk of de verdediger kort of diep staat.
- Korte bal is een pokey.
- Diepe bal is een technische bal.
Uitvoering
- Speler aan het net slaat de bal naar de verdediger.
- Verdediger verdedigt de bal voor zichzelf naar de juiste plaats om een set-up te geven.
- Verdediger verplaatst zich en geeft een set-up aan de netspeler.
- Netspeler slaat de bal naar de volgende verdediger.
- Na de set-up schuift de speler aan in de rij bij de verdedigers.
- Na 10 ballen doordraaien.
- Controle over de verdediging en voorbereiden voor een set-up.
- Zorg ervoor dat de set-up hoog genoeg is en op de juiste "arm" voor de aanvaller.
Doel
- Het doel is om de elementen te scheiden en om kwaliteit af te leveren. De bal passen naar de gewenste positie. Vervolgens in een aanvalspositie komen, en uitvoeren van de slagtechniek. Hierbij is de voorbereiding op de sprong en reikhoogte essentieel.
- Twee kanten van het net worden gebruikt.
- Speler 1 staat aan een kant van het net, gooit de bal op en slaat de bal naar speler 2, die in een service-pass positie staat. Hierbij is het belangrijk dat bij het aanslaan de gewenste techniek gebruikt wordt.
- Speler 2 passt de bal naar de trainer. Let hierbij op het passen naar de gewenste setpositie.
- De trainer vangt de bal en gooit deze meteen door in een perfecte setup (starten met een 1m set die een piek bevat).
- Speler 2 komt in positie voor de aanval, en valt aan in een specifiek gebied (gebruik pilonnen als doel).
- Na de aanval gaat de speler door naar de serveerpositie.
- Nadat speler 1 de bal heeft geslagen sluit deze achter het rijtje passers/aanvallers aan.
- Aanvalsrichting is in eerste instantie “slechts” rechts of links. Naarmate de oefening loopt kan het doel kleiner en nauwkeuriger gemaakt worden.
- De bal kan ook ingegooid worden in plaats van geslagen door speler 1.
- Speler 1 een meer gerichte opdracht geven.
- Spelverdeler gebruiken in plaats van de trainer die de bal vangt en gooit.
- Aanvalszones kleiner maken om de benodigde precisie te vergroten.
- Opbouwen van de aanval vanuit de service en aanvallen met een verdediging.
- Veld kan in zijn geheel of gedeeltelijk gebruikt worden.
- Doel is warm worden en focus
Beperking voorbeeld:
- Niet springen
- Alles 3 keer
- 3e bal OH
- Kleiner veld
Progressie:
- Met punten
- Veld vergroten
- Opdracht moeilijker maken
- Veld kan in zijn geheel of gedeeltelijk gebruikt worden.
- Doel is warm worden en focus
- Beperking voorbeeld:
- Niet springen
- Alles 3 keer
- 3e bal OH
- Kleiner veld
- 2 duo's blijven staan, 3 duo's in king of the court vorm, 4 duo dubbel indraaien
- Progressie:
- Met punten
- Veld vergroten
- Opdracht moeilijker maken
- 1 duo aan beide kanten
- 1 speler aan het net
- Andere spelers achterin, dus het hele veld!
- Verplicht 3x spelen, laatste bal moet onderhands.
- Na bal over het wisselen voor en achter gelijk
- 1 Duo in het veld
- A aan de andere kant van het net.
- Blauw staat aan het net. Tegenover de aangooier Rood.
- Klap op de bal, B naar achter. Diepe bal.
- Pass, set, aanval.
- Basis aanval is shot terug naar de aangooier.
Doelen
- Aflopen en gecontroleerd aanvallen
Progressies:
- Moeilijker gooier
- Aanvals opdracht veranderen
- Korte bal toevoegen
- Opdracht positie pass en set
- Twee tegen twee
- Trainer brengt bal in
- Teams spelen rally tegen elkaar
- Degene die verliest gaat eruit
- Wissels komen erin
Opstelling:
Welk team haalt meeste goudstukken/ pittenzakjes binnen?
Welk team haalt meeste goudstukken/ pittenzakjes binnen?
- 1 bank & één-tegen-allen
- 2-4 dievenbendes
- 1-2 bewakers.
Spel bestaat uit 4 spelrondes:
Spelronde 1:
Spelronde 1:
- Dief - aanvaller: per post slechts 1 actief & 1 goudstuk per keer proberen uit de bank te stelen.
- Verzamel in eigen kluis -hoepel-.
- Bewaker - verdediger- mag enkel buiten de bank verdedigen.
- Als de dief wordt gepakt dus aangetikt, moet hij het goudstuk achterlaten in het politiekantoor -onder een kegel.
- Welk team heeft meeste goudstukken kunnen stelen?
Spelronde 2:
- Verdeel goudstukken gelijk over de dieven.
- Dieven: verplaats jullie goudstukken veilig 1-voor-1 naar andere kluis -van de ene naar de andere hoepel.
- Dief -aanvaller: loop rond je kegel zonder dat de bewaker je pakt.
- Agent -verdediger: mag in dit geval enkel binnenin de bank verdedigen.
- Als de dief wordt gepakt -aangetikt, moet hij het goudstuk achterlaten in het politiekantoor -onder een kegel.
- Welk team heeft meeste goudstukken veilig kunnen overbrengen?
Spelronde 3:
- Dieven: steel gedurende x-tijd zoveel mogelijk goudstukken uit andere kluis.
- Dief -aanvaller: verplicht heen & weer door bank = let op bewaker in de bank.
- Bewaker mag enkel binnen de bank verdedigen.
- Als de dief wordt gepakt dus aangetikt, moet hij het goudstuk achterlaten in het politiekantoor -onder een kegel.
Spelronde 4:
Idem aan spelronde 3, maar met dubbele bewaking 1 bewaker buiten & 1 bewaker binnen de bank.
Welk team heeft na 4 spelrondes de meeste goudstukken in zijn bezit?
- Speler aan het net slaat de bal naar de verdediger.
- Deze verdedigt de bal voor zichzelf naar de gepaste plaats om een set te geven.
- Hij verplaatst zich tot daar en geeft een set aan de netspeler.
- Die laatste slaat de bal naar de volgende verdediger.
- Na de set, aanschuiven in de rij bij de verdedigers.
- Na 10 ballen doordraaien .
Doel van deze oefening is controle over de verdediging en aanbrengen voor een set.
Bij de setting; bal hoog genoeg aanbrengen en op het juiste "arm" voor de aanvaller.
Bij de setting; bal hoog genoeg aanbrengen en op het juiste "arm" voor de aanvaller.