Handbaloefeningen voor senioren
Uitvoering
- 4 keer normaal heen en weer rennen
- 2 keer linkerarm losdraaien
- 2 keer rechterarm losdraaien
- 2 keer hakken-billen
- 2 keer knie heffen
- 2 keer zijpas
- 2 keer kruislings
- 2 keer normaal heen en weer
- 2 keer sprinten
- Armen en benen rekken
Uitvoering
- Rol de bal 5 meter vooruit en pak hem op vanuit een loopbeweging. Doe dit over het gehele veld en loop buitenom terug.
- Gooi de bal omhoog en vang hem tijdens het lopen. Herhaal dit over het gehele veld en loop buitenom terug.
- Schuif zijwaarts over het veld met de bal boven het hoofd. Doe dit over het gehele veld en loop buitenom terug.
- Maak een kruispass zijwaarts met de bal boven het hoofd. Herhaal dit over het gehele veld en loop buitenom terug.
- Voer knieheffen uit terwijl je de armen zwaait en de bal in één hand vasthoudt. Halverwege het veld hakken tegen de billen. Herhaal dit 2 keer.
Uitvoering
- Pass van B2 naar B6, vervolgens terug naar B2.
- Pass naar B1 en weer terug naar B2.
- B2 schiet op doel.
- R1 probeert het schot te blokkeren.
- Herhaal de oefening aan de andere kant.
Uitvoering
- Werpen met stuit.
- Lage stuit.
- Hoge stuit.
- Zo hard mogelijk via de grond werpen.
- Let op de gehele beweging.
- Zorg voor een goede voetplaatsing, met de juiste voet voor.
- Houd de bal op de hand, knijp niet in de bal.
- Breng de bal langs het hoofd naar voren.
Uitvoering
- Pass van B1 naar B2.
- Pass van B2 naar B3.
- Pass terug van B3 naar B2.
- Pass van B2 terug naar B1.
- Pass van B1 naar B4.
- B4 schiet op doel.
- B1 kan kiezen tussen een worp of pass naar B4.
- Pass naar rechterhoekspeler (R2).
Uitvoering
- B1 speelt de bal naar de medespelers en loopt achterlangs om terug te keren naar het beginpunt.
- Strekworp
- Sprongworp
- Met stuit
- Stootworp
- Twee-handig
- Links
- Rechts
- Rollen
- Met twee handen
- Met één hand
Uitvoering
- Blauwe spelers steken over het veld.
- Rode spelers proberen de ballen van de blauwe spelers weg te tikken.
- Wanneer een bal is weggetikt, verdedigt de speler mee totdat iedereen zijn bal kwijt is.
- Voeg extra verdedigers toe om de uitdaging te vergroten.
- Bij het veroveren van de bal: zodra je de bal op de grond hoort, steek je jouw hand tussen de bal en de hand van de tegenstander.
- Val aan aan de zijde van de bal.
Opzet
- Verdeel de groep in vier teams.
- Gebruik een pak speelkaarten en leg de kaarten met de achterkant naar boven in het veld.
- Wijs elk team een type kaart toe: schoppen, klaver, ruiten of harten.
- Elk team vormt een rij bij zijn of haar pilon.
- De voorste speler gaat op zoek naar een kaart.
- Als de juiste kaart is gevonden, neemt de speler deze mee terug naar het team.
- Als de verkeerde kaart is gevonden, laat de speler deze liggen en keert terug naar het team.
- De teams verzamelen om de beurt de kaarten.
- Het team dat als eerste alle kaarten heeft verzameld, wint.
Voortbewegen met bal
- Tippen met de bal: rechts, links of afwisselend.
- Bal rollen, oppakken en weer rollen.
- Bal omhoog gooien, eventueel één keer laten stuiten en opvangen.
- Bal achter de rug omhoog gooien en voor weer opvangen.
- Bal om de heup heen cirkelen.
- Bal onder de knie door bij elke pas.
- Idem, met knieheffen.
- Voetbaldribbel.
- Bal voor je houden en lopen met hakken-billen of knieheffen.
- Werpschijnbewegingen maken tijdens het lopen.
- Passeerbewegingen maken tijdens het lopen.
Uitvoering
- Linkeropbouwer (LO) start in en ontvangt de bal van de middenopbouwer (MO).
- LO tikt met de bal de linker mat aan die tegen de kast staat.
- LO speelt de bal terug naar de MO.
- LO loopt om de pion heen en krijgt de bal terug van MO.
- LO speelt de bal naar de aansteller op rechts.
- LO ontvangt de bal terug van de aansteller en rondt af zonder te stuiteren.
- LO neemt de plek in van de aansteller op rechts.
- Herhaal de oefening vanuit de andere kant met de rechteropbouwer (RO).
Doel
- Blauw moet met de bal de pion aantikken door middel van drie passen en stuiteren.
- Rood verdedigt door met de bal blauw weg te duwen.
Uitvoering
- Blauw begint met de bal en moet in maximaal drie passen, gecombineerd met stuiteren, de pion zien aan te tikken.
- Rood verdedigt door met de bal blauw fysiek weg te duwen, waardoor het moeilijker wordt voor blauw om de pion te bereiken.
Variatie
- Rood verdedigt zonder bal en voert een frontale verdediging uit door de schouder of heup van blauw te blokkeren.
Uitvoering
- Speler start tussen de pionnen.
- Tik de eerste pion aan en kom naar het midden.
- Ontvang de bal hoog en speel deze direct terug.
- Tik de andere pion aan en kom weer naar het midden.
- Herhaal dit gedurende ongeveer 30 seconden in hoog tempo.
- Wissel van speler en herhaal 2 keer.
Variatie 1
- Kom diagonaal uit vanaf de pion naar het midden.
- Ontvang de bal hoog en speel terug.
- Beweeg schuin/achterwaarts diagonaal naar de andere pion.
- Herhaal deze reeks 2 keer.
Variatie 2
- Start vanuit het midden en beweeg rechtstreeks naar voren.
- Vang de bal hoog en speel hem terug.
- Beweeg achterwaarts terug naar het midden.
- Herhaal de beweging naar voren en terug 2 keer.