Handbaloefeningen voor de techniek werpen / gooien
- Materialen
- 3 palen, vijf trainingshoedjes.
- Genoeg ballen bij de (linker en rechter opbouw) op de grond neerleggen.
- Zet op iedere opbouw positie een paal op de 6 meter.
- Tussen de palen op de 6 meter leg je aan de linkerkant en rechterkant een trainingshoedje neer.
- Je legt op de opbouwposities vanaf waar de spelers moeten staan ook drie trainingshoedjes neer.
- Hierachter verdeel je de spelers over drie rijtjes.
- Oefening:
- (Linker opbouwer)
- Linker opbouwer start in met bal en zet druk richting het doel tussen de palen bij het trainingshoedje ( tussen 2 en 3) aan de linker kant van de paal op het midden.
- Daarna bal doorspelen aan de in startende midden opbouwer. Direct weer goed achteruit gaan en richting zijlijn om het spel breed te houden.
- (Midden opbouwer)
- De midden opbouwer start in zonder bal (let op de goede timing) na ontvangst van de bal.
- Druk zetten richting het doel tussen de palen bij het trainingshoedje ( tussen 2 en 3) aan de rechter kant van de paal in het midden.
- Daarna bal doorspelen aan de in startende rechter opbouwer.
- Direct weer achteruit gaan om weer genoeg speelruimte te maken. (Als midden opbouwer moet je ook altijd weer goed aanspeelbaar zijn voor de linker en rechter opbouwer!).
- (Rechter opbouwer)
- De rechter opbouwer start in zonder bal.
- (Let op de goede timing) na ontvangst van de bal afronden op het doel!
- Net aan de binnenkant paal op de rechter opbouw of net er voor!
- Ben je aan de beurt geweest, schuif je een rijtje door en sluit achteraan bij een nieuwe opbouw positie.
- De bal neerleggen bij het rijtje op de linker of rechter opbouw.
- Buitenom teruglopen naar een nieuwe opbouw positie.
- Nu start de oefening opnieuw, maar nu start de rechter opbouw met bal.
- De rechter opbouw start in met bal, druk zetten richting het doel tussen de palen bij het trainingshoedje ( tussen 2 en 3) aan de rechter kant van de paal in het midden.
- Direct weer goed achteruit gaan en richting zijlijn om het spel breed te houden.
- Daarna bal weer doorspelen aan de in startende midden opbouwer.
- (Midden opbouwer)
- De midden opbouwer legt nu druk naar het doel tussen 2 en 3 aan de linkerkant van de paal bij het trainingshoedje.
- Daarna bal doorspelen aan de in startende linker opbouwer
- (Linker opbouwer)
- Afronden op het doel!
- Net aan de binnenkant paal op de linker opbouw of net er voor!
- (Linker opbouwer)
- Uitbreiding:
- 3 Verdedigers erbij.
- Alle spelers verdelen over alle posities.
- Alle ballen bij de linker en rechter hoek.
- linker hoek start in met bal drukleggen tussen 1 en 2 doorspelen naar de linker opbouw enz. rechter hoek rond af.
- Daarna start rechter hoek in met bal en rond links af.
- Ben je geweest 1 rijtje doorschuiven met de klok mee en achter aan sluiten.
- Je plaatst 4 pionnen in een vierkant ca 6x6m.
- Spelers stellen zich verdeeld op bij de pionnen, eventueel in een rijtje.
- 1 speler krijgt de bal, gaat rustig lopen naar de volgende pion en werpt de bal naar de eerste speler bij de volgende pion die ook al is gaan lopen.
- Zo gauw de bal is gevangen gaat de eerste speler bij de daarna volgende pion lopen en vangt weer de bal etc.
- Belangrijk, spelers lopen niet zijwaarts maar voorwaarts en buigen hun bovenlichaam zijwaarts.
- Let erop dat de spelers de bal in de handen van de volgende speler gooien.
- Hoe hoger de snelheid van de oefening hoe verder er vóór de speler moet worden geworpen.
- De oefening kan op allerlei snelheden, lopend en rennend worden uitgevoerd.
- 1 rijtje op de midden opbouw. Ballen hier op de grond.
- Op de overige posities één speler.
- Midden opbouwer start in met bal en zet druk richting doel, bal doorspelen naar de in startende linker opbouwer.
- De linker opbouwer legt na ontvangst van de bal druk richting doel en speelt de bal door naar de in startende linker hoek die vervolgens ook weer druk legt richting doel.
- De midden opbouwer komt achterlangs bij de linker opbouwer en maakt een korte wissel.
- De linker opbouwer loopt achterwaarts richting de midden opbouw en wordt nu midden en sluit achteraan bij het rijtje op het midden.
- (De midden opbouwer neemt de linker opbouw positie over) en ontvangt de bal van de linker hoek speler.
- Nieuwe linker opbouw (oude midden opbouwer) zet weer druk richting het doel.
- Speelt de bal door naar de nieuwe in startende midden opbouwer zonder bal.
- Midden opbouwer ontvangt de bal en legt druk richting het doel.
- Bal doorspelen naar de in startende rechter opbouwer.
- De rechter opbouwer legt na ontvangst van de bal druk richting doel en speelt de bal door naar de in startende rechter hoek die vervolgens ook weer druk legt richting doel.
- De midden opbouwer komt achterlangs bij de rechter opbouwer en maakt een korte wissel.
- De rechter opbouwer loopt achterwaarts weer naar de midden opbouw en wordt nu midden en sluit achteraan bij het rijtje op het midden.
- (De midden opbouwer neemt de rechter opbouw positie over) en ontvangt de bal van de rechter hoek en speelt de bal weer door naar de in startende nieuwe midden enz.
- Je hebt 2 teams op een volleybalveld met aan de achterkanten van het veld allebei een klein goal.
- Er staat aan allebei de kanten 1 speler en de andere spelers staan aan de zijkant van het veld.
- 1 speler gooit de bal op het goal van de tegenstander de speler die gooit gaat uit het veld en een andere speler van het team gaat erin.
- De keeper pakt de bal en gooit dan op goal en gaat eruit.
- Zo gaat het de hele tijd door.
- Als je scoort krijgt je team een punt.
- Met een sprongschot mag je niet over de middellijn heen landen en je mag dus niet over de middellijn heen.
- In het midden van één speel helft van de zaal twee palen neerzetten. (Ongeveer een halve meter uit elkaar).
- Een rijtje maken aan iedere kant van de zaal langs de zijlijn recht tegenover elkaar met de palen in het midden.
- Bij grotere groepen kan je meerdere kleinere groepjes maken, dus meer palen in het midden van de zaal zetten en meerdere rijtjes, dan blijft iedereen goed in beweging.
- De voorste speler van een rijtje heeft alleen een bal.
- De trainer geeft van te voren een opdracht welke passeer beweging er gemaakt moet worden om de palen heen.
- De spelers passeren elkaar in tegengestelde richting, dus botsen na het correct uitvoeren de opdracht niet tegen elkaar op.
- Diverse passeer bewegingen.
- Na passeer beweging vanuit een hoge arm bal doorspelen naar voorste speler rijtje langs de zijlijn en weer achteraan sluiten.
- Opdracht een paar keer herhalen en dan weer een nieuwe opdracht laten uitvoeren.
- Zie wat passeer bewegingen.
- 0 pas, side step, frontpas eerst naar rechts dan loopschot.
- 0 pas side step frontpas naar links dan loopschot.
- 0 pas en afdraai naar rechts.
- 0 pas en afdraai naar links.
- 0 pas en overhaal naar links.
- Side step naar links, frontpas en dan sprongschot.
- Side pas naar rechts, frontpas en dan sprongschot.
- Spelers verdelen zich over de linker en de rechter hoek.
- Elke speler heeft een bal. de hoek speelt de naar keeper en die gooit een halve break.
- Vanaf de middenlijn druk zetten naar het doel en vanaf de 9 meterlijn op doel schieten.
- Daar staat een verdediger en gaat proberen te blokken.
- De gene die de break heeft gelopen wordt verdediger
- Overspelen (2-tallen/ 3-tallen - lengte van het veld)
- Met strekworp (looppas)
- Overspelen met stuit bal (looppas)
- Overspelen met zij worp (looppas)
- Spelers verdelen zich linker en rechter hoek met bal
- 2 keepers / 1 keeper gaat aanspelen - halve break
- Links begint / sprint tot het midden / bal krijgen + afsluiten 9m vrij
- Speler die gegooid heeft wordt blokker voor de vlg speler die van rechts komt
- Deze speler wordt naar schot blokker voor de vlg speler
- Tot iedereen aan de buurt is geweest / dan kant wisselen / keeper wisselen ook
- Op de linker en de rechter opbouw liggen ladders aan het einde van de ladder staat een bank.
- Hoog tempo door de ladders heen, 1 stap op de bank en dat schieten op doel.
- Er is geen keeper maar er hangen hesjes in het doel, linker en rechter kruising.
- Beneden staan links en rechts een pion.
- De linker opbouw start en daarna de rechter opbouw
- Je kan variëren met het ladderen, verschillende loopvormen er door heen
- Alle spelers gaan met bal in 1 rij bij de middenlijn staan
- Om de beurt gooit iedereen op doel
- Uit stand gooien, uit de loop gooien en met sprongschot gooien
- Let op manier van gooien
- Bij deze oefening ga je van alle posities gooien in een bepaalde tijd.
- Iedereen start in de hoek.
- Spreek af hoe lang het team erover doet en hoe veel doelpunten ze maken van elke positie.
- Wanneer de tijd start gaat iedereen om de beurt op doel gooien.
- Het team probeert bijvoorbeeld van elke positie 8 keer te scoren.
- Als dit is gelukt.
- Dan ga het hele team naar de volgende positie en zo gaat dat bij elke positie verder.
- B1 speelt aanspeelpunt aan.
- Loopt door en ontvangt in de loop de bal en rond af met een loopschot.
- R1 blokt de bal. (springen en onderarmen tegen elkaar)