facebook pixel

Hockeyoefeningen voor de techniek slaan

  • A pass de bal met een push in de forehand van B
  • B neemt de bal open aan en flats de bal door naar C
  • C neemt de bal open aan en flats de bal door naar D
  • D neemt de bal open aan, maakt oogcontact met E,
  • E komt naar de bal toegelopen en neemt de bal in de loop aan en draait naar rechts met de bal aan de stick.
  • E maakt oogcontact met F, F komt in de bal gelopen en krijgt de bal van E die een harde push geeft in de forehand. 
  • F neemt de bal in de loop aan het draait naar links en drijft met de bal aan de stick de cirkel in en lijnt de bal of en slaat op goal
  • G kan later in de oefening toegevoegd worden als de oefening goed loopt, deze loopt dan voor de tip-in van F


drawing Pass oefening met open aannemen
Oefening met een opbouw over rechts met tip-in variatie er in. 

  • A Wil een vrij bal spelen en er is heel veel druk aan de voorkant. 
  • De bal wordt dus terug gespeeld naar B
  • B neemt de bal in de loop aan maakt oogcontact met de inlopende C die de bal aanneemt en weer oogcontact maakt met de dieplopende A
  • A neemt de bal open aan en drijft met de bal aan de stick op een hoge snelheid richting de achter lijn 
  • Maakt oogcontact met de doorgelopen C en geeft een 90 graden pass op de voorhand. 
  • C neemt de bal aan en lijn de bal op en rond af met een slag op goal, 
  • A staat daar actief om de bal eventueel te tippen als dit nodig is.
  • Naar de stag van C staat A gelijk klaar voor de tip van de bal die komt van D. 
  • D heeft een harde gerichte flats net of hij wil gaan scoren. 
  • A zorgt dat deze bal van richting veranderd en het goal in gaat. 


drawing Aanval over rechts met tip-in
  • Uitbereiding om het oefenen met de tip-in. Verder wordt er geoefend met het hard en zuiver pass naar elkaar.
  • A push de bal naar B op de forehand let op de techniek (handen uit elkaar, Linkervoet voor, kracht vanuit heel je lichaam halen, armen mee bewegen in de richting waar je heen gaat)
  • B push de bal weer terug naar A, 
  • A push naar C 
  • C weer terug naar A, 
  • A push naar D en D weer terug naar A.
  • Als B de bal terug heeft gespeeld naar A draait hij zich om en gaat om de pion heen en bied zich aan om de kop cirkel om de bal te ontvangen. 
  • A neemt de bal van D aan en geeft een harde gerichte flats richting E. 
  • E maakt oogcontact met de inkomende B en geeft een gerichte pass (mag push of flats zijn)
  • B neemt de bal open aan, lijnt de bal op en rond af met een slag op goal.
  • Na het schieten versnel hij om de pionnen heen om een tip-in bal te lopen. 
  • F maakt oogcontact met B en geeft een harde gerichte flats net of hij gaat scoren. 
  • B zorgt dat de bal van richting veranderd. 

drawing Tip-in uitbereiding
Drie verschillende acties de we gaan verfijnen en verder trainen

  • Oefening bij A: 
    • Twee lift acties met bij de laatste een versnelling naar de cirkel (oefen ook met backhand liftje)
  • Oefening bij B: 
    • Forehand turn ze stappen in naar links en zetten vanaf daar de turn de andere kant op en versnellen daarna richting de cirkel
  • Oefening bij 3: 
    • Instap oefening naar links en versnellen en andere kant er langs. 
    • Ze lopen richting het vtje en stappen met hun linkervoet in en laten de bal ook die kant om gaan en halen de bal terug en versnellen de andere kant op en trekken deze versnelling door naar de cirkel en ronden daarna af

drawing Techniek oefening
  • A begint met de bal een geeft een gerichten flats naar B, 
  • B gaat door de pionnen heen met een vision dribble
  • A loopt in de diepte en krijg een harde gerichte flats van B de diepte in
  • B versnel om de pionnen heen en geef een 90 graden pass op A
  • A loopt richting de cirkel en loopt op de hoogte van B mee zodat ze een 90 graden pass kan ontvangen
  • Ze neemt  de bal aan lijnt hem op en rond af met een slag op goal 
drawing Vision en 90 graden pass
  • Oefening met het zuiver passen van een bal het het goed aannemen van een bal. 
  • Daarna het afronden en het doorlopen naar een actie die je hebt gemaakt. 
  • A pusht de bal naar B. (kijken, richten en op de forehand van de je medespeler)
  • B neemt de bal aan. (handen uit elkaar, actief staan, voeten uit elkaar stick aan de grond)
  • B pusht de bal naar C die de bal aanneemt en gelijk mee neemt naar de andere kant.
  • Neemt de bal mee ( bal aan de stick, handen uit elkaar, bal iets voor je)
  • Lijnt de bal op en rond af op het goal. 
  • D pusht de bal als B de bal heeft gespeelt naar C gelijk. 
  • B moet dus gelijk omdraaien en opletten. 
  • B neemt de bal aan en maakt een revers over de forehand.
  • B flats de bal naar E. 
  • E neemt de bal aan het geeft een andere flats richting de 2de paal. 
  • C loopt in de bal die E geeft en verandert de bal van richting. 


drawing Aannamen en afronden
  • A begint met de bal.
  • B loopt in en krijgt de bal van A in de loop.
  • B loopt door maar komt een verdediger tegen en pass de bal terug naar A.
  • B versnelt daarna breed en krijgt de bal gelijk weer terug van A .
  • B maakt lijn zijn af en loopt de cirkel in en rond af met een slag om goal.
  • Aan twee kanten uitzetten 

drawing Annemen en versnellen
  • D staat in het midden van de cirkel 
  • D krijgt drie ballen aangespeeld 
  • D rond ze af op goal.

drawing Scoren vanuit 3 kanten
  • A start met de bal, B komt in lopen
  • A heeft een harde gerichte bal op de forehand van B. 
  • B neemt de bal aan met een lift aannamen over het balkje heen. 
  • Hij loopt op de pion heen en heeft een gerichte harde flats de diepte in.
  • C begint met lopen als bij de lift actie geeft gedaan en begint rustig en bouwt haar snelheid om
  • C neemt de bal aan in de loop en rond af met een slag op goal. 

drawing Lift actie met bal de diepte in
  • Uitbreiding om het oefenen met de tip-in. 
  • Verder wordt er geoefend met het hard en zuiver pass naar elkaar.
  • A push de bal naar B op de forehand let op de techniek (handen uit elkaar, Linkervoet voor, kracht vanuit heel je lichaam halen, armen mee bewegen in de richting waar je heen gaat)
  • B push de bal weer terug naar A, A push naar C C weer terug naar A, A push naar D en D weer terug naar A.
  • Als B de bal terug heeft gespeeld naar A draait hij zich om en gaat om de pion heen en bied zich aan om de kop cirkel om de bal te ontvangen. 
  • A neemt de bal van D aan en geeft een harde gerichte flats richting E. 
  • E maakt oogcontact met de inkomende B en geeft een gerichte pass (mag push of flats zijn)
  • B neemt de bal open aan, lijnt de bal op en rond af met een slag op goal.
  • Na het schieten versnel hij richting het goal om de tip-in te lopen. 
  • F maakt oogcontact met B en geeft een harde gerichte flats net of hij gaat scoren.
  • B zorgt dat de bal van richting veranderd. 
drawing Blok 1 oefening 1 Tip-in uitbereiding
  • Uitbreiding om het oefenen met de tip-in. 
  • Verder wordt er geoefend met het hard en zuiver pass naar elkaar.
  • A push de bal naar B op de forehand let op de techniek (handen uit elkaar, Linkervoet voor, kracht vanuit heel je lichaam halen, armen mee bewegen in de richting waar je heen gaat)
    • B push de bal weer terug naar A
    • A push naar C, C weer terug naar A
    • A push naar D en D weer terug naar A
  • Als B de bal terug heeft gespeeld naar A draait hij zich om en gaat om de pion heen en bied zich aan om de kop cirkel om de bal te ontvangen. 
  • A neemt de bal van D aan en geeft een harde gerichte flats richting E.
  • E maakt oogcontact met de inkomende B en geeft een gerichte pass (mag push of flats zijn)
  • B neemt de bal open aan, lijnt de bal op en rond af met een slag op goal.
  • Na het schieten versnel hij om de pionnen heen om een tip-in bal te lopen. F maakt oogcontact met B en geeft een harde gerichte flats net of hij gaat scoren. B zorgt dat de bal van richting veranderd.
drawing Blok 1 oefening 1 Tip-in uitbereiding
  • Twee teams met wissel, er wordt gewisseld als er gescoord wordt.
  • Ieder persoon verdedigt een doeltje, op elk veld staan 5 doeltjes, 
  • dus er zijn ook 5 mensen die deze doeltjes verdedigen.
  • Als er gescoord word in je doeltje, moet je aan de kant zitten en wordt je wissel. 
  • Er komt een nieuwe speler (wissel) van de kant het veld in en gaat het doeltje verdedigen
  • Als er gescoord word is het 1 punt. 
  • Ploeg die aan het einde van de wedstrijd de meeste punten heeft is de winnaar.


partijtje-met-wissels-4