facebook pixel

Korfbaloefeningen

Cobra stretch 10x
  • Ga op de buik op de grond liggen met de benen naast elkaar en de tenen lang.
  • Zet de handpalmen vlak bij de bovenkant van de schouders op de grond.
  • Adem uit en druk het lichaam omhoog door de rug te krommen.
  • Houdt de heupen op de grond.
Als dit te zwaar is, steun dan met de ellebogen op de grond i.p.v. met de handen.

Staande zijwaartse stretch 10x
  • Sta met de voeten op schouderbreedte.
  • Sla de handen boven het hoofd in elkaar.
  • Buig zijwaarts zodat het oor naar de grond begint te wijzen.
  • Om in balans te blijven duw je de heupen de andere kant op.
  • Kom langzaam in de positie en houdt de rek 5 tellen vast. 
  • Blijf normaal ademhalen.

Geknielde buikstretch op bovenbenen wiegen 10x
  • Ga op de knieën zitten met de knieën op heupbreedte en de tenen op de grond.
  • Zet de handen onder de billen op het bovenbeen.
  • Krom de rug naar achteren, zodat de borst naar voren komt.
  • Span de buikspieren aan.

Lichaam heffen in boothouding 5x
  • Ga op je rug liggen met gestrekte benen en leg de gestrekte armen achter het hoofd op de grond.
  • Kantel je bekken naar boven en je lendenwervelkolom op de grond.
  • Houdt de rug gedurende de gehele oefening op de grond.
  • Til je armen en borstkas ongeveer 5 cm van de grond -armen gestrekt naar achteren.
  • Je voelt nu een spanning in de buikspieren.
  • Til de benen ongeveer 20 cm van de grond.
  • Houdt dit 10 tellen vast.

Speel op 1 korf 3 (+1) tegen 3.

De extra aanvaller mag geen eerste steun geven. Vanuit de rebound mag er wel vol op worden aangevallen.

De 3 aanvallers moeten door samenspel tot kansen zien te komen. Er is steeds een extra aanvaller, dus zorg dat ze focussen op het schot.
De moeilijkheid is dat de aanvallers voor voldoende binding moeten zorgen, anders wordt er zeker ingezakt om de rebound te gaan vangen.


Doel aanvallers:
  • Zorgen dat ze kunnen vrijkomen en schieten.
  • Welke pass speel ik wanneer?
  • Wat doe ik als ik niet vrij kom? Nadruk op functioneel lopen.
  • Wat doe ik wanneer een medeaanvaller schiet?
Doel verdedigers:
  • Passing moeilijk maken
  • Lijnen wegnemen, waar mag mijn aanvaller naartoe?
  • Passing onderscheppen (met het ganse team verdedigen)
  • Geconcentreerd verdedigen 1-1
  • Probeer het moment te kiezen om de rebound te stelen.
Wissel na 2 minuten van functie. Wissel ook door met de vaste aanvaller
  • Bal 1 (met of zonder verdedigers)
  • Speler A passt op B en blijft voorin in beweging. 
  • B passt op C en gaat rebounden. 
  • C passt op D en blijft achterin in beweging. 
  • D passt naar A en beiden blijven voorin op ruime afstand van de korf dubbelen totdat speler C de aansteun er in loopt. 
  • Speler A passt op C. 
  • C wacht een kleine seconde in aansteun positie. 
  • Speler B trekt schuin weg uit rebound positie. 
  • Speler C passt op B en draait om haar as om meteen naar binnen te klappen. 
  • B passt direct terug op C voor de doorloopbal. 
  • Bij misser is het de taak van C om meteen te rebounden en de vrijgelopen speler B aan te passen voor een eventuele 2e kans. (korte kans).
drawing Bal 1
  • Bij elke korf 3 aanvallers en 3 verdedigers
  • Ideale driehoek houden
  • Je mag maar 3 seconden buiten vierkant zijn
    • Elke x dus naar binnen bewegen
    • Druk
      • Verdedigers lopen mee
      • Verdedigers gebruiken hun armen
      • Verdedigers volledige druk
  • Scoren wisselen van functie
  • Er staan 4 pionnen voor de korf. 
  • 2 pionnen van elk dezelfde kleur.  
  • Deze pionnen staan in een vierkant. 
  • 1 speler staat onder de korf en 2 spelers staan tussen de pionnen in. 
  • De 2 spelers tussen de pionnen starten met een licht dribbelpas richting de korf.  
  • De speler onder de korf noemt de kleur van 1 van de 2 kleuren pionnen. 
  • De volgende acties zijn mogelijk:
    1. De spelers rennen naar de achterste 2 pionnen draaien er omheen en sprinten naar de korf en de eerste die neemt een doorloopbal. 
    2. De spelers rennen naar de eerste twee pionnen en tikken deze aan en rennen terug naar de korf en de eerste neemt een doorloopbal.
drawing Pionkeuze

DOEL: Warming-up (oncentratie en reactie) 

ORGANISATIE: twee-, drie- of viertallen in een afgebakende ruimte.

SPELVERLOOP: In rustige looppas achter elkaar lopen, kriskras door de hele ruimte. Nummer 2 volgt steeds elke beweging van nummer 1 zo snel mogelijk en houdt daarbij steeds ongeveer 1 meter afstand. Na enige tijd wisselen.

VARIATIES:

  • nu probeert de voorste loper de achterste loper kwijt te raken door plotselinge schijnbewegingen en/of tempowisselingen.
  • maar nu zijn ook andere bewegingen toegestaan: kruispassen, springen, snel gaan liggen en weer opstaan enz.
  • Niet meer met meertallen: iedereen loopt vrij door elkaar. De spelers lopen naar elkaar toe, maken een schijnbeweging en:
    • passeren elkaar dan links.
    • rechts passeren
    • draaien ze om elkaar heen en lopen weer terug
  • Per tweetal bij een korf. 
  • Beginnen met 2 afstandschoten scoren pp daarna opdrachtkaartje halen bij de trainer. 
  • Punten op de opdrachtkaartjes bij elkaar optellen. 
  • alle speler gaan in een rij staan. 
  • De voorste 2 spelers hebben een bal. 
  • Speler 1 begint met schieten, waneer deze heeft geschoten mag speler 2 ook beginnen. 
  • Als 1 eerder scoort dan 2, mag hij achteraan gaan staan. 
  • Als 2 eerder scoort dan 1, is 1 af en moet hij naar de zijkant. 
  • De laatste twee moeten tegelijk beginnen en 3 keer scoren. 
  • Degene die er als eerste 3 heeft wint

In het kort: basisoefening met tweetallen voor het aanleren of verbeteren van het afstandsschot.

Organisatie: per tweetal een korf en een bal. Er is een vaste aangever, na enige tijd (of na een doelpunt) wordt van taak gewisseld.

a ) Bovenhands schieten vanaf plm. 3 meter (bij oudere kinderen en volwassenen 5 meter). Besteed uitvoerig aandacht aan de techniek van het schot. Zie hiervoor bijvoorbeeld het boek

e ) a. Zie ook de videoband SCOREN met het bijbehorende werkboek van het VIEKOR project.

b ) Idem, maar nu: wie heeft het eerst 3 doelpunten?

c ) De afstanden worden individueel vergroot (niet forceren!).

d ) Schieten van 3 meter naast of achter de korf.

e ) De schutter komt vanaf circa 8 meter voor de korf inlopen. Hij ontvangt de bal op circa 3, 4 meter, stopt meteen en schiet.

f ) De schutter loopt rustig heen en weer op enkele meters voor de korf. Na ontvangst van de bal wordt direct geschoten.

g ) Als f. maar nu op grotere snelheid.

h ) Als g. maar nu met een verdediger bij de schutter. Deze stoort (door aanwezigheid en uitsteken van de armen) maar laat de schutter wel tot schot komen.

Opdracht

Er staan allemaal dopjes 3x3. Elke groep gaat achter een pion staan die op 10 meter afstand staan. Elke groep krijgt zijn eigen kleur dopjes. Dan begint de eerste te rennen naar de dopjes die verder op staan en proberen zo snel mogelijk 3 op een rij te krijgen. Op het teken van de trainer mag de volgende persoon een dopje neerleggen. 

• Benen ongeveer 20 cmuit en schuin voor elkaar

• Gezicht naar de korf

• Armen licht gebogen

• Goede voet voor zodatje de beste afzet kunt maken (het ene kind kan beter afzetten met zijn of haar linkerbeen en het andere

   kind met zijn of haar rechterbeen)

• Handen goed om de bal,met gespreide vingers de duimen richting de korf (je legt de bal op je handen)

• Schouders recht t.o.v.de korf• Voeten recht t.o.v. dekorf• Lichaam recht t.o.v. dekorf


• Gewicht op je achterstebeen plaatsen

• Je gewicht (dus jelichaam) verplaatsen naar je voorste been omvervolgens af te zetten in de richting  van de korf

• Spring schuin enrichting de korf omhoog, knie goed  omhoog heffen zodat de bal dicht bij de korf komt (je knie achterna 

   springen)

• Armen uitstrekken

• Op hoogste punt de balloslaten en nawijzen

• Lichaam strekken enlang maken

• De bal nakijken

• Benen naast elkaar,iets gespreid ongeveer 1 voet tussen beidevoeten (zodat de schutter stevig en in balans staat)

• Vingers gespreid, duimen wijsvingerin een driehoek

• Bal voor het gezicht,net over de bal heenkijken

• Schouders recht t.o.v.de korf

• Voeten recht t.o.v. dekorf

• Lichaam recht t.o.v. dekorf

• Ellebogen naar buiten,ongeveer15 cm vanaf het lichaam

• Door knieën en danrecht omhoog springen (veel kracht van een schot komt vanuit de benen)

• Uitstrekken van dearmen in de richting van de korf

• Schiet de bal met eenboog richting de korf

•  Nawijzen in de richting van dekorf

 • Met beiden benen opdezelfde plaatsneerkomen, als je afzet

 •  Blijf de bal nakijken en nawijzen tot de bal de korf heeft geraakt (om het volgende schot te verbeteren) Â