facebook pixel

Korfbaloefeningen voor de techniek aanval / scoren

In het kort: aardige schietoefening met veel loopwerk.

Organisatie: de korven worden in een cirkel geplaatst. Bij elke korf staat een aangever met een bal. De rest van de spelers staat midden in de cirkel (het midden moet duidelijk herkenbaar zijn.

In de zaal is vaak wel een cirkel aanwezig, op het veld moet een pilon geplaatst worden). Het aantal korven komt heel precies: streef naar 2 korven per 5 spelers.

a ) De spelers in de middencirkel krijgen de opdracht om doorloopballen te nemen op één van de korven, het geeft niet welke. Aangezien er iets meer spelers in de cirkel staan dan er vrije korven zijn, komt het erop aan om snel een vrije korf te zoeken. Wie niet vlug genoeg is, moet dus even wachten. En als Jantje al op weg is naar een korf, maar op het laatste moment nog voorbij gelopen wordt door Marietje, die harder loopt, dan moet Jantje terug naar de middencirkel om van daaruit opnieuw een poging te wagen. Ieder vangt zijn eigen doorloopbal af. Na het aangeven loopt een ieder door de middencirkel of om de pilon heen om vervolgens weer zo snel mogelijk een vrije korf te zoeken.

b ) Als a., maar nu met de opdracht: Wie maakt het eerst 10 doelpunten? Ook degenen die eerst dachten: 'Laat maar, hij loopt toch harder dan ik' zullen nu proberen om toch als eerste bij die vrije korf te komen. Let erop dat men niet gaat 'afsnijden' door niet meer door de middencirkel of om de pilon te lopen.

c ) Als b., maar met de opdracht: 'Wie maakt het eerst op elke korf een doelpunt?

d ) Als b., maar met bovenhands genomen doorloopballen.

e ) Als b., maar er volgt een 'overneemsituatie': de loper vanuit de middencirkel speelt na de bal ontvangen te hebben, de bal terug op de aangever die bij de paal is weg gestart. De oorspronkelijke aangever moet proberen van uit dit wegstarten te scoren. Wie maakt het eerst 5 doelpunten?

f ) Als b., maar de loper neemt uitwijkballetjes (naar keuze links of rechts, afstanden niet te groot). De aangever vangt ook het schot af. De schutter loopt na het schot meteen naar de korf en krijgt daar de bal van de afvanger, die zich zal haasten om via het midden zelf weer een poging te wagen, want: wie heeft het eerst 5 keer gescoord?

g ) Als f., maar na de uitwijkbeweging volgt geen schot: de bal gaat terug naar de aangever die bij de korf is weggestart. Deze schiet met een kwart/halve draai. De schutter loopt weer naar het midden, de ander vangt (uiteraard) de bal af. Variatie: De oefening kan ook worden gedaan met verdedigers erbij. Deze hebben natuurlijk een ondankbare taak: de aanvaller heeft de keus uit een groot aantal korven. Welke aanvaller heeft het eerst 10 doorloopballen of 5 doelpunten uit uitwijkballen gescoord?

De meeste korfballers vinden het bovenstaande een leuke ontspannen oefening, die heel geschikt is om een training mee te starten, men kan er net zoveel energie in kwijt als waar men aan toe is. Als het moment daar is om iedereen echt aan het werk te zetten, volgt b.:

Organisatie:
Twee partijen, 1 aanvallende en 1 verdedigende partij. Drie of vier korven en een bal. 

Oefening:
Hoeveel tijd heeft een ploeg nodig om in alle korven een doelpunt te maken? 

De korf waarin gescoord is mag niet meer worden gebruikt, zodat de moeilijkheidsfactor steeds groter wordt. De verdedigende partij geeft na onderscheppen de bal weer terug.

Speel op 1 korf 3 (+1) tegen 3.

De extra aanvaller mag geen eerste steun geven. Vanuit de rebound mag er wel vol op worden aangevallen.

De 3 aanvallers moeten door samenspel tot kansen zien te komen. Er is steeds een extra aanvaller, dus zorg dat ze focussen op het schot.
De moeilijkheid is dat de aanvallers voor voldoende binding moeten zorgen, anders wordt er zeker ingezakt om de rebound te gaan vangen.


Doel aanvallers:
  • Zorgen dat ze kunnen vrijkomen en schieten.
  • Welke pass speel ik wanneer?
  • Wat doe ik als ik niet vrij kom? Nadruk op functioneel lopen.
  • Wat doe ik wanneer een medeaanvaller schiet?
Doel verdedigers:
  • Passing moeilijk maken
  • Lijnen wegnemen, waar mag mijn aanvaller naartoe?
  • Passing onderscheppen (met het ganse team verdedigen)
  • Geconcentreerd verdedigen 1-1
  • Probeer het moment te kiezen om de rebound te stelen.
Wissel na 2 minuten van functie. Wissel ook door met de vaste aanvaller
  • Bal 1 (met of zonder verdedigers)
  • Speler A passt op B en blijft voorin in beweging. 
  • B passt op C en gaat rebounden. 
  • C passt op D en blijft achterin in beweging. 
  • D passt naar A en beiden blijven voorin op ruime afstand van de korf dubbelen totdat speler C de aansteun er in loopt. 
  • Speler A passt op C. 
  • C wacht een kleine seconde in aansteun positie. 
  • Speler B trekt schuin weg uit rebound positie. 
  • Speler C passt op B en draait om haar as om meteen naar binnen te klappen. 
  • B passt direct terug op C voor de doorloopbal. 
  • Bij misser is het de taak van C om meteen te rebounden en de vrijgelopen speler B aan te passen voor een eventuele 2e kans. (korte kans).
drawing Bal 1
  • Bij elke korf 3 aanvallers en 3 verdedigers
  • Ideale driehoek houden
  • Je mag maar 3 seconden buiten vierkant zijn
    • Elke x dus naar binnen bewegen
    • Druk
      • Verdedigers lopen mee
      • Verdedigers gebruiken hun armen
      • Verdedigers volledige druk
  • Scoren wisselen van functie

In het kort: basisoefening met tweetallen voor het aanleren of verbeteren van het afstandsschot.

Organisatie: per tweetal een korf en een bal. Er is een vaste aangever, na enige tijd (of na een doelpunt) wordt van taak gewisseld.

a ) Bovenhands schieten vanaf plm. 3 meter (bij oudere kinderen en volwassenen 5 meter). Besteed uitvoerig aandacht aan de techniek van het schot. Zie hiervoor bijvoorbeeld het boek

e ) a. Zie ook de videoband SCOREN met het bijbehorende werkboek van het VIEKOR project.

b ) Idem, maar nu: wie heeft het eerst 3 doelpunten?

c ) De afstanden worden individueel vergroot (niet forceren!).

d ) Schieten van 3 meter naast of achter de korf.

e ) De schutter komt vanaf circa 8 meter voor de korf inlopen. Hij ontvangt de bal op circa 3, 4 meter, stopt meteen en schiet.

f ) De schutter loopt rustig heen en weer op enkele meters voor de korf. Na ontvangst van de bal wordt direct geschoten.

g ) Als f. maar nu op grotere snelheid.

h ) Als g. maar nu met een verdediger bij de schutter. Deze stoort (door aanwezigheid en uitsteken van de armen) maar laat de schutter wel tot schot komen.

  • Je hebt een aanvaller op 5 meter voor de korf die uit beweging gaat schieten. 
  • Onder de korf staat een aangever en een rebound. 
  • Na de bal uitgespeeld te hebben gaat de aangever weg. 
  • De aanvaller schiet zodra hij de bal heeft en rent gelijk in om hem zelf af te vangen. 
  • De aanvaller heeft pas een punt als hij de bal zelf heeft afgevangen. 
  • De rebounder heeft een punt als deze de bal afvangt.


Organisatie:
Vakken bij elkaar, twee spelers (heren/dames dit zijn A(anvaller) en V(erdediger) voor in het plaatje) in de linker hoek voor de korf. 

Een speler links (links achter de korf) daarnaast en rechts daarnaast (rechts achter de korf). 

In het tweetal is een aanvaller en een verdediger. De aanvaller heeft de bal, plaatst de bal naast hem (links of rechts) en pakt de rebound. De verdediger gaat de rebound bemoeilijken maar geeft hem in eerste instantie wel weg (deze verdedigt voor). 

De speler die de bal niet toegespeeld krijgt vult het plekje van de aanvaller/rebounder op. De twee spelers voor de korf komen na een of twee dubbels tot schot.

* Wie pakt van de vijf schoten de meeste rebounds?

Corrigeren op:

Uitblokken onder de korf, tegenstander in de rug en het liefst v��r de korf houden, voorverdedigen door de verdediger en pas het duel aangaan als het schot de lucht in is.

Opstelling:

De bal is onder de paal in de steun. 
Twee spelers voorin het vak. 
De vierde speler zwerft ergens in het achtervak.

  • De steun gooit de bal uit naar links of rechts en loopt de kant op waarheen is gegooid.
  • De bal wordt teruggespeeld op de uitloper.
  • De speler aan de andere voorzijde is constant in beweging en breekt door op het moment dat de bal terug is gespeeld op de uitloper.
  • De uitloper geeft de bal aan en deze doorloopbal wordt gescoord.
Scoor 20x over links en 20x over rechts.

drawing Doorbraak vanuit de ruimte
Per 3 spelers aan de korf:

  • Verdeel met pionnen het aanvalsgebied rond de korf in 4. 
  • In 3 van deze 4 gebieden bevinden zich spelers.
  • Wanneer speler wit de bal doorspeelt op speler blauw, verplaatst speler wit zich naar het vrije gebied. 
  • Speler blauw speelt door op speler rood en vult dan ook de vrije ruimte in.
  • Geef een signaal waarop mag geschoten worden. De andere 2 gaan uit de ruimte de rebound invullen. 
  • Speel vervolgens opnieuw uit en herhaal.
 Indien haalbaar kun je eveneens een steun implementeren in je oefening. 
Laat de spelers zelf nadenken wie het best deze positie invult. 
drawing Invullen vrije posities in rondspelen
Speel 2 tegen 2 op 1 korf

Moeilijkheid van deze opdracht is dat er weinig opties zijn om naar een kans toe te werken.
Vrijlopen en passing zijn dus van het grootste belang.
Laat de spelers mee denken over wat de beste opties zijn.

De aanvallers blijven in het speelveld en spelen tot er een doelpunt is gevallen of een onderschepping werd gemaakt
bal uit het speelveld is ook een onderschepping

Wegens de hoge intensiteit wat meer rust inbouwen.

  • 1 Minuut
    1. Schot > 2
    2. doorloop met bal > 4
    3. Schot > 1
  • 30 sec Bridge
  • Als speler oefening uitvoert zijn aangevers strafworp nemen`.

schot-doorloop-su-cide-bridge-2